Zachtjes jankend ten onder: Nederlandse radio – deel 1: de vrijen

In het kader van de immer terugtredende overheid werd in Nederland al spoedig “de ether”, om precies te zijn: bepaalde aantallen trillingen per seconde, genationaliseerd om vervolgens geprivatiseerd te worden. Ultrarechts heeft het altijd over “de staatsomroep” en van overheidswege wil men het graag over “publieke omroep” hebben. Het is en blijft flauwekul. Uitzendrechten zijn oorspronkelijk van overheidswege uitgedeeld aan bevoorrechte verenigingen en niet te vergeten sinds 1967 reclame, reclame en nog eens reclame. Omdat er luitjes waren die nog veel meer reclame wilden uitzenden en geen zin hadden daar een vereniging voor op te richten die trouwens toch nooit nog meer reclame mocht uitzenden, hebben ze frequenties min of meer gekaapt. In 2003 heeft de nog veel meer terugtredende overheid de frequenties geveild, daarmee nog eens heel terughoudend bevestigend dat ze genationaliseerd waren. Dit heeft tot het medialandschap geleid zoals het nu is. Radio is dood, “in de ether”.

Er waren twee manieren om vanaf het aardoppervlak deze nationalisatie te doorbreken. De dure en ingewikkelde maar juridisch kloppende was de “internationale-wateren”-oplossing. De gezamenlijke regimes van Thatcher en Lubbers, altijd Pal voor de Vrije Markt, hebben dit in 1988 duidelijk onmogelijk gemaakt met een overval op het zendschip van Radio Caroline, schijt aan de regels van de vrije zee. De andere, “volkse” manier was met een “illegale” zender op het land, en afwachten of “ze” kwamen. Vroeg of laat kwamen “ze”.

Om dit stuk niet te lang te maken en omdat het onderwerp meer aandacht verdient nu eerst een persoonlijk verhaal. Ik reed net Londen binnen op 11 mei 1987 toen “ze” “ons” uit de lucht haalden. Ik wierp mij op een shopping spree van vinyl om met een tas met meer dan honderd platen terug te keren en er achter te komen dat ik ze niet meer kon laten horen. Ik vernam achteraf dat de “tribute band” Quotation met Twenty rocking years opstond toen “ze” toesloegen. Onkarakteristiek, maar wat was precies wel karakteristiek bij RVZ 95,5? (Naar mijn weten was “mijn” laatste plaat There’s a ghost in my house van The Fall.
Maar Quotation dus). Het waren bijna negen rocking years geweest.

Bij Radio 100 kwamen “ze” ook in de tweede week van mei, 1991. Mij kwamen ze later ophalen, ze waren ook bij mensen langsgeweest die zonder pardon achter de soep vandaangehaald werden. Ik was niet thuis toen.
Al die interviews met toen-nog-dissidenten-en-inmiddels-waarschijnlijk-regeerders uit Midden- en Oost-Europa hadden ze wel bij mij meegenomen. Ik kon de politie bij verhoor er op wijzen dat V´clav havel ook in het complot zat en dat ze die ook maar moesten arresteren. Niks mee te maken. Zo gaat dat bij politie.
Vormfouten en malle beschuldigingen hebben destijds een definitief einde voorkomen. Veel effectiever is de vermoedelijk-huisvesters van een zender met een “schikking” of hoe heet dat lastigvallen, een bedrag van vijf cijfers. Maar doorslaggevend was de veiling van frequenties. In 2003 verliet Radio 100 gedwongen vrijwillig de ether We hadden een middengolffrequentie toegewezen gekregen die mogelijk te vullen was geweest maar dat verhaal ga ik nu niet verder vertellen. Ik herinner mij mijn laatste etherplaat van toen goed.


Eple, Röyksopp

Radio Patapoe, de opvolger van Radio Dood (“luister of sterf”, het punkigste en meest anarchistische station van de Amsterdamse – eh – ether, was nog wel in de lucht. Toen ik er bij kwam, in 2005, kon ik wel al muziek en gesproken woord uiteenrafelen. Het gesproken woord verscheen voortaan op websites (nog steeds dus), de muziek bleef over. Tot ik in maart 2012 zowaar fysiek bedreigd werd door iemand “uit het pand”, een getatoeëerde skinhead, en ik merkte dat er geen organisatie was die het voor mij zou kunnen of willen opnemen. Dat was het einde van mijn loopbaan bij Patapoe. Die week kon ik nog net mijn nieuwste ontdekking presenteren, Carolina Chocolate Drops. Het was veelbetekenend dat de platenzaak die er het meest voor in aanmerking kwam in Amsterdam er niet over piekerde het in voorraad te nemen. “Niemand koopt dat”. Tja, een muisklik volstaat nu.


Hit’em up style

Ik sloot zoals steeds de laatste tijd af met Fotheringay.


Peace in the end

Altijd bereid ook het lulligste radiostation professioneel te doen klinken moest ik hannesen met apparatuur om het nachtprogramma te starten. Dit was de pauzevuller en dus echt het laatste dat ik zelf de ether in geslingerd heb.


Slaughter on 10th Avenue, The Ventures

Ik wist op dat ogenblik niet dat het de laatste was al zag ik het somber in. Het was niet de eerste keer dat ik in het dubieuze ex-kraakpand bedreigd was. Heb het zachtjes jankende ondergaan van mijn vrije-radiowerk wel steeds verdrietig gevonden. Heb mij niet meer bezig gehouden met Radio Patapoe, omdat het omgekeerde ook niet aan de orde was.
Gisteravond hoorde ik op een feestje dat het station zelf niet lang daarna als het hondje waarnaar het genoemd is zachtjes jankend ten onder is gegaan aan de chantage van hogerhand met “boete”, “schikking” of hoe ze het vijfcijferige afpersingsbedrag ook noemen. Net als de erven Radio 100 vegeteert het station onopgemerkt op het internet verder. Sic transit…


Patapoe, Patty & de Big Silver Bull Band – gratis plaatje bij de Tina, 1973

Om de studiosfeer te illustreren: de cd met de opname van het singletje, die ik gebrand had, was binnen een week verdwenen. Maar ook zoiets hoeft niet meer dezer dagen – een muisklik…

(wordt vast wel vervolgd, vraag niet wanneer)

Foto: de schrijver in de studio van Radio 100, alweer wat jaren geleden. Een bandje (!) scherpzetten deed je met je vingers. Ach, de tijden.