Vandaag kwam het bericht dat Jules Schelvis, de man die vernietigingskamp Sobibór uit de vergetelheid heeft gehaald, op 95-jarige leeftijd is overleden. Abu Pessoptimist interviewde hem in 2007 voor het blad van de Liberaal Joodse Gemeente, Kol Mokum, en herplaatst het bij wijze van eerbetoon.
Zo’n veertig jaar lang zweeg Jules Schelvis. Zijn omgeving was er niet in geïnteresseerd – dacht hij. Pas toen hij in 1982 met de VUT ging, begon hij zich vast te bijten in wat hem in de oorlog overkomen was. Maar daarna hield het ook niet meer op. In 1983 verscheen zijn het boek ‘Binnen de poorten’ over zijn gedwongen verblijf in een hele serie kampen. En in 1993 een boek over Sobibor (‘Vernietigingskamp Sobibor’) dat inmiddels in vakkringen van historici geldt als een standaardwerk over dit kamp. In 1999 richtte hij de Stichting Sobibor’ op. En tot de dag van vandaag is hij – inmiddels 86 – betrokken bij lessen op scholen, herdenkingsreizen, het inrichten van monumenten of het vervaardigen van materiaal. Zoals de DVD die dit jaar verscheen over het beruchte kindertransport uit het kamp Vught, waarbij bijna 1300 kinderen naar Sobibor werden gedeporteerd.
Sobibor is van alle kampen lang een van de onbekendste geweest. Het heeft maar relatief kort bestaan: van mei 1942 tot oktober 1943. Op 14 oktober van dat jaar brak een opstand van de gevangenen uit, die leidde tot een ontsnapping van enkele honderden Häftlinge, van wie een klein aantal de oorlog overleefde. De SS maakte hierna het kamp met de grond gelijk en wiste de sporen uit. Na de oorlog had vrijwel niemand van Sobibor gehoord, totdat het Rode Kruis er melding van maakte en langzaam duidelijk werd dat Sobibor in de vernietiging van het Nederlandse Jodendom een heel grote rol heeft gespeeld. Tenminste 34.313 Nederlandse Joden werden naar dit Vernichtungslager gedeporteerd. Vrijwel allen werden direct na aankomst vermoord. Van hen hebben slechts 18 mensen – 15 vrouwen en drie mannen – dit kamp overleefd. (Ter vergelijking: het veel bekendere Auschwitz-Birkenau was deels Vernichtungslager, maar ook deels werkkamp. Hier werden ruim 65.000 Nederlandse Joden naar toe gedeporteerd en van hen overleefden rond de 1100 mensen).