Dit is mijn land: puinhopen, graven,
zand. Dit is mijn weg: gaten, water, smokkelaars,
low-tech. Ik heb de rit gewaagd en
bezit niks behalve vragen.
En jij slaapt
Hekken om me heen, wachters aan de poort. Dit
oord een hel, geen tel verspringt mijn leven. Waarom
ben ik hier? Waarom word ik hier verdingd? Ben ik
minder dan een dier? Ben ik niet jouw kind?
En jij slaapt
Geef me een draad: vrijheid of dood, goed of
kwaad. Geef me een weg, een land, een zucht,
zicht, zin. Geef me wat een mens nodig
heeft: een isotoop, hoop, een trap, verwantschap.
Maar jij slaapt
op Turkse thee terwijl
ik me ophang
aan Turkse tralies.
Jij slaapt
©Irun Scheifes