In het programma ‘60 Minutes‘, van de Amerikaanse televisiezender CBS werd gisteren een explosief interview uitgezonden met Voormalig adjunct-directeur van de FBI, Andrew McCabe, waarin hij zei dat begin 2017 in de nasleep van het ontslag van de voormalige FBI-directeur James Comey door president Donald Trump, hij en andere FBI-functionarissen de mogelijkheid bespraken om een kabinetssecretaris te rekruteren om de president uit zijn functie te helpen zetten door gebruik te maken van het 25e Amendement van de Grondwet.1
(vertaling van een artikel van John Kiriakou 2, in Consortium News)
McCabe betoogde verder dat plaatsvervangend procureur-generaal Rod Rosenstein aanbood om een microfoontje te dragen, toen hij in de buurt van Trump kwam, om bewijs tegen hem te verzamelen. (Rosenstein ontkent de beschuldiging.) McCabe zei dat de ambtenaren van het ministerie van Justitie dachten dat Trump de rechtsgang zou hebben belemmerd door Comey te ontslaan, en ze vreesden dat Trump op een of andere manier onder de invloed van de Russische regering verkeerde. Uiteindelijk kwam er niets van het plan terecht. Ongeacht iemands gevoelens ten opzichte van president Trump en zijn beleid, is wat McCabe beschrijft niets minder dan een couppoging. Het is iets wat gebeurt in zwakke of ontluikende democratieën, mogelijk na inmenging door de CIA. Het zou nooit in de VS moeten kunnen gebeuren.
Trump heeft lange tijd een gespannen relatie gehad met de FBI, de CIA en andere elementen van de inlichtingengemeenschap. Inderdaad, begin 2017, toen het nieuws van de FISA-verbalen en het Steele-dossier met privéinformatie begon uit te lekken, begon Trump zijn afkeer te tweeten over het nieuws over het aanstaande onderzoek tegen hem, zijn campagne en zijn zakelijke transacties.
The “Intelligence” briefing on so-called “Russian hacking” was delayed until Friday, perhaps more time needed to build a case. Very strange!
— Donald J. Trump (@realDonaldTrump) January 4, 2017
Minderheidsleider van de Senaat Chuck Schumer reageerde vrijwel onmiddellijk en zei: “(De president) is echt dom om dit te doen.” “Dit” moest de inlichtingendiensten, de zogenaamde ‘deep state’, in het openbaar aanpakken. Een paar dagen later verscheen Schumer op MSNBC om zijn waarschuwing aan Trump toe te spitsen en hij zei: “Laat me je dit vertellen als je het tegen de inlichtingengemeenschap opneemt – ze hebben allerlei manieren om je pakken.”
Maar Trump had gelijk. De inlichtingengemeenschap – de FBI, de CIA, de NSA en andere drie-letterige bureaus – zijn te machtig, te diepgeworteld en te goed gefinancierd. En ze hebben veel te weinig toezicht. Ze zijn een bedreiging voor onze democratie, niet de redders ervan. Daarom doet het me pijn te zien hoe de Democraten zich achter hen opstellen om Trump aan te vallen.
Presidenten komen en gaan
Ik was lid van die “deep state” gedurende mijn 15 jaar bij de CIA. Ik kan u uit ervaring vertellen dat het de CIA niet kan schelen wie de president is. Ook de FBI niet. Senior CIA en FBI-functionarissen zitten er al tientallen jaren, terwijl de presidenten komen en gaan. Ze weten dat zij om het even welke president die zij niet mogen, kunnen uitzitten. Op zijn minst zouden ze bij de CIA administratieve besluiten kunnen nemen die een president zouden tegenwerken: misschien voeren ze die riskante operatie niet uit. Misschien richten ze zich niet op die bron op de juiste plaats. Misschien negeren ze de orders van de president, wetende dat na vier of acht jaar hij of zij gewoon zal weggaan.
Erger zelfs, deze zelfde organisaties – de FBI en de CIA – zijn degene die door de jaren heen hebben geprobeerd onze democratie te ondermijnen. Denk aan programma’s zoals COINTELPRO, de operatie van de FBI die Martin Luther King Jr wilde dwingen om zelfmoord te plegen; de infiltratie in vredesgroepen; de inspanningen van de CIA om met Operation Mockingbird de media te controleren; het onwettige spioneren op Amerikaanse burgers door de CIA; de CIA hacking in de computers van de Senate Intelligence Committee; en het wederrechtelijke moordprogramma van het bureau; om er een paar te noemen.
McCabe’s bijna terloopse opmerkingen op ’60 minutes’, dat de FBI actief overwoog om een zittende president af te zetten, zouden reden tot ongerustheid moeten geven. Zet de partijpolitiek even opzij. We hebben het over het afzetten van een zittende president. We hebben het over het dragen van een microfoontje om een zittende president te betrappen die iets zegt, omdat je boos bent dat hij je baas heeft ontslagen. Zelfs het idee is ongekend in de Amerikaanse geschiedenis.
De FBI is volkomen vrij om samenzweringen te onderzoeken. Dat is wat ze zouden moeten doen. Maar ze zouden niet moeten samenspannen om een president af te zetten, hoe gek en beledigend hij ook is. Dat is antidemocratisch en illegaal en het gaat terug tot de slechte oude dagen van de FBI onder J. Edgar Hoover en de CIA vóór de hervormingen van het Church Committee.
Wij hebben een manier om onwelgevallige presidenten af te zetten. Ze heten “verkiezingen.” De FBI zou zich daar eens in moeten verdiepen.
1) Amendement (Amendement XXV) bij de Grondwet van de Verenigde Staten behandelt kwesties met betrekking tot presidentiële opvolging en onbekwaamheid. Het maakt duidelijk dat de vice-president president wordt als de president sterft, ontslag neemt of uit zijn ambt wordt ontheven; en stelt procedures vast voor het vervullen van een vacature in het bureau van de vicepresident en voor het reageren op presidentiële onbekwaamheid. Het Vijfentwintigste Amendement werd op 6 juli 1965 bij de Staten ingediend door het 89e Congres en werd op 10 februari 1967 goedgekeurd. (Wikipedia)
2) John Kiriakou is een vooraanstaande voormalig CIA antiterreurofficier en voormalig senior onderzoeker van de Senaatscommissie Buitenlandse Zaken. John werd de zesde klokkenluider die door de Obamaregering werd aangeklaagd onder de ‘Espionage-Act’. Hij heeft 23 maanden in de gevangenis gezeten als gevolg van pogingen om zich te verzetten tegen het martelprogramma van de Bush-regering.