Bij de voorverkiezingen in Nevada heeft Hillary Clinton Bernie Sanders nipt verslagen. Clinton kreeg 52, 7% van de stemmen, Sanders bleef steken op 47, 2%. Voor Clinton is het na de nederlaag in New Hampshire een opsteker, ook al bleek tot ieders verbazing dat Sanders het onder Hispanics (van oorsprong Spaanstalige kiezers) beter deed dan Clinton. Verrassend, omdat algemeen wordt aangenomen dat Clinton onder etnische minderheden met afstand de meest populaire kandidate is.
Bij de Republikeinse voorverkiezingen in South-Carolina behaalde de krankzinnige egomaniak Donald Trump de voorspelde grote overwinning. Trump haalde 32% van de stemmen binnen, ruim 10% meer dan zijn naaste concurrenten. Het begint er nu toch echt op te lijken dat Trump de kandidaat van de GOP wordt. De partijtop, die een diepe afkeer koestert van Trump en het liefst zou zien dat hij onder een auto loopt, staat nu voor de keuze: ófwel Trump onverkort steunen ófwel proberen hem kapot te maken. Geen van beide keuzes is bijzonder aantrekkelijk. De partijtop is ervan overtuigd dat Trump onverkiesbaar is en het landelijk af zal leggen tegen zowel Clinton als Sanders. Bovendien is The Donald een ongeleid projectiel die zich niets gelegen laat liggen aan politieke mores en – erger – de wensen van het partij-establishment. Aan de andere kant is het ook niet erg aantrekkelijk om Trump keihard te laten vallen. Trump’s loyaliteit aan de Republikeinse Partij is flinterdun en hij is best in staat als onafhankelijke kandidaat verder te gaan, mocht het establishment hem tegen de haren in strijken.
Oh, en Jeb Bush stapte uit de race.