De bevolking van Frankrijk loopt gevaar, en de dreiging komt van hogerhand. De reactie van president Hollande, premier Valls en collega-autoriteiten op de slachting in Nice bestaat enerzijds uit het verlengen van de noodtoestand, ofwel uit beleid dat niet aantoonbaar – aantoonbaar niet, kun je welhaast zeggen – helpt tegen aanslagen als deze. Daar heb je dus niets aan, maar het kost wel geld en hulpbronnen en vooral vrijheid. Anderzijds omvat die reactie maatregelen die de kans op nieuwe aanslagen juist extra vergroten: het opvoeren van de aanvallen in Syrië en Irak, hetgeen nieuwe reacties in de hand zal werken, waaronder gewelddadige. Beleid dat niet helpt dus, plus beleid dat zaken erger maakt. Dat is het antwoord van de Franse heersers, en dat maakt die heersers tot gevaar voor de maatschappij.
Opvallend bij dit alles is de kloof tussen aan de ene kant wat we weten over de aanslag, en aan de andere kant hoe autoriteiten er op reageren. We weten dat een eenling met een vrachtwagen inreed op een feestende menigte, links en rechts zwenkend en mensen de dood of het ziekenhuis in reed. We weten dat hij ook nog het vuur opende. Uiteindelijk schoot te politie hem dood. We weten inmiddels het een en ander over de hoogstwaarschijnlijke dader, Mohamed Lahouaiej-Bouhlel. Hij was 31 jaar, Franse Tunesiër, getrouwd maar gescheiden van zijn vrouw, vader van drie kinderen. Ooit een voorwaardelijke straf wegens betrokkenheid bij ruzie en geweld. Hij zou “uit zijn huis (…) zijn gegooid omdat hij zijn vrouw zou hebben geslagen”, van wie hij gescheiden is gaan leven. Iemand die nogal op zichzelf was, naar verluidt niet terug groette als hij begroet werd. Een nogal eenzame figuur, die bij herhaling wegens agressief gedrag en ook diefstal in de problemen raakte. Geen bijster gelukkig mens, kennelijk.