Het regeerakkoord is er, het zal je niet zijn ontgaan. Het is weer een ware goudmijn geworden, een inspiratiebron voor boze bloggers. Dat hoort bij het genre. Maar ik zal me beperken. Sommige zaken springen er uit en vragen aandacht.
1.
Het eerste aspect: het komende kabinet plant een zoveelste rooftocht tegen armere mensen. Tegelijk krijgen rijke mensen, en vooral ondernemingen, de ruimte, een ruimte die dan ook nog eens versierd wordt met cadeautjes. Armere mensen – jij en ik, alle mensen met relatief laagbetaald werk, een uitkering, een studielening, noem maar op – zullen om te beginnen meer kwijt zijn aan dagelijkse boodschappen. Daar gaat de verhoging van het lage BTW-tarief – van zes naar negen procent – voor zorgen. Daardoor is “een gemiddeld huishouden straks twee tientjes per maand kwijt aan alledaagse zaken als voedsel, de kapper of de bioscoop” , zo legt de Volkskrant uit. Dat geldt natuurlijk voor arm en rijk – maar als je na vaste lasten 400 euro overhoudt voor je boodschappen, dan raakt 20 euro echt. Als je zes keer modaal ‘verdient’, dan merk je die 20 euro amper. Dit soort belastingen raken dus vooral armere mensen.
Tussen de (relatief) armere mensen onderling worden ook verschillen aangewakkerd, net als tussen mensen met lage en met een middeninkomen. De inkomstenbelasting gaat daarvoor zorgen. Die wordt veranderd: er wordt een zogenaamde ‘sociale vlaktaks’ ingevoerd, net zo ‘sociaal’ als het ‘sociaal leenstelsel’ dat voormalige fans van GroenLinks nog een nare smaak in de mond zal geven. Het komt neer op twee tarieven voor de inkomstenbelasting: eentje van 49,5 procent voor de 5 procent met de hoogste inkomsten, eentje van 36,93 procent voor de rest. Ik ga niet eens uitleggen hoe het precies werkt, het gaat me om de gevolgen, en die zijn een stuk minder sociaal. “Iedereen die werkt, gaat minder belasting betalen”, zo vat de NOS het samen. “Vooral de middeninkomens profiteren daarvan: iemand met een bruto jaarsalaris van 40.000 euro gaat er 1.200 op vooruit.” Wie niet werkt – pardon, wie geen betááld werk heeft want mensen zonder baan werken zich maar al te vaak op andere manieren suf – heeft dit voordeel niet. Zo krijg je grotere inkomensverschillen, niet alleen tussen arm en rijk maar ook bínnen de overgrote meerderheid die niet rijk is, maar ook niet per se straatarm. Zo wakker je ook nog eens afgunst aan tussen mensen die in het zelfde schuitje zitten. Al zitten ze niet allemaal op dezelfde plek in die boot, de kapitein zijn we geen van allen, laat staan de eigenaar van het schip.
Pingback: Wat te doen, en wat niet | Krapuul