De Turkse regeringspartij AKP heeft het startschot gegeven voor een campagne die tot doel heeft de grondwet te wijzigen. De partij wil de functie van eerste minister afschaffen en de macht van president Erdoğan vergroten.
Volgens Erdoğan is het verlenen van dictatoriale volmachten aan hem persoonlijk vergroten van de macht van de president noodzakelijk om te voorkomen dat het land geregeerd door fragiele parlementaire coalities. Stabiliteit en sterk leiderschap gaan boven alles, daar moet ook de democratie voor wijken.
Doel van de voorgestelde grondwetswijziging is het vervangen van de functie van eerste minister door die van vice-president. Het kabinet legt niet langer verantwoording af aan het parlement, maar aan de president. Die laatste krijgt ook de bevoegdheid ministers te benoemen én te ontslaan. Verkiezingen vinden niet meer eens de vier, maar eens in de vijf jaar plaats.
Erdoğan heeft aangegeven dat een tegenstem getuigt van “een gebrek aan vaderlandsliefde”. Om de sfeer nog wat meer te zetten, betitelde de Turkse president tegenstemmers meteen maar tot “terroristen”.
Erdoğan heeft optimaal gebruik gemaakt van de mislukte militaire coup, vorig jaar. Sinds die coup is de parlementaire oppositie gelijk- of uitgeschakeld, staan kritische journalisten onder zware druk en zijn tienduizenden mensen gearresteerd of ontslagen uit publieke functies.