België is door ’t Europees Hof voor de Rechten van de Mens meermaals op de vingers getikt voor de mensonterende manier waarop ’t omgaat met geïnterneerden. In rapporten werd gewag gemaakt van foltering en vernederende behandeling. De kat werd de bel aangebonden en geïnterneerden werden zoveel mogelijk uit de gevangenis gehaald en overgeplaatst naar voorzieningen waar zij gepaste psychiatrische hulp zouden ontvangen. ’t Gaat om mensen die criminele feiten pleegden maar ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard en dus niet in de gevangenis thuishoren.
Er beweegt wel wat. Na een Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent, kwam er ook één in Antwerpen, en sinds 2016 is er ook Levanta, de high risk-behandeleenheid van PC Sint-Jan Baptist. Levanta is van het Spaanse Levantar: oprichten, omhoog brengen, opbouwen.
Wanneer we de aankondiging lezen voor de vierde aflevering van Cathérine krijgen we nochtans de indruk dat we regelrecht naar de diepste krochten van het ondermaanse worden geleid. De aankondiging liegt er niet om: Cathérine ontmoet de meest agressieve dames van België. En dan verder nog iets over gruwelijke feiten en psychopathische eigenschappen.
Niets over wat het geïnterneerdenstatuut inhoudt, niets over de talrijke veroordelingen door het Europees Hof. Het gaat om “gevaarlijke vrouwen met psychopathische trekjes”. De toon is gezet. Een man verwelkomt Cathérine met een onheilspellend: “Alles verloopt rustig. Voor het ogenblik …” De spanning stijgt en tv-kijkend Vlaanderen wordt uitgenodigd Cathérine te volgen in haar heldhaftige confrontatie met vrouwen die haar klaarblijkelijk wel eens zouden willen wurgen – enfin, ‘stranguleren’ – met haar eigen sjaal.
Een beetje beduusd geeft de onderzoeksjournaliste het kleinood dan maar af aan het onthaal. Haar leven is haar lief, zoveel is duidelijk. Gelukkig krijgt ze ook een alarm mee, net als haar cameraploeg: want “ze zullen niet kiezen; die wel of die niet”. De kans dat er koppen gaan rollen, lijkt reëel. Op de achtergrond klinkt een muziekje dat het ‘Einde der Tijden’ lijkt aan te kondigen. Vervolgens wordt het kloekmoedige onderzoeksteam voor de leeuwen gegooid.
Wat we te zien krijgen, is op zich beschouwd niet meer dan wat we zouden te zien krijgen in een doodgewone psychiatrie. Mensen roken, mensen komen soms wat moeilijk uit hun woorden, mensen tellen de dagen af, en af en toe ontsnapt aan iemand een zielenschreeuw.
Dat laatste geeft echter aanleiding tot algehele paniek. Alarmen loeien en een tiental verzorgers haast zich wat onbeholpen naar de plek des onheils om er het gevaar in de kiem te smoren. Daar krijgen wij als kijker verder niets over te zien of te horen, maar ik kan een gedachte aan kanonnen en muggen nauwelijks onderdrukken.
Verder gedragen deze dames zich voortreffelijk, en daarover ontstaat enige verwondering. “Nu zijn ze rustig en vriendelijk, maar daar heeft de camera wellicht alles mee te maken”, zo tracht een voice-over het reële gevaar op een ineenstorting van de kijkcijfers af te wenden op dit anticlimactische moment. Het betreft wel degelijk zeer agressieve vrouwen, laat ons daar duidelijk over zijn. “Agressief”, een woord dat na amper tien minuten uitzending al tien keer is gevallen. Het zou bij een kritisch kijker de indruk kunnen wekken dat de makers van dit programma enige stemmingmakerij niet schuwen. Gefascineerd zit ik echter deze rit verder uit. Een aantal archaïsche dwangmethoden passeren de revue. De buikgordel, de afzonderingskamer. Giechelend laat Cathérine zich fixeren; er wordt nog wat geschertst over jeukende neuzen en bedpannen.
Wanneer de geïnterneerde dames tijdens de gesprekken die volgen iets kwijt willen over zielenroerselen, zelfmoordpogingen, over spijt en gemis, worden zij schaamteloos teruggebracht naar wat de kijker geacht wordt het meest te interesseren: “Zeg Tiffany, jij hebt zo’n groot litteken op je hoofd, hoe komt dat?” “En die keer dat je hier iemand hebt geslagen, was die dan erg gekwetst?” “Wanneer is de laatste keer dat je hier nog een incident hebt gehad?”
Tiffany vertelt over een zelfmoordpoging twee weken geleden en hoe ze toen naar afzondering is gebracht. “En waarom heb je dat dan gedaan?” Omdat ze het hier niet meer aankan, luidt het antwoord. Cathérine knikt en wordt er stil van. Ik word er stil van. Het is tijd om stil te worden. Een melodramatische cover van Mad World draagt het geheel ter ziele en we zijn terug bij af: mensen roken, mensen tellen de dagen af, mensen spreken over gemis. It’s a wrap.
Ik kan alleen maar besluiten dat de vierde aflevering van Cathérine op zowat alle vlakken een gemiste kans is geweest. Wat we zagen stigmatiseert de meest kwetsbaren onder ons ten behoeve van de veronderstelde sensatiezucht van Jan Modaal, die maar wat graag onderuitzakt om zich ietwat voyeuristisch te verlekkeren op de verdiende loon van agressieve dames.
Wat we zagen ging doelbewust voorbij aan de complexiteit van psychische moeilijkheden en de precaire situatie van geïnterneerden in België. Het schandaal wordt toegedekt door het gewelddadige karakter van de dames tot in den treure te onderlijnen.
Maar de reportage toont misschien in de eerste plaats nog een cyclus van geweld. Het is niet therapeutisch en niet menselijk iemand twintig dagen vast te binden op een tafel. Het is niet therapeutisch en niet menselijk iemand elk sociaal contact te ontzeggen gedurende meer dan een maand. En twintig pillen per dag krijgen om ‘ietwat normaal’ te functioneren, daar moeten vragen bij gesteld worden. En het is niet verwonderlijk dat die vrouwen al eens kwaad worden, al dan niet met behulp van dat ene handje dat uit de buikband mocht.
Het moet duidelijk zijn: het gaat hier in de eerste plaats om mensen met psychische moeilijkheden, niet om criminelen. Na het bekijken van Cathérine kan ik enkel besluiten dat de toestand van geïnterneerden in België nog steeds beschamend is. Na het bekijken van Cathérine vraag ik me af of iemand nog wakker ligt van journalistieke deontologie.
De journalistiek heeft de kans, de mogelijkheid, het privilege mensen te sensibiliseren over maatschappelijke pijnpunten. Het privilege om een opstap te zijn naar een inclusieve samenleving, waarin ook de meest kwetsbaren onder ons kunnen worden gehoord. Iemand heeft zich hier van die taak ontslagen ten koste van mensen in zeer penibele omstandigheden. Dat is bedroevend.
– Eerder verschenen bij dewereldmorgen.be