Het is weer de tijd waarin men vindt dat men “zaken moet durven benoemen”. Het gaat zoals steeds over onze Moslimgemeenschappen, en dat “durven benoemen” komt zoals steeds neer op de productie van massale hoeveelheden ongeïnformeerde en soms ronduit belachelijke kletskoek.
Ook zoals steeds: er is niets nieuws aan de zaken die men “durft benoemen”. De kletskoek gaat in haast identieke formuleringen al een kwarteeuw mee, en heeft een rechtstreekse pedigree die naar het Vlaams Blok leidt.
Dàt, dames en heren, wordt dan nog voorgesteld als iets wat niét politiek correct is. Terwijl er niets zo politiek correct is als het debiteren van dat soort sura’s. De meest recente producent van deze zooi is John Crombez, enthousiast gevolgd door het geradicaliseerde deel van zijn sp.a-achterban.
Ervan uitgaande dat de “zaken” die men moet “durven benoemen” iets met feiten te maken moeten hebben, ga ik in wat volgt ook even meedoen. Ik ga enkele zaken benoemen.
De zogenaamde “radicalisering” die onze gedachten bezighoudt is een zaak van een uiterst kleine minderheid van de Moslims, zowel op wereldschaal, als lokaal. Met zo’n 700 Belgische Syriëstrijders op 700.000 Belgische Moslims is de verhouding geschetst: 1 tegen 999. Er waren destijds procentueel meer Vlaamse Oostfrontstrijders dan er nu Syriëstrijders zijn. Nevenbedenking: toegegeven, misschien hadden we die Oostfrontstrijders destijds nog wat harder moeten aanpakken.
Wie deze “radicalisering” wenst toe te schrijven aan het wezen zelf van “de Islam” moet dan ook uitleggen waarom 99 procent van de Moslims niét voldoen aan het geschetste “typische” profiel. En dus een uitzondering zouden vormen op “het wezen van de Islam”. (Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be