NVJ vindt gedwongen persvak geen probleem

Op maandag 7 oktober vond de lang van tevoren aangekondigde actie van Extinction Rebellion plaats, met het in de vroege ochtend vreedzaam blokkeren van de Stadhouderskade bij het Rijksmuseum in Amsterdam. De demonstranten was al van tevoren door de regenteske burgemeester Halsema gemeld dat hun protest verboden was en dat ze maar op het Museumplein moesten gaan staan. Maar voor de journalisten stond ook een leuke verrassing klaar: ze moesten van de politie in een door hen afgebakend ‘persvak’ werken, waarvandaan nauwelijks beelden te schieten waren en geen contact met de demonstranten mogelijk was. Dat was voor het eerst in Amsterdam. Nu komt de NVJ met een reactie: ze maakt geen bezwaar tegen het gedwongen persvak, maar tegen de PLAATS van dat persvak.

Veel journalisten schikten zich zonder protest, en lieten zich door de politie in het persvak zetten. Op de live-stream van de NOS was de hele dag te horen hoe ze zich afvroegen of ze nu ergens wel of niet mochten staan van de politie. “Het lint is nu weg, ik denk dat we dichterbij mogen komen” was er op een gegeven moment, vroeg in de middag op de audio van de livestream te horen.

Bij een latere actie op zaterdag 12 oktober op de Blauwbrug, schijnt een vergelijkbare tactiek door de politie aan de journalisten te zijn opgelegd. In beide gevallen werden trouwens demonstranten volgens de Methode Koppejan uit de jaren ‘60 in bussen naar buiten de stadsgrenzen vervoerd om daar op straat gegooid te worden. Ook een inbreuk op de burgerrechten waar nauwelijks ophef over is ontstaan.

Het is niet bekend hoeveel journalisten zich niet aan de politie’instructies’ hielden, en of ze daarbij problemen met diezelfde politie kregen. Maar het zal duidelijk zijn dat journalisten natuurlijk het recht hebben om zelf te beslissen waar ze gaan staan, en wat ze opnemen, vooral als er grootschalig politie-optreden plaatsvindt. Dat is nota bene hun werk.

De Nederlandse vakbond voor Journalisten, die eigenlijk geen vakbond is maar een vereniging (*), heeft nu eindelijk gereageerd op het repressieve beleid van de Amsterdamse politie jegens journalisten tijdens de Extinction Rebellion protesten. De reactie was een merkwaardige knieval: niet het feit dát de politie journalisten dwong om in een door hen voor journalisten afgezet persvak te verblijven was het probleem, maar de plek die voor dat vak werd aangewezen.

Een persbericht van de NVJ begint met de merkwaardige constatering dat de politie in haar recht heeft gestaan: “Het instellen van een persvak is een bevoegdheid die de politie heeft op grond van de Politiewet, artikel 3. Hierin staat dat de politie tot taak heeft te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde of openbare orde. Door deze discretionaire bevoegdheid kan tot een apart persvak worden besloten.”

Bron: bericht NVJ

In plaats van het onnodige repressieve beleid van de politie (en trouwens ook van de burgemeester die er voor verantwoordelijk is) aan te klagen, eist de NVJ nu een “gesprek over een heldere procedure met betrekking tot het gebruik van persvakken”. Daar zouden “verschillende foto-journalisten” om hebben gevraagd.

Vervolgens gaat de NVJ over tot een adhesiebetuiging aan de persvaktactiek die van Orwelliaanse proporties is: Verwezen wordt naar een uitspraak over een Finse journalist die ooit bij een demonstratie gearresteerd werd en door het Europese Hof als een gewone burger beschouwd werd, die terecht was gearresteerd omdat hij de bevelen van de politie niet had opgevolgd. Om dan tot de conclusie te komen: “Met andere woorden: als er geen persvak is ingesteld kan dat de vrijheid van meningsuiting nog verder beperken als journalisten zich onder de demonstranten bevinden en iedereen het bevel krijgt zich te verwijderen.” Alsof de politieperskaart niet bestaat. Deze reactie keurt bij voorbaat elk optreden van politie tegen journalisten goed als er rellen of demonstraties zijn. Die perskaart adviseert de NVJ nu alleen in gevallen waarbij geen persvak is ingesteld…

Dat is om meerdere redenen bizar en uitermate laf. Ten eerste gaat het natuurlijk niet alleen om beelden van gebeurtenissen. Het gaat er ook om of journalisten te midden van de demonstranten (en de politieagenten) kunnen verkeren om aspecten van gebeurtenissen mee te maken die de politie niet geregistreerd wil zien. Politie probeert altijd om te regisseren wat er wel en niet gezien en gehoord wordt door de buitenwereld, en schermt demonstranten daarom het liefst geheel af zodat ze ongestoord hun gang kunnen gaan. Journalisten zouden daar juist zoveel mogelijk bovenop moeten zitten, en ook aankloppen bij het politiebureau en de bussen waar de demonstranten worden opgesloten.

Ten tweede is het in het belang van de journalisten zelf. Om hun werk zo goed mogelijk te kunnen doen moeten ze overal kunnen komen. De politie mag hoogstens van ze verlangen dat ze hun werkzaamheden niet hinderen. Want de demonstranten zelf produceren natuurlijk ook (sociale) media, en die zitten natuurlijk midden in de actie. Politie probeert ook die te controleren en daarmee de beeldvorming te verhinderen, maar dat is moeilijk met al die mobieltjes en streams. Door deze vorm van repressie en censuur worden beroepsmatige (niet-activistische)  journalisten op een achterstand gezet.

Het gevaar van dit soort politietactiek is ook dat de volgende stap zal zijn dat politie selectief de haar vriendelijk gezinde pers wel toe zal laten. Daar zijn veel voorbeelden van te vinden in het buitenland. Powned en consorten zullen daardoor hun onsmakelijke provocatieve berichtgeving nog makkelijker de buitenwereld in kunnen slingeren.

Een echte kritische journalistenbond, zoals de Britse NUJ, zou zoiets nooit accepteren. Het is tijd dat zoiets in Nederland opgericht wordt

———–

(*) De NVJ is een vereniging, maar is ook aangesloten bij de FNV. Er bestaat geen echte vakbond voor journalisten. Ik ben lid van de NVJ, bij gebrek aan alternatief.