De herdenking op de Waalsdorpervlakte

Tijdens de twee minuten stilte keek ik bij voorkeur altijd naar de herdenking op de Waalsdorpervlakte, omdat dat vroeger de enige herdenking op televisie was en dat als gevolg voor mij dè herdenking was geworden. Die toestanden op de Dam moet ik niet, met die modernistische dissonante arrangementen, gespeeld door een of ander orkest, en allerlei prominenten die in beeld moeten. Ik vond de Waalsdorpervlakte altijd veel authentieker.

Maar de uitzending van de herdenking op de Waalsdorpervlakte, niet de gebeurtenis zelf, is ook ten prooi gevallen aan verdomming en verkitsching in de loop der jaren, om nog maar niet te spreken over die belachelijke kwestie van te dikke klokkenluiders laatst.

Vroeger was het een kwartier lang alleen die klok, dan de taptoe – ook wel bekend als The Last Post – op trompet (hier staat overigens een interessante toelichting daarop), dan de twee minuten stilte en dan weer klokgelui. Een serene, ingetogen aangelegenheid. Daar komt mijn indruk vandaan, die ik als jongen kreeg.

Mijn moeder herinnerde ons er dan wel eens aan dat een van onze grootvaders, namelijk die aan vaderszijde, ook gevallen was in de oorlog, om de plechtigheid van het moment tot ons door te laten dringen. Verreweg de meeste verhalen van mijn vaders familie ken ik via mijn moeder. Mijn vader zelf sprak daar niet vaak over.

Mijn grootvader verhuisde in de vroege jaren twintig van vorige eeuw naar Nederlands-Indië, om daar als scheepswerktuigkundige in de baggerindustrie te gaan werken, en daar is mijn vader – op Java –  geboren.

Mijn grootvader was weliswaar een intelligente en naar zeggen humorvolle man, maar ook een alcoholist met een kwade, agressieve dronk. Reden waarom mijn grootmoeder in 1933 met de kinderen definitief terugkeerde naar Den Haag. Grootvader bleef achter op Java. Ze bleven wel getrouwd, en hij is nog één of twee keer naar Nederland gekomen. Ook schreef hij regelmatig naar zijn zoons.

Op 1 maart 1942 vielen de Japanners Java binnen, en mijn grootvader, op dat moment te Soerabaya verblijvend, kreeg het volgens een schrijven dat mijn vader na de oorlog ontving al gauw aan de stok met een paar Japanse soldaten omdat hij ‘zich onvoorzichtig uitgelaten en ondoordacht gehandeld had’, en werd vervolgens dermate afgetuigd dat hij het niet overleefd heeft. Of je dat ‘gevallen’ moet noemen kun je je afvragen, maar hij is wel opgenomen in het officieel register van oorlogsslachtoffers. De pastoor die de brief aan mijn vader schreef had het van horen zeggen, maar wel van verschillende kanten.

Hij heeft nog het plan gehad naar Australië te ontsnappen per vliegtuig of schip (hij kon auto- en motorrijden, was zoals genoemd scheepswerktuigkundige en had een vliegbrevet), maar dat is er dus niet meer van gekomen. Pas na de bevrijding kregen mijn vader, zijn moeder en broer te horen dat mijn grootvader overleden was.

Onder andere hier denk ik meestal wel even aan bij de herdenking. Kon je je vroeger in gedachten laten wegzinken bij slechts het gelui van de klok, nu zit er een mens doorheen te beppen over volslagen irrelevante details. Vervolgens komt de trompet. Maar dat is dus niet meer die doffe, gortdroge trompet zoals die in de buitenlucht klinkt, en die precies de goede toon raakt, maar sinds enige jaren een of andere opname van een trompet in de studio’s van RTL4 met nagalm. Nagalm, in de duinen…

Volgend jaar ben ik geloof ik gewoon maar twee minuten stil zonder die achterlijke TV.