Maandag 8 februari overleed Dov Yirmiya, 101 jaar oud. Ik had in geen jaren van hem gehoord, maar toen ik het las ging onmiddellijk toch weer een belletje rinkelen. Yirmiya nam in 1982 vrijwillig deel aan de Israelische inval in Libanon. Hij was toen kolonel en al 68 jaar oud. Maar al in het begin van de oorlog trok hij zich terug – anders gezegd: deserteerde hij – en direct daarop publiceerde het Franse dagblad Le Monde een uitgebreid verslag van de redenen waarom. Yirmiya vertelde in het artikel in detail hoe Israel tijdens de inval alle Palestijnse vluchtelingenkampen op zijn weg tot de grond toe vernietigde, eerst met bombardementen en vervolgens met bulldozers, en hoe de inwoners gevangen werden genomen en uren geboeid in de brandende zon (het was zomer) moesten wachten zonder eten, drinken, of mogelijkheden om een wc te bezoeken. Waarna gemaskerde verklikkers, Palestijnse handlangers van het Israelische leger, er mensen uitpikten die vervolgens naar aparte kampen werden gebracht. Het gevreesde Khiam bijvoorbeeld, dat werd gerund door Israels christelijke zetbaasje Haddad met zijn door Israel betaalde huurlingenlegertje, de South-Lebanon Army (SLA), waar zij jaren van ondraaglijk lijden tegemoet gingen.
Yirmiya werd uiteraard na deze actie zeer verguisd in Israel. Wij, de tegenstanders van dit volstrekt misdadige militaire avontuur van Ariel Sharon en de regering-Begin, vonden hem een held.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Abu Pessoptimist