In slechts een paar weken tijd zijn meer dan 530.000 Rohingya de noordelijke staat Rakhine in Myanmar ontvlucht. Het leger en de politie van Myanmar maakt zich daar schuldig aan wijdverspreide en systematische moord, verkrachting en brandstichting. In haar meest gedetailleerde rapport sinds het begin van crisis beschuldigt Amnesty International Myanmar van misdaden tegen de menselijkheid.
In het rapport staat beschreven hoe de veiligheidstroepen van Myanmar een systematische, georganiseerde en nietsontziende campagne voeren tegen de Rohingya-bevolking. Het geweld komt als antwoord op de aanslagen op dertig politieposten door een gewapende Rohingya-groep op 25 augustus.
Tientallen ooggetuigen van de ergste gewelddadigheden noemden steeds dezelfde eenheden: de Myanmar Army’s Western Command, de 33rd Light Infantry Division, en de Border Police Guard.
‘In deze goed georganiseerde campagne neemt het leger van Myanmar op wrede wijze wraak op de gehele Rohingya-bevolking van het noorden van de staat Rakhine, in een poging hen permanent het land uit te drijven. Door deze gruwelijkheden wordt de ergste vluchtelingencrisis in tientallen jaren in deze regio alleen maar erger,’ zegt Tirana Hassan, hoofd van Amnesty’s Crisis Response team.
Het leger van Myanmar kan deze ernstige schendingen niet zomaar in de doofpot stoppen door het aankondigen van een intern schijn-onderzoek. Het hoofd van het leger, senior generaal Min Aung Hlaing, moet onmiddellijk actie ondernemen om te zorgen dat zijn troepen stoppen met het schenden van mensenrechten.’