Nederlandstalig lied du jour: Warme garnars, smory!

Meestal in het holst van de nacht plaats ik een al dan niet nuttige aantekening op de site originals.be, gebaseerd op een radioprogramma en dan weer op een boek dat verscheidene drukken beleefd heeft (en laatst opnieuw uitgegeven is).
Nu wilde ik op die site eerder vandaag iets opzoeken en mijn oog valt op een nieuw opgenomen lemma van een bepaald niet alledaags lied dat mij op de dag dat het geplaatst werd in mijn hoofd zat. Wat de vraag opriep of ik er een Folk- of Nederlandstalige klassieker van zou maken hier. Ik ken het van een LP van het echtpaar Marieke & Bart uit Duinkerke, die in het dagelijks leven het “Vlaemsch” niet spreken. De plaat heb ik op de eerste dag die ik ooit in Parijs heb doorgebracht daar gekocht en ik was vol verwondering over wat ik te horen kreeg.
Kun je bij een lied waarvan de oudste weergave van 1700 dateert van een “origineel” spreken? De tekst is opgetekend in de haven van Duinkerke door Edmond de Coussemaker voor zijn Chants populaires des Flamands de France in 1856, meer hierover hier.

1.

‘Moeder, ik wil hebben een man,
– warme garnars, smory! –
die my den kost wel winnen kan;
warme garnars (3x), smory!’

2.

– ‘Wel myn dochter, gy zyt te jong,
– warme garnars, smory! –
gy moet nog wagten een jaer rond;
warme garnars (3x), smory!

3.

– ‘Moeder, ik ben oud genoeg,
– warme garnars, smory! –
myn Jan is knap en wel beproeft;
warme garnars (3x), smory!’


Chants traditionnels de Flandre Française – Volksliederen uit Frans Vlaanderen volume 2, 1977. Marieke omlijst het met visvrouwen-kreten uit de Duinkerker haven *). Garnars moet een heet stoofpotje van garnalen zijn, die ook apart worden aanbevolen in haar roepen.
Het Nederlands/Vlaams heeft nadien het loodje gelegd in Duinkerke, dat in Nederland zelfs niet meer naar behoren gespeld wordt sinds een schrijver zich er schijnbaar naar genoemd heeft.


Laïs met hun versie, 1998, reden om het in de Originals-hallen op te nemen.

En de vraag is – was dit synchroniciteit of telepathie of toch geheel toeval?
Bij nader inzien: het eerste waarschijnlijk, want op diezelfde dag schreef ik dit stuk waarbij ik verwijlde bij hoe het stedeke Hazebrouck aan te duiden – ook “Frans Vlaanderen”. Geen toeval, want waarom uitgerekend dit lied?

*) Onwennig om het woord in de ware betekenis te gebruiken, heb het gevoel dat ik mij er voor moet excuseren…