De la misère au milieu anarchiste

Het Ierland Comité, dat hier in het voorbijgaan wordt genoemd, is nooit goed van de grond gekomen. Als ik het mij goed herinner (ja, ik moet mijn archief eens op orde maken) zijn er drie nummers verschenen van het Ierland Bulletin, waarvan een met een vertaling van een artikel van het Sunday Times Insight Team over Bloody Sunday, 30 januari 1972 in Derry. Veertien mensen die tegen internering zonder proces demonstreerden waren doodgeschoten door Britse soldaten. De Sunday Times zag af van publicatie. De envelop waarin ik een afschrift van het verslag ontving was opengewerkt, maar de inhoud was er nog. Joris Bakker van het Nederlands Instituut voor Vredesvraagstukken, spreker op een avond van het Ierland Comité, was ontevreden over mijn vertaling en wilde graag het origineel zien. Ik heb het hem opgestuurd en het is nooit aangekomen. Een kopie heb ik niet gemaakt. Het was een merkwaardig optreden van “de Dienst” want Ierland Bulletin nr.2 lag in de winkels – dat kon toen zomaar nog… Slecht vertaald (het was haastwerk en ik had nog weinig of geen ervaring) of niet, het was beschikbaar.

Het comité dreef in hoge mate op de Amsterdamse afdeling van de Federatie van Vrije Socialisten (FVS), de organisatie van anarchisten in die tijd. Iemand van het Centrum voor Geweldloze Weerbaarheid deed mee en er liepen wat losse mensen in rond. Met het nieuwe jaar 1973 besloot ik met een medelid het blad om te zetten in een ruimer bulletin over repressie en het verzet ertegen in Europa, Repressie Revue geheten vanwege de allitteratie. Het Ierland Comité hield op te bestaan. Later in het decennium zou er een gelijknamig comité opgericht worden dat misschien meer aandacht kon genereren maar dat zeker ook in de warme aandacht van De Dienst stond. Maar dat valt weer buiten het bestek van dit verhaal.

Bij de oprichting van het comité waren enkele Ieren in Amsterdam betrokken. Een van hen had deel uitgemaakt van de tweepersoonsclub Actiegroep Socialisme. Het stel dat uit elkaar gevallen was had deze enkeling achtergelaten.
Het was niet moeilijk te missen dat een van de leden van de Amsterdamse FVS deze Ierse man onderhield. Hij had een goedbetaalde kantoorbaan dus hij kon het missen. De Ierse man verbleef illegaal in Amsterdam, in de loop van dit verhaal worden Verenigd Koninkrijk en de Free State lid van de EEG, maar of dat de illegaliteit minder moeilijk maakte? Dat die betaling niet zomaar vrijwillig bleek kreeg ik te horen toen zij twee weken uitbleef en Ierse Man op een houtje moest bijten. Via mij een beroep moest doen op het Fonds voor Internationale Solidariteit, verbonden aan de FVS, een fonds dat trouwens per nummer statutair het batig saldo van Repressie Revue kreeg. (Dat kon zomaar).

Ierse Man (ik noem geen namen in deze geschiedenis) vertelde mij hoe het kwam dat hij gemainteneerd werd. Degene die hem onderhield had samengewoond met de jonge vrouw die de helft van de Actiegroep Socialisme uitmaakte. Op een kwade dag (voor hem) liep zij over naar Ierse Man, van wie beiden wisten dat hij verbonden was aan de IRA. Dan wordt het verhaal pas echt vies: achtergelatene stuurt jaloers de politie af op het nieuw-samenwonende stel. Ierse Man wordt opgepakt, ontsnapt evenwel bij een gelegenheid, vlucht naar Amsterdam met Nederlands lief en komt in Amsterdam zijn verlinker tegen. Die participeert in het Iers Solidariteits Komitee en later in het Ierland Comité. Het is makkelijk chanteren, hoewel van twee kanten dus. Als FVS-lid Ierse Man nogmaals verlinkt zullen diens Ierse maten hem wel weten te vinden.

De kameraad die over het Fonds voor Internationale Solidariteit ging heb ik verteld hoe de vork in de steel zat en hij accepteerde niet dat iemand die iemand anders bij de politie had aangegeven zomaar bij de anarchisten rondhing. Op een prominente plaats. Hij beriep een vergadering hierover, waarbij zinnen vielen als “Wat zou jij doen als je n***vriendinnetje je zou worden afgenomen?” Ik wist niet wat ik meemaakte – het is de eerste keer dat ik het opschrijf en ik ben nog steeds ontsteld.
Ik stapte uit de FVS maar wilde de Repressie Revue behouden. Die werd inmiddels niet meer in koffiebar/actiecentrum Roodmerk gedrukt en opgemaakt, maar degenen die dit op zich hadden genomen lieten het na een nummer alweer afweten.
Als een zombie (zo voelde het) ben ik bij de FVS teruggekomen, innerlijk al afstand genomen hebbend. Toch lagen er nog flinke acties in het verschiet, in verband met de staatsgreep in Chili, Griekenland en de wurging van Salvador Puig Antich. Repressie Revue heb ik met andere mensen samengesteld en uitgegeven en het is een zachte onopvallende dood gestorven onder de naam Vrijheid. Maar toen was ik echt weg bij de FVS. De eigen stencilmachine voor het blad is bij het verzet in Chili terechtgekomen, een waardige bestemming.

Bij de FVS Amsterdam vond men het wel nodig te simuleren dat men Solidair was, en dus een Eigen Tijdschrift onder de naam Solidariteit moest uitgeven. En mij werd verteld dat ik eigenlijk tegen de muur gezet had moeten worden wegens verraad aan De Partij, maar ja, de situatie was momenteel niet revolutionair. Mensen van de FVS waren naar eigen zeggen betrokken bij Revolutionair Volksverzet Nederland, dat van plan was zich te oefenen in liquidaties (die nog steeds niet hebben plaatsgevonden overigens).

*

Iets van vorig jaar. Laat ik mij aan de zelfopgelegde regel houden geen namen te noemen, dat is altijd beter.

Had ik u dat al eens verteld, dat ik in vertrouwen werd genomen over de heldendaden van Revolutionair Volksverzet Nederland? Om indruk op mij te maken en mij te werven voor hand- en spandiensten voor deze effectieve Organisatie Die Tenminste Iets Deed kreeg ik een van hun heldendaden te horen: het opblazen van ITT *) in Culemborg. Ja, dat was uit het nieuws gehouden, te pijnlijk voor De Staat.

Werkelijk indrukwekkend klonk het. In die dagen functioneerde het Actueel Documentatie- en Informatiecentrum van de Openbare Bibliotheek in Amsterdam, een idee van oud-Provoraadslid Irène van de Weetering die er vaak zelf over waakte. Hier kon men de Bedrijven ABC’s raadplegen, zeer handige overzichten van waar de klassevijand allemaal gevestigd was, hoeveel personeel ze hadden, de opperbazen, eventueel of het bedrijf beursgenoteerd was. Ik heb er bij economisch onderzoek heel wat aan gehad.
En in dit geval was het handig om te kijken hoe groot de ramp voor ITT was geweest, daar in Culemborg.

Er was een namenregister en een register op vestigingsplaats. En wat denkt u? In 1972 was er een autoverhuurbedrijf Avis RentACar in Culemborg, dat wel. Een brandje daar klinkt toch al minder spectaculair dan “ITT Culemborg”, ook al was Avis deel van dit concern (net als Nobosprits, in die tijden).

Maar helemaal bevreemdend was dat wat jaren later iemand in de Haagse Post wist te melden dat Revolutionair Volksverzet Nederland ITT Culemborg in de as had gelegd en dat dit wapenfeit buiten de publiciteit was gehouden. Vreemd evengoed dat die journalist dat nu wel wist, nietwaar? En het zegt iets over die Haagse Post, waar men geen hoge journalistieke eisen stelde, vooruitlopend op de praktijk elders (“De Nieuwe Journalistiek” moet het in eigen termen geheten hebben, maar dat zeiden ze zo niet).

Van iemand die er gewoond heeft heb ik gehoord dat branden in Culemborg bijna wekelijkse prik waren en dus op den duur geen nieuws opleverden. Maar ja, dat was het verhaal van Revolutionair Volksverzet Nederland niet.
“Alles, alles heeft hij opgeblazen. Alles, tot zichzelf aan toe”.

—-
*) Waarom ITT zullen sommigen uwer vragen. Welnu, het betreft hier een VS-conglomeraat dat zich niet alleen bezighield met telefonie, maar ook bijvoorbeeld – net zo gemakkelijk, zo werkt het kapitalisme – met het fabriceren van bommenwerpers voor nazi-Duitsland. Het concern was betrokken bij de staatsgrepen van fascistische militairen in Brazilië (1964) en Chili (1973).

1 gedachte over “De la misère au milieu anarchiste”

  1. Pingback: Geknipte en geschoren appelen: “stichtingsbestuur” drukt zijn anarchisme desnoods door met behulp van de politie | Krapuul

Reacties zijn gesloten.