Er is in dit land, en elders, al geruime tijd een beweging aan de gang die zeer verontrustend is omdat ze een aantal zeer grote en belangrijke beginselen van een open en verlichte samenleving ondermijnt. Die beweging is de informalisering van de rechtsstaat, en het hoofdkenmerk ervan is dat men morele oordelen over gedrag laat overwegen op onvervreemdbare rechten binnen een rechtsorde.
Samengevat komt deze beweging erop neer dat men pleit voor een tweestromenland in de rechtsorde, waarbij het onderscheid tussen beide stromen op grond van uitgesproken subjectieve en ideologische criteria wordt gemaakt. Brave mensen krijgen rechten, stoute mensen verdienen die niet.
De hoeksteen van een rechtsstaat zoals de onze (een seculiere staat, voor alle duidelijkheid) is nochtans het absolute en onvoorwaardelijke karakter van rechten: ook al ben je ‘s werelds grootste schurk, dan nog heb je recht op een eerlijk onderzoek en een faire behandeling door de wet. En ook al schreeuwt de goegemeente om bloedwraak, dan nog zal een rechter de doodstraf niet uitspreken, want ze is afgeschaft. Dit eenvoudige beginsel – de gelijkheid van alle mensen voor de wet – ligt mee aan de basis van de moderne democratie. Het beginsel zorgde ervoor dat prins, paus of pauper allemaal even strafbaar werden voor het zelfde vergrijp, allemaal een even grondig en onbevooroordeeld onderzoek zouden krijgen, en allemaal dezelfde strafmaat konden krijgen wanneer de strafbare feiten bewezen waren. Het is dit beginsel dat onze samenlevingen seculier maakte.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be