Nee, ik wil de staat niet en nee, dat wat voor ‘het anarchisme’ doorgaat, daar ben ik ook vervreemd van geraakt. Wat blijft er dan over? Innerlijke immigratie, de politiek achter je laten, de slangenkuil uit kruipen.
Laatst luisterde ik naar een podcast genaamd ‘Bloed aan de Muur’.
In deze podcast in ‘anarcha-feministisch perspectief’, spraken een aantal dames over kunst, seksualiteit, arthouse ballet, dure galeries, safe spaces, cultural appropriation en validisme.
Meer burgerlijk/nep-links neoliberaal gaat het niet worden, wat mij betreft. Als dit het anarchisme is, is D66 dan ook anarchisme? Is Rob Jetten dan de nieuwe Nestor Makhno? Is Bij1 dan de nieuwe FAI? Als dit anarchisme is dan zit het gemeentebestuur hier vol met ‘anarchisten’
Maar goed, zoals de schrijver Bob Black het formuleert, is voor iedereen dat woordje ‘anarchisme’ weer wat anders. Dat magische woordje ‘anarchisme’ betekent voor mij heel iets anders dan voor jou. Omdat iedereen het kan gebruiken, iedereen claimt het en iedereen drukt er een ander stempel op. Iedereen ziet het door zijn eigen bril.
Voor de dames van ‘Bloed aan de Muur’, gaat anarchisme over een wereld die ver van mij af staat. Hun wereldbeeld, hun perceptie, hun analyse van de problematiek, wat zij urgent achten en wat zij lezen staat ver van mij af. Toch zijn wij ideologisch zogenaamd gelijk.
Dat is vreemd. Een soort paradox, een frictie.
We werken niet in dezelfde branche, we hebben een andere perceptie van de politiek, we stellen andere prioriteiten, we hebben niet dezelfde belangen. En toch horen we bij dezelfde politieke doctrine? En zijn wij lid van dezelfde beweging? Wil de èchte anarchist op staan?
Er zijn mensen die zeggen: die Nayako Sadashi, die snapt het, die snapt dat anarchisme verder gaat waar de FNV ophoudt en dat het niet meer is dan dat. Death to idpol (identiteit- politiek), zoals ‘Bakto the manarchist’ het zingt (een anarchistische youtuber). Deze mensen worden dan ‘manarchists’ genoemd (al zullen ook best vrouwen het hiermee eens zijn). Deze ‘klassereductie’ zou ‘macho’ zijn. Ook onzin natuurlijk, want een radicale/primaire/klasse-georiënteerde visie is niet per se macho, vrouwelijk, of wat dan ook.
Ook zullen er drommen mensen zijn die zeggen: kruispuntdenken, koffiehuisjes, intersectionaliteit, kunst performance, literaire theekransjes (in Amsterdam-Zuid), humanistiek, Sylvana, wit is ook een kleur, diversiteit, queer safespace, ableism, anarcha non-binary person, PC culture, dat is het wáre anarchisme!
Blijkbaar is ‘het anarchisme’ dus gesplitst en vechten twee honden om één been. Mensen zeggen op Indymedia: dames uit Wassenaar met paardenstaarten claimden het anarchisme en hebben het verpest. Dezelfde dames uit de anarchistische beweging daarentegen, klagen over machocultuur en klassereductionisme. Wie heeft er dan ‘gelijk’ en doet het ertoe dat iemand ‘gelijk’ heeft?
Zoals meneer Black het zegt. Voor iedereen is anarchisme iets anders. Voor een homoseksuele jongeman is het iets anders dan voor een heteroseksueel persoon. Voor een Congolees is het iets anders dan voor een Amerikaan. Voor de dames van ‘Bloed aan de Muur’ is het schijnbaar totaal iets anders dan wat het voor mij is, gevoelsmatig en theoretisch.
We lullen dus langs elkaar heen en hechten veel waarde aan zo’n term. We hebben een beeld, van een groep waar we dan bij horen, waarin iedereen dan ‘een anarchist’ is. Ook ik heb die neigingen. Want die neigingen zijn menselijk. Je wilt het gevoel hebben dat er een grote familie achter je staat, met hetzelfde wereldbeeld. De realiteit is echter dat als je mensen spreekt, je erachter komt dat zij toch heel anders denken en voelen over zaken. Dat is een teleurstelling. Ik denk dat dit niet eens zoveel met politieke filosofie te maken heeft. Mensen zijn gewoon vaak vreemden voor elkaar. Of ze nou ‘een anarchist’, ‘een socialist’, ‘een liberaal’, of ‘een chefkok’ zijn.
Daarom is het misschien beter, om, zoals geloof ik meneer Black het ook zegt, terug naar de basis te gaan. Wat is goed voor mij? Mensen kunnen mij links, rechts, dik, dun, anarchist, socialist, liberaal, hindoeïst, narcist, kunstenaar of acrobaat noemen. Als ik mij maar goed voel, als het maar goed met mij gaat. Dat is het enige dat ertoe doet en dat is ook direct te controleren. Of het goed met mij gaat, daar kan je achter komen. Of ik een ‘echte’ anarchist ben, wie zal het zeggen? Volgens sommige anarchisten, spreek ik ware woorden. Volgens anderen ben ik ’te rechts’, of ’te macho’. Wie heeft er dan gelijk, wie mag die term gebruiken, wie mag bepalen, waar die terminologie voor staat, wie mag zich een anarchist noemen? In principe iedereen. Er zullen geen rechtszaken komen. Er zijn zelfs nationalisten die denken dat ze ‘anarchist’ zijn. Allerlei simpele zielen claimen dat stoere woordje.
Economische modellen vanuit de anarchistische traditie zouden beter in mijn individuele belang zijn. Daarom ging ik die modellen aanhangen. Helaas krijg je het totaalpakket er dan bij. Je krijgt ‘de scene’ en ‘de anarchisten’ er gratis bij.
Om toch maar weer met dat woordje te komen. Als men mij dan politiek zou duiden zou men waarschijnlijk zeggen: hij is een anarcho-individualist, of ‘een individualist’, uit de negentiende-eeuwse Franse en Amerikaanse traditie. Maar net zo goed duid je mij niet. Ik ben niet te duiden. Ik ben meer dan een woord en minder tegelijk.
Nogmaals, ik had interesse in economische modellen, in de vorm van Russisch anarcho-communisme, collectivisme en mutualisme, omdat het mij ten goede zou komen. Niet omdat ik de wereld ‘beter’ wil maken. Niet omdat ik jou wil redden. Nee, alleen omdat zoiets voor mijzelf beter zou zijn. Verder geef ik niets om jouw gevoelens en of jij je veilig voelt en of jij mij zoet genoeg vindt. Verder heb ik geen mening over Zwarte Piet, Pietje Bell, met wie jij een date hebt, of hoe het eten van rijst beledigend is.