Afgelopen donderdag vond op Curaçao een algehele staking plaats uit solidariteit met contractarbeiders in de olie-industrie en tegen repressief beleid vanuit de regering. Dezelfde avond haalden de stakers al hun eisen binnen en lieten daarmee zien dat strijd en onderlinge solidariteit loont.
Na drie weken staken hebben contractarbeiders die onderhoud plegen aan de raffinaderij Isla en de Curaçao Oil Terminal een glansrijke overwinning geboekt. Al hun eisen werden ingewilligd. Het personeel bij aannemersbedrijven die onder contract staan bij de olie-industrie werkten al sinds 2012 niet meer onder een cao. Naast een loonsverhoging van 8 procent dit jaar, 5 procent in 2017 en 4 procent in 2018, eisten zij daarom een eenmalige compensatie van 3000 gulden (zo’n 1.500 euro) voor de jaren dat zij geen cao hadden.
De staking escaleerde afgelopen week als reactie op een repressieve opstelling van de regering. Rechters verboden blokkades van de stakers, verschillende van hen werden gearresteerd. Minister van Justitie Nelson Navarro vaardigde een decreet uit dat blokkades en samenscholing verbood. Op die manier werd geprobeerd om de staking te criminaliseren. Ook riep de regering de hulp in van de Koninklijke Marine om ‘harde bijstand’ te verlenen tegen de stakers.
De stakingsbeweging viel samen met vakbondsverzet tegen de Landsverordening Optimalisatie Overheidsgelieerde Entiteiten. Deze wet, die in augustus werd aangenomen, maar nog niet in werking is getreden, legt allerlei regels op aan bedrijven waarvan het Land Curaçao meer dan 50% eigenaar is. Deze regels gaan niet alleen over hoeveel dividend deze bedrijven moeten uitkeren, maar leggen ook wettelijke beperkingen op aan de lonen van al het personeel bij deze bedrijven. Vakbonden dreigden dus volledig buiten spel te worden gezet.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: socialisme.nu