De gebeurtenissen in Brussel van afgelopen zondag vormen een waarschuwing. Zó sterk zijn fascisten intussen dat ze zich met meer dan vijfduizend supporters tegelijk door de straten van de Belgische hoofdstad kunnen manifesteren. Zó is het effect, als de vijandigheid jegens dat VN-migratiepact – kortweg ‘Marrakesh’, naar de plaats waar over dat pact iets is afgesproken – het handvat is om mensen mee op de been te brengen in een racistische manifestatie. En dít is wat je krijgt als linkse en radicale krachten te zwak zijn om zo’n mobilisatie effectief te dwarsbomen, en zich te zwak voelen om op eigen kracht te vertrouwen: een toegestane nazi-optocht vol geweld, weliswaar tegengehouden door een oproerpolitie aan wie ik de strijd tegen fascisten echter toch maar liever niet zou willen overlaten. Wat is er gebeurd?
Kort geleden sloten een hele reeks landen het zogeheten VN-migratiepact. Racistisch rechts – en dat is helaas breder dan alleen extreem-rechts in de strikte zin – schreeuwde moord en brand. Met dit pact zouden de grenzen open gaan en ‘half Afrika’ – of ‘heel Afrika’, wat maakt het ook uit bij demagogen onder elkaar? – zou naar Europa kunnen komen. In de iets subtielere variant: migranten zouden bij de rechtbank een beroep op ‘Marrakesh´ kunnen doen om in Europese landen een verblijfsstatus af te kunnen dwingen, zodat het vermogen van nationale staten om migratie te beperken en mensen desgewenst uit te kunnen zetten, werd ondermijnd. Heel slecht voor de nationale soevereiniteit en zo. Dat was de Baudet-riedel.
Het is allemaal kwaadwillige onzin, giftige stemmingmakerij vooral. Het VN-pact vat samen wat in nationale wetgeving en internationale verdragen allang is geregeld.(1) Migranten kunnen een beroep doen op geldend recht, op mensenrechten en dergelijke. Niets nieuws onder de zon, alleen wordt het nog eens netjes bevestigd en op een rijtje gezet. Juridisch bindend is het pact niet (2). De verdragen en wetten waar het een soort samenvatting van is, echter wel. Het pact geeft migranten niet wezenlijk meer rechten dan ze al hebben. Het bevestigt en stroomlijnt het repressieve raamwerk waarmee migranten mee geconfronteerd worden, en versiert dat met humanitaire woorden. Racisten kunnen dus gerust zijn. Maar racisten waren niet gerust, ze negeerden de kern en hekelden die humanitaire woorden. Ze roken een kans en begonnen stemming te maken. Met effect. De mars in Brussel getuigde ervan.
Het bepleiten van ‘Marrakesh’ door antifascisten is niet nodig: het betreft hier dus geen breuk met de onderdrukking waarmee migranten te maken hebben. En het is geen serieuze stap naar werkelijke vrijheid van beweging. Maar het is wèl nodig om de rechtse, racistische agitatie tegen het pact tegen te werken. Wat racisten met hun néé tegen ‘Marrakesh’ immers eigenlijk zeggen is dit: ‘Wij willen mínder rechten voor migranten. Wij willen niet dat de rechten die migranten toegekend hebben gekregen, nog eens nadrukkelijk worden bevestigd. We willen eigenlijk die rechten afbreken. Wij willen dat onze regeringen de grenzen effectiever dicht kunnen gooien tegen migranten, dat onze overheidsdiensten makkelijker mensen zonder verblijfspapieren kunnen deporteren, dat Fort Europa en zijn nationale afdelingen effectiever ommuurd worden, zodat het binnen die muren zo wit mogelijk blijft.’
Tegen Marrakesh ageren is hier dus ageren tegen migrantenrechten. Het is een keus voor ongelijkheid, deportaties en racisme. Ja, dat geldt ook voor die Gele Hesjes-actievoerders die de strijd tegen ‘Marrakesh’ promoten als belangrijk thema in hun protesten tegen Rutte: zij manipuleren dat protest in een racistische richting, helaas met aanzienlijk succes. In Brussel konden we zien hoe dit succes er uit kan gaan zien als het vleugels krijgt, en te weinig tegenkrachten ontmoet.
In België leidde de discussie rond het VN-pact tot een regeringscrisis. De rechtse N-VA was tegen het pact, de andere regeringspartijen steunden het. Uiteindelijk belandde die NV-A – een Vlaams-nationalistische partij die het midden houdt tussen de VVD van Dijkhoff en de PVV van Bosma – buiten de regering vanwege haar néé tegen ‘Marrakesh’. Terwijl dit zich voltrok, werd er een ‘Mars tegen Marrakesh’ aangekondigd. Die werd aanvankelijk verboden. Autoriteiten in Brussel “wilden de ‘bruine mars’ en de extreemrechtse uitlatingen tegen het VN-migratiepact weren uit de stad uit vrees voor de veiligheid”. En er zouden ook nog ‘hooligans’ komen. Uiteindelijk zette echter een hoge rechtsinstantie een streep door dat verbod.(3) De fascistensamenkomst, want dat werd het, kon legaal plaatsvinden.
Dat het verbod er niet kwam, zal linkse en antifascistische mensen hebben teleurgesteld. En ja, een racistische demonstratie in het volle daglicht, het is schokkend en verwerpelijk. Maar verbieden van staatswege is geen goede zaak en verdient geen support en aanmoediging van antifascisten. Voor dit standpunt zijn vier argumenten aan te dragen.
Ten eerste schept zo’n verbod ‘uit vrees voor de veiligheid’ een bruikbaar precedent dat de overheid maar al te graag tegen linkse, radicale en antifascistische protesten hanteert. Het is onwijs om de staat de bevoegdheid te gunnen om samenkomsten, manifestaties en demonstraties te verbieden. Het ondermijnt onze eigen gevechtskracht. Het perkt onze autonome ruimte en vrijheid in. En precies die ruimte en die vrijheid hebben we nodig om tegen fascisten te kunnen ageren.
Ten tweede geeft zoiets een gevoel van valse veiligheid: de staat beschermt ons wel tegen het fascisme, we hoeven ons dus niet op eigen kracht en collectieve zelfverdediging te richten. Ja, en dán sta je al snel met lege handen als de staat toch toestemming geeft aan fascisten.
Ten derde plaatst het accepteren van een demonstratieverbod antifascisten en antiracisten in een hypocriete positie. Het ene moment kritiseren we de staat ten scherpste vanwege het vervolgen en deporteren van vluchtelingen en vanwege het onderdrukken van onze acties. Het andere moment roepen wij diezelfde verwerpelijke staat als bondgenoot te hulp. Ik geloof dat we ons uiterste best horen te doen om dit soort inconsistenties te vermijden.
Ten vierde draagt het verbieden van fascistenacties bij aan het imago van uiterst rechts als vervolgde dissidente minderheid die tegen de stroom in moet roeien als ze tegen de ‘elite’ vecht. Daarmee wordt het fascisme aantrekkelijker voor mensen die vage ongenoegens tegen de gevestigde orde koesteren. Zo krijgt het fascisme precies die oppositionele energie die het verschijnsel extra gevaarlijk maakt. Veel beter om die oppositionele energie en die mensen met vage anti-regeringswoede een radicaal en solidair handvat te bieden, zodat die woede niet langs fascistische weg tegen het verkeerde doelwit wordt gericht. Maar een verbod van staatswege drijft die oppositionele energie juist in de armen van fascisten – precies waar ze beter niet kan belanden.
Het verbod kwam er niet, en op zich was dat dus maar beter ook. De mars kwam er wel, en daarmee werd duidelijk hoe effectief het gestook tegen ‘Marrakesh’ was geweest, en hoeveel kracht het fascisme op straat weet te vertonen. Verslagen spreken van 5.500 deelnemers. Het Vlaams Belang, de grootste fascistische organisatie van Vlaanderen – als we de N-VA nog niet tot het fascisme rekenen, hetgeen we misschien maar beter wel kunnen doen… – nam deel, met borden: “Eerst onze mensen” (4), kennelijk een nieuwe variant van het aloude “Eigen volk eerst”. Filip de Winter en Tom van Grieken, allebei prominenten van dit VB, deden mee. Bart Claes, voorzitter van de jongerenorganisatie van de VB, sprak de deelnemers aan de actie toe en riep de premier op tot aftreden. Schild en Vrienden, een gevaarlijke fascistische groepering, was er. Dries van Langen, chef van deze griezelclub, was tevreden en stelde: “we kunnen spreken van een geslaagde opkomst”. Voorpost, ook een fascistische groepering, was ook aanwezig. Het droeg leuzen bij: “eigen volk eerst”, “geen jihad in onze straat”, “wij zijn het moe, grenzen toe” en “linkse ratten, rol uw matten”.(5) Kortom: nationalistisch racisme, anti-moslimisme vermomd als anti-extremisme, een pleidooi voor gesloten grenzen, afkeer van de regering en onverhulde vijandigheid jegens alles wat als links gezien wordt. Een klassiek fascistisch programma, waaraan zowat alleen de openlijke roep om een Sterke Leider nog ontbreekt.
Al snel keerden deelnemers aan de actie zich tegen de politie en begonnen ze met zooi te gooien. De politie schoot traangas af, voerde charges uit en ging flink tekeer tegen de menigte. Flinke straatgevechten waren de uitkomst, straatgevechten van het soort waarbij antifascisten maar beter geen partij kunnen kiezen, want beide partijen zijn onze vijand. Geen medelijden hier met de fascisten en hun aanhang dat zij nu eens ondergingen wat zo vaak linkse mensen en migranten ondergaan, doorgaans met fascistische goedkeuring. Wel afwijzing waar dat politiegeweld mensen die al op de grond liggen, nog eens extra trappen en pepperspray nageeft: het terroriseren van weerloos geworden mensen is altijd verachtelijk, ook als die weerloos geworden mensen verfoeilijk gedachtengoed aanhangen en ten uitvoer willen brengen. Geen enkele steun en waardering voor het politiegeweld, ook niet nu het zich eens tegen onze dodelijke vijand richt.
Hier geldt een soortgelijke houding als tegenover een wettelijk verbod tegen een fascistendemonstratie. Steun aan verbod en politiegeweld is steun aan onze ándere dodelijke vijand: de staat. Hier geldt vooral weer eens dat het spijtig is dat beide strijdende partijen niet gelijktijdig kunnen verliezen. Met daarbij nog de aantekening dat de politiemacht getraind, gewapend en betaald wordt voor haar geweldsuitoefening. Voor de menigte, hoezeer ik de doelen en methoden ervan ook afschuw verdienen, geldt dat niet. Nóg niet, want van het type fascistenactie dat we vandaag zien naar vorming en optreden van paramilitaire, SA-achtige organisaties is de stap niet zo groot. Dat fascistische groepen aan training en bewapening doen, is ook bekend. Maar wat we in Brussel zagen was geen burgeroorlog tussen politie en paramilitair extreem-rechts. Wat we hier zagen was politiegeweld tegen – in dit geval rechtse – demonstranten. Zulk geweld, indien effectief, maakt precies die staatsmacht sterker die haar geweld maar al te graag en te vaak richt tegen links, tegen arbeidersprotest en antifascistische strijd. En het plaatst fascisten in de slachtofferrol waaruit ze vaak zo behendig en zo effectief garen weten te spinnen.
Wat de zaak echter extra wrang en riskant maakt is de acute ernst van het fascistische gevaar. Wat als de politie in Brussel deze fascisten niet had tegengehouden? We weten nog wat er gebeurde toen Duitse politieagenten fascistische meutes niet tegenhielden in de Duitse stad Chemnitz, eerder dit jaar. Gerichte jachtpartijen van nazi’s tegen migranten kregen daardoor de ruimte (7). Ik denk dat het gevaar dat zoiets in Brussel zou zijn gebeurd als de fascistenmars zich voluit had kunnen ontplooien, zeer reëel was.
Dat is echter geen argument om dan maar te leunen op een politiemacht die onze vriend niet is. Het is een argument om, met de hoogste vorm van urgentie, de actieve verdediging tegen fascisten zelf ter hand te nemen. Het is een argument voor een autonome, strijdbare antifascistische beweging van onderop, waarbij de zelfverdediging van migrantengemeenschappen een centrale rol inneemt. Hoe meer we ons verlaten op de staat en haar macht, op verboden en op politiegeweld tegen extreem-rechts, hoe minder prioriteit we geven aan precies het enige antifascistische wapen waar we op kunnen vertrouwen: onze eigen kracht en solidariteit.
Iets van die kracht en solidariteit was in Brussel gelukkig aanwezig. Er was een tegendemonstratie, waar 1000 mensen aan deelnamen(6). Ieder van deze duizend mensen verdient een warme hug en een groot dankjewel. Maar tegenover de 5.500 mensen die in het fascistische kielzog meedemonstreerden, was het tegenwicht dat ze wisten te bieden, volstrekt onvoldoende. Nodig zijn niet alleen grotere aantallen, maar vooral ook de bereidheid om zo’n demonstratie als deze ‘Mars tegen Marrakesh’ ook daadwerkelijk te frustreren, te dwarsbomen, te blokkeren met grote aantallen vastbesloten menselijke lichamen.
Want nee, fysieke confrontatie met fascistische menigten is niet het enige wapen tegen de groeiende dreiging. Discussie is nodig, publieke stellingnames en argumentaties tegenover de racistische onzin en hatelijke vuilspuiterijen. Organisatie, zelforganisatie, is nodig in een sociale strijd die hoop biedt op verbetering voor mensen aan de onderkant, zodat de wanhoop en de haat waar nazi’s op parasiteren, zo min mogelijk vat op mensen krijgt. Actieve solidariteit is nodig, met migranten en vluchtelingen en vooral ook van migranten en vluchtelingen onderling. Maar zonder de bereidheid tot fysieke confrontatie met fascisten zou het extreem-rechtse gevaar wel eens zeer, zeer moeilijk te keren kunnen zijn.
Noten:
1 Zie onder meer: “Migratieverklaring Marrakesh: wat staat erin?” NOS, 15 november 2018, Pieter Stockmans, “10 redenen voor het parlement om het migratiepact te steunen”, MO, 3 december 2018 en Ann de Boeck, “Professor Coolsaet: ‘5 van de 6 slogans uit controversiële N-VA campagne zijn onwaar’”, Het Laatste Nieuws, 4 december 2018
2 Ten overvloede, zie: “Kabinet: Marrakesh-pact niet bindend, geen juridisch pressiemiddel”, NOS, 30 november 2018
4 “Politie Brussel grijpt hard in bij mars tegen VN-migratiepact”, Nu.nl, 16 december 2018 (foto vijf bij het artikel)
5 Namen en citaten gebaseerd op in noot 3 genoemde artikel.
6 Zie ook het in noot 3 genoemde stuk.
7 Zie bijvoorbeeld “In het Duitse Chemnitz lopen neonazi”s naast bezorgde burgers”, Nu.nl, 3 september 2018