In de tijden van de pest en de pokken was de staat nog niet het alomvattende apparaat dat hij nu is. Een epidemie was een noodtoestand, zeker en vast, maar “de staat” was er nog niet.
De zorg voor de volksgezondheid is een van de aspecten die de staat zoals hij is gevormd hebben. Zij betekende het einde van pest, pokken, cholera en als laatste malaria in Europa.
Onder het neoliberalisme is gezondheidszorg tot een voorziening die Winst moet opleveren voor neoliberalen uitgeroepen, net als ongeveer alle nutsvoorzieningen die ooit het kapitalisme draaglijk moesten maken – en die meestal door oud-liberalen zijn ingesteld. Besmettelijke ziekten raken de armen meer dan de rijken, maar de laatsten worden niet overgeslagen. De griep is een democratische voorziening, kunnen we zeggen.
Foucault wordt meestal niet genoemd door de fascisten van nu als cultuurmarxistische Ondermijner van Alles Wat Onze Wereld Zo Mooi Maakte. Vermoedelijk omdat hij in tegenstelling tot de leden van de Frankfurter Schule niet van joodsen huize was. Maar hij ontsloot wel het inzicht in de overeenkomst tussen school, fabriek, gevangenis en gekkenhuis bijvoorbeeld als onderdelen van het onderdrukkingsapparaat Staat. Hij doet de aftrap in dit gesprek tussen hedendaagse denkers over het leven onder corona. Postuum uiteraard.
Giorgio Agamben ziet in de crisis een onderdeel van het proces van Permanente Noodtoestand waartoe staten inmiddels gemuteerd zijn, een overeenkomst met het fascisme (hij heeft de gedachte dan ook van Carl Schmitt). Is het coronavirus wel zo erg als men het voorstelt?
Het heeft geen zin, hoezeer ik hem ook respecteer, zijn bijdrage in het debat bij benadering te vertalen, want de feiten waarop hij zich beroept zijn achterhaald.
Het is noodtoestand en ook weer niet. Maar alles gaat ook niet “so weiter” om het tot adagium uitgegroeide woord van Walter Benjamin aan het begin van het fascistisch regime te citeren.
Een leestip dus, deze discussie, in het Engels vertaald en bijeengesprokkeld van deze belangwekkende site. Helaas, en ik vermoed dat ik hier als Nederlander niet alleen in sta, lees ik maar moeizaam Italiaans.