De grote staking in het streekvervoer en de solidariteit

Vandaag hebben grote aantallen buschauffeurs, en her en der ook treinmachinisten, het werk neergelegd. De stakerseisen zijn rechtmatig, en omdat de ondernemers weigeren aan die verlangens adequaat tegemoet te komen, staakt het boze personeel. Het is te hopen dat de stakers winnen en daarmee laten zien dat strijd loont, zowel figuurlijk als ook zeer letterlijk.

Met deze staking zetten deze mensen eisen (1) kracht bij die meer dan redelijk zijn. “ Buschauffeurs eisen onder meer een loonsverhoging van 3,5 procent, maatregelen om de werkdruk te verminderen en elke tweeënhalf uur een (plas)pauze” (2) Arbeiders van de betrokken OV-bedrijven willen dus compensatie voor het zware werk dat ze doen. En ze willen maatregelen om dat werk iets draaglijker te maken. En ze verlangen maatregelen tegen de steeds hoger opgelopen werkdruk. Van grote, en meer dan symbolische betekenis is bijvoorbeeld de eis om naar het toilet te kunnen indien noodzakelijk: een plaspauze per twee en een half uur. Nog steeds niet overdadig, maar kennelijk beter dan de gang van zaken nu. Niet naar de wc kunnen als je hoognodig moet is één van de grootste `kleine ongemakken´die je je kunt indenken. Maar zelfs vanwege een plaspauze krijgen buschauffeurs dus gezeik met hun baas.

De staking is de meest recente ronde in een al maanden aanslepend conflict. Op 4 januari was er al een landelijke busstaking vanwege dezelfde eisen. Op 30 april en 1 mei volgde een tweede in de reeks. Daarna waren er een reeks regionale stakingsacties in het streekvervoer, op 26 maar bijvoorbeeld in Drenthe, Groningen, West-Brabant, het Gooi en Utrecht. Een FNV-verklaring legde uit: “vanwege de veel te krappe roosters hebben chauffeurs zelfs geen tijd om te plassen. Volgens werkgevers moeten chauffeurs daarom maar minder drinken. De chauffeurs gunnen de mensen in Amersfoort wel een goede gezondheid en delen daarom water uit.” (3) Als het klopt dat het management chauffeurs aanmaant om weinig te drinken zodat ze minder vaak naar de wc moeten, is dat zeer ernstig. Te weinig drinken op warme dagen is niet alleen onaangenaam, het is zeer ongezond en kan gevaar opleveren. Ook voor reizigers. Als een chauffeur onwel wordt achter het stuur, is de ellende niet te overzien. Sowieso is het afremmen van plaspauzes door de bedrijven een ontmoediging om voldoende te blijven drinken. Het is een teken dat de staking voor plaspauzes in het belang is van chauffeurs en reizigers tegelijk. Het is slim van de vakbonden dat ze vooral dat punt breed uitmeten, het is een punt dat echt iedereen, ook de meest ongeduldige reiziger die wacht op een bus die maar niet komt, kan snappen.

Iets minder slim vind ik de strategie van de regionale stakingen zelf. Het haalde de vaart uit de strijd, het gaf bedrijven de tijd zich steeds beter voor te bereiden om de inzet van werkwilligen om stakingen te breken. Na een ééndagsstaking in januari en een tweedaagse staking in april/mei zou het inzetten van een driedaagse staking, of gewoon een staking voor onbepaalde tijd, meteen een goede escalatie zijn geweest. Die stap is nu gelukkig gezet: de christelijke vakfederatie CNV heeft haar leden opgeroepen drie dagen te gaan staken, de vakfederatie FNV roept haar leden voor onbepaalde tijd tot staken op. Hopelijk komt de vaart daarmee terug in de strijd, en bezwijken de vervoersondernemers voor de druk.

Daar lijkt het echter nog niet op. In Utrecht heeft de busmaatschappij haar best gedaan om strategische lijnen – naar het ziekenhuis en dergelijke met een iets uitgeklede dienstregeling gaande te houden. Dat zou publicitair gunstig zijn voor het bedrijf, en het verlammende effect van de staking uithollen. Maar mensen hebben lang staan te wachten op lijn 12 die maar niet kwam, dus de opzet is gelukkig mislukt (4).

Her en der slagen de busbedrijven er in om `werkwilligen´ aan de slag te krijgen – stakingsbrekers dus – te vinden en bussen uit te laten rijden. Soms leidt dat tot confrontatie met stakers, en tot inzet van iets militanter strijdmiddelen van stakende buschauffeurs. In Utrecht bijvoorbeeld. “Aan het begin van de dag was er nog een klein opstootje bij de busremise aan de Europalaan, tussen stakende buschauffeurs en de chauffeurs die wel wilden rijden vandaag. De stakers blokkeerden de bussen. Uiteindelijk konden deze na een woordenwisseling tussen de chauffeurs alsnog uitrijden.” (5) Soortgelijke dingen zien we op andere plaatsen. “In Valkenswaard is een particuliere auto zo geparkeerd in een bocht dat particulier vervoer er wel langs kan, maar dat de bus er geen draai kan maken. In Zoetermeer en Heinenoord zijn bussen aan de poort geblokkeerd door er voor te gaan staan of er vuilnisbakken neer te zetten.”(6) Dat mag vast niet zoals in ondernemerskring wordt geroepen. Maar zonder dat verbod te trotseren krijg je deze staking niet effectief. Het is goed om te zien dat stakers dit soort radicaler initiatieven nemen om hun strijd te verdedigen tegen de ondermijning van de solidariteit die steeds op de loer ligt. Overigens weten we strikt genomen niet of die auto in Valkenswaard wel iets met de staking te maken heeft. Maar het heeft er wel veel van weg.

Dat sommige buschauffeurs niet willen staken, is overigens niet vreemd. Wie staakt als vakbondslid, krijgt vanuit de bond weliswaar stakingsvergoeding. Maar die zit ruim onder het loon dat stakers mislopen door het werk neer te leggen. Bij een staking die langer gaat duren, gaat dat aantikken. Een buschauffeur die desondanks mee staakt legt uit: “Voor de meesten die niet meestaken is dat een geldkwestie. We krijgen een vergoeding van zes tientjes per dag, maar op een normale werkdag verdienen we soms 130 euro. Niet iedereen kan dat geld missen. Ik eigenlijk ook niet. We staken voor onbepaalde tijd; daarmee weet ik nu al dat ik aan het eind van de maand in de financiële problemen kom.” Dat zoveel chauffeurs deze aanzienlijke inkomstenderving ervoor over hebben en staken, laat zien hoe diep de woede wel degelijk zit. Dat achtergebleven loon, die plaspauzes, maar er speelt meer. “Door de leiding van het bedrijf worden wij geïntimideerd, men wil ons bijvoorbeeld vakantiedagen laten opmaken als we te lang ziek blijven. Vooral uit protest hiertegen zit ik vandaag niet op de bus.” Deze staker wijst ook op het hoge ziekteverzuim, waardoor diensten uitvallen, “en daar zijn de passagiers uiteindelijk ook de dupe van.” (7)

Van ondernemerskant is het natuurlijk ook een geldkwestie. Meer loon geven ze niet graag, want de winstgevendheid hangt onder ander af van zo laag mogelijke loonkosten. Plaspauzes zijn stukjes vrije tijd die wordt doorbetaald, en dat doen ondernemers ook niet graag. Maar er is meer. De maatregelen rond werkdruk, waaronder de zaak van de plaspauzes, roept de vraag op: wie controleert naleving? Is een toezegging van het bedrijf wel betrouwbaar? Heeft het personeel een middel om af te dwingen dat managers geen loopje nemen met werktijden en chauffeurs onder druk zetten voorbij afgesproken grenzen? Daarachter doemt de vraag op: wie maakt op de werkvloer precies de dienst uit? Nog fundamenteler: wat geeft de doorslag: de persoonlijke autonomie van de chauffeur die zegt: `Ik moet, nú!´of de managers die zeggen: `blijven rijden, blijven rijden!´?

Managers en directies hebben aan één ding minstens zo ´n hekel als aan kostenverhoging, en dat is: verlies aan controle. Over geld valt met ondernemers vaak nog te praten als ze stevig onder druk staan, over zeggenschap op de werkvloer vaak veel minder. Zeggenschap op de werkplek door de vakbond namens het personeel is al erg genoeg, zeggenschap van het personeel zelf? Ondenkbaar in ondernemersogen! Dit conflict gaat over dit soort zeggenschap, op een ogenschijnlijk onbeduidend maar zeer wezenlijke manier. Wie maakt uit wanneer je mag plassen? Jij? Of je baas? In die zin is zelfs het vaker toekennen van een toiletpauze nog ontoereikend. Je mag dan weliswaar vaker, maar nog altijd niet wanneer je dat zelf nodig vindt. Maar het hele issue van die pauzes wijst in de richting van die aloude kernvraag: wie heeft het voor het zeggen op de plek waar jij werkt? Dat maakt dit soort stakingen zo machtig interessant voor iedereen die de macht van de kapitalistenklasse zelf ziet als een vijandige macht.

Daarmee kom ik toe aan een groot, wringend raadsel. Iedereen spreekt over deze grote staking. De NOS, de kranten, de al dan niet gestrande reizigers en ga zo maar door. Iedereen…. behalve linkse en radicale groeperingen! Terwijl buschauffeurs laten zien dat heel het raderwerk stil komt te liggen als machtige arbeidersarmen dat willen, laten de propagandisten van die machtige arbeidersarmen het zo goed als afweten. Ik hoor ze althans nauwelijks, al die marxisten, linkse socialisten en anarchosyndicalisten en anarchocommunisten die op andere momenten zo zeker menen te weten dat arbeidersstrijd tegen de kapitalisten een bevrijdende hefboom tot verandering kan zijn. Is er eens serieus arbeidersstrijd, en dan geven we niet thuis. Ja, `we´, want als anarchocommunist ben ik één van die nalatige mensen. Terwijl één van de grote hiërarchieën van deze maatschappij – de kapitalistische bedrijfshiërarchie van directies en managers via voorlieden naar arbeiders – in een belangrijke bedrijfstak wordt uitgedaagd door degenen die eronder gebukt gaan, zwijgen diegenen die van het uitdagen van iedere hiërarchie hun levenswerk hebben gemaakt. Ik hoor ze althans hierover nauwelijks, die anarchisten in hun diverse variaties. In ónze diverse variaties, om precies te zijn want ik ben één van hen. En ook ik heb aan de busstaking lang niet de aandacht besteed die deze staking zo overduidelijk verdient. Is er eens een keer revolte op omvangrijke schaal tegen een stuk kapitalistische autoriteit en uitbuiting, en dan geven we niet thuis. Het is niet oké.

Dat kan dus maar beter veranderen. Deze staking doet er toe. Ze demonstreert de kracht van de solidariteit en van de stevige actie. Ze kan worden gewonnen, als de druk verder wordt opgebouwd. Ze kan worden gewonnen, als radicale initiatieven om de staking daadwerkelijk effectief te maken en de inzet van stakingsbrekers te blokkeren, verder worden verspreid. Ze kan worden gewonnen met maximale inzet van stakers zelf én van iedereen die hun kant kiest. Ze kan worden gewonnen met solidariteit. Ze zal worden verloren als de druk beperkt blijft, als stakers afzien van steviger middelen en keurig alle vakbondsprotocollen volgen en zich te allen tijde aan de wet houden terwijl ondernemers het zo nauw niet nemen en overgaan tot intimidatie en het organiseren van stakingsbrekerij.

Linkse en radicale mensen horen te doen wat ze kunnen om de staking te helpen winnen. Het allerminste wat we kunnen doen, is luid en duidelijk laten zien en horen aan welke kant we eigenlijk staan.

Noten:

1 FNV, “ Op naar een nieuwe CAO”

2 Tom van der Meer, Vanaf vandaag zeker drie dagen geen bussen, chauffeurs staken” , Brabants Dagblad, 27 juni 2018

3 “`Meeste buschauffeurs geven gehoor aan stakingsoproep´ `, Nu.nl, 26 mei 2018

4 Maarten Vandenbosch, “ Busstaking: veel reizigers op de hoogte, maar lijn 12 komt niet” , Utrecht Nieuwsblad 27 juni, 2018

5 Zie noot 4

6 Sebastiaan Quekel, “ Passagiersbus expres geblokkeerd in Valkenswaard, werkgever constateert `intimidatie tegen chauffeurs´” , Eindhovens Dagblad, 27 juni 2018

7 Zie noot 4

1 gedachte over “De grote staking in het streekvervoer en de solidariteit”

  1. Pingback: De pot op met je geprivatiseerde streekvervoer | Krapuul

Reacties zijn gesloten.