Eerder deze week was sprake van enige ophef over het toelatingsbeleid van een (vrije) Waldorf Steinerschool in Berlijn.
Het kind van een AfD kopstuk kon niet worden toegelaten. Probleem volgens de AfD-er was zijn functie binnen de extreem rechtse partij; en de verontwaardiging binnen de AfD was groot.
Het is mogelijk dat ook meespeelde dat, door de groeiende populariteit van de Steinerscholen, de school al 100 leerlingen moest afwijzen. Het leverde in ieder geval discussie op over hoe vrij een school mag zijn in haar toelatingsbeleid.
De Vrije scholen zijn bij oprichting zo genoemd om juist aan te geven dat de scholen geen regels van staatswege opgelegd willen krijgen. Dat kan ook inhouden dat ze een eigen toelatingsbeleid hanteren en ouders die de antroposofische denominatie van de school niet onderschrijven kunnen weigeren.
(Dat vrije slaat dus niet, zoals velen denken, op het pedagogisch handelen dat waarschijnlijk onvrijer is dan de meeste mensen veronderstellen.)
Ironisch in dit geval is dat de Steinerscholen zich 20 jaren geleden zelf nog moesten verdedigen vanwege de opvattingen van Steiner over ras. Ondanks dat de school gebaseerd is op Steiners, door helderziendheid verkregen inzichten, doen de scholen hun best om zich te ontdoen van het racistisch kantje in de antroposofische evolutieleer. Of dat ook mogelijk is blijft de vraag, want Steiners opvattingen over de ontwikkeling van de ziel vormen de basis voor het pedagogisch handelen op de antroposofische scholen.
