Laat het maar meteen duidelijk zijn: ik spreek voor allen. En zoals jullie wel bekend zal zijn heb ik altijd gelijk en wie het waagt mij tegen te spreken diskwalificeert zichzelf.
En dus zet ik al mijn linksige en dus verheven opvattingen stevig neer. Ter meerdere eer en glorie van de Socialistische Heilstaat. Verstanden? Daar zijn geen maagden, geen vaten bier en geen technobeats. Wel heel veel gelijkheid.
Lieden die niet geheel volgens mijn linkse opvattingen denken zijn nazi’s, klootzakken en – mijn favoriete scheldwoord tegenwoordig – tuig. Onmensen kun je enkel bestrijden door ze te ontmenselijken, nietwaar?
Niet mee eens? Dan moet u wel een rat zijn, een kakkerlak of een dwergkonijn.
Ik ben het volk. Een ander volk is er niet. Ik heb gelijk. Een ander gelijk is er niet. Ik heb de juiste morele instelling, een andere moraal dan de mijne kan niet bestaan.
Het liefst zou ik morgen nog een socialistische dictatuur instellen. Maar dat heb ik niet gezegd. Maar nu ik het zo teruglees lijkt het me eigenlijk wel een goed idee, als ik tenminste de Grote Roerganger mag zijn. Natuurlijk mag dat, sterker nog: het moet. Ik ben het volk, ik ben de aanvoerder, ik wijs de vijanden aan.
Eigenlijk houd ik wel van die tweedeling: de goeie en de slechten. De goeie, dat ben ik. De slechten zijn: 1. De Amerikanen 2. De Israëliers 3. De Europeanen 4. De christenen 5. Alle andere God-gelovigen 6. (vooruit dan) de verdwaalde jongens en meisjes van Daesh. Waarbij aangetekend dient te worden dat die laatste categorie geheel en al voortvloeit uit de misdadige nazi-praktijken etcetera etcetera en dat ik ze geen Daesh mag noemen omdat de Amerikanen dat ook doen.
Moet ik nu alles twee keer zeggen? Recht in de banken! En je kop houden!
Op naar de dictatuur van de gelijkschakeling, laten we ons bevrijden van de twijfel en de neiging het nog niet te weten. Ik weet het, dus jullie weten het ook. En iedereen die daar anders over denkt is een handlanger van etcetera etcetera.
Ik ben het volk. Jullie kunnen discussiëren wat jullie willen, maar het zal niet helpen. Ik overschreeuw jullie, ik blaas jullie op een hoopje, mijn hoopje.
Capito?
Einde van de les. Klappen! Dank u, dank u.
Mooi. En nu naar Parijs of Brussel. Het Vrije Westen zoekt nog wat kanonnenvoer.