Ach wat schattig, De Haagse PVV-fractievoorzitter Karen Gerbrands meent dat Geert Wilders een politicus is tegen wie het woord op normale en redelijke wijze gericht moet en kan worden. Dat het oproepen tot radicale maatregelen tegen extremisten zoals hij – zoals een der wellicht laatsten van de generatie nog enigszins normale VVD’ers Jozias van Aartsen deed – het oproepen tot geweld tegen die arme kwetsbare PVV’ers is.
Dit komt dan uit de mond van een “lid” van een “partij” die heeft opgeroepen tot het regelen van minder Marokkanen in Nederland, het zo nodig deporteren van tientallen miljoenen moslims uit Europa (dit kan uiteraard geheel zonder geweld), het gebruik van knieschoten, en wiens enige echte lid dat geheel democratisch in overleg met zichzelf beslist wat er gebeurt binnen de PVV heeft verklaard dat er niet noodzakelijk een negatieve werking uit hoeft te gaan van rassenrellen.
Rassenrellen, die zo ongeveer op het punt van uitbreken staan, of in Woerden en Steenbergen wellicht op kleine schaal al uitgebroken zijn, na het onophoudelijk hysterische #kominverzet-gekrijs van Wilders, die zich daarna uiteraard direct distantieert van het geweld tegen asielzoekers dat daar het gevolg van was.
Nee, dit is inderdaad een volstrekt normale partij, die ook nog tot het heffen van belasting op hoofddoeken heeft opgeroepen, en wiens tweede man Bosma kort geleden een wetsvoorstel wou doen dat het Zwarte Pietracisme wettelijk verplicht zou stellen.
Wen er maar aan Gerbrands, dat je voor de rest van je leven tot het schuim der natie gerekend zal worden door het overgebleven zinnige deel van de Nederlandse bevolking. Schuim dat heel doeltreffend met een waterkanon de Kamer uitgespoten zou kunnen worden, wat we natuurlijk absoluut niet willen, maar waar niet noodzakelijkerwijze een negatieve werking van uit zou hoeven gaan.