Onbehagen

Gisteren was voor het eerst in 52 jaar een dag van nationale rouw in reactie op de vliegramp in de Oost-Oekraïne, waarbij 298 mensen, waaronder 193 Nederlanders de dood vonden. Aanvankelijk wilde minister-president Rutte er niet aan toegeven, omdat het ‘geen Nederlandse traditie is.’ Onder aanvoering van de SGP besloot de kamer dat er toch zo’n dag moest komen. Het was voor het eerst sinds de begrafenis van koningin Wilhelmina of eigenlijk sinds de dag voor de begrafenis van John F. Kennedy een jaar later. De eerste 40 lichamen landden op de luchtmachtbasis bij Eindhoven en werden met militair eerbetoon onder het oog van hoogwaardigheidsbekleders uit de vliegtuigen geladen en in lijkwagens naar Hilversum vervoerd. Niemand weet wie in de kisten liggen. Een derde van de passagiers kwam niet uit Nederland en tot nu toe is maar twee derde van de lichamen geborgen.

Er was een minuut stilte nadat The Last Post werd geblazen op een trompet. De hele ceremonie had iets weg van een militaire parade die werd gevolgd door een colonne van lijkwagens en politie. Het werd live uitgezonden op verschillende tv-zenders in binnen- en buitenland. Het verkeer op de snelwegen was stilgelegd en mensen stonden op bruggen en langs de wegen. De beelden van de stoet op weg van Eindhoven naar Hilversum waren inderdaad indrukwekkend. Er was algemene bewondering over de wijze waarop in Nederland respect had getoond. Er werd op sociale media geroepen: ‘Kijk Poetin, dit is hoe je de doden respectvol eert’, mensen kleurden hun avatars zwart en iedereen was enorm betrokken en wilde dat met de rest van de wereld delen. In mijn beleving is de dood zeer persoonlijk en is stilte het meest treffend om uitdrukking te geven aan verlies.

De media meldden euforisch dat er veel lof en waardering was in het buitenland voor de ceremonie en de manier waarop Nederlanders hun medeleven betuigden. Het ging allang niet meer over het eigenlijk leed, maar over wat voor fantastisch rouwverwerkings-evenement we met elkaar hadden georganiseerd. De media stoppen niet meer met te vertellen hoe indrukwekkend de dag was geweest en ons wachten nog dagen van nabeschouwingen en commentaren. Er werden en worden mensen geïnterviewd die langs de lijn hadden gestaan. Soms leek het net alsof het medeleven van een willekeurig persoon in het publiek er net zoveel toe deed als de rouwverwerking van iemand die een geliefde, een familielid of een vriend verloren had. Er klonk geen protest tegen het geweld dat ten grondslag ligt aan de misdaad en het ongeluk en zo veel ander leed.

En wat met de nabestaanden, dacht ik? Het moet verschrikkelijk zijn om dag in dag uit in de media te moeten worden geconfronteerd met de eindeloze herhalingen van beelden van het rampgebied en van treinen met koelwagons waar de stoffelijke resten liggen opgeslagen. Met de oproepen door media om contact op te nemen als ook jij iemand kende aan boord van het neergestorte vliegtuig. Met berichten van plunderingen en het gezeul met de lichamen. Van de eindeloze stroom meningen en samenzweringstheorieën en het uitmelken van leed door politiek en media. We werden de afgelopen dagen overspoeld met steunbetuigingen van journalisten, willekeurige Nederlanders aangesproken door journalisten, bekende Nederlanders aangesproken door journalisten en andere bekende Nederlanders. En dan waren daar nog de opiniemakers.

Theodor Holman schreef voor de dag van nationale rouw in voormalige verzetskrant Het Parool een gedicht waar dan weer heel veel mensen lovend over waren. Holman klaagde via Twitter dat de redactie had verzuimd tussen de regels lege regels toe te voegen. Het meest gebruikte woord in zijn stuk was ‘ik’. Ik vond het daarom al niks; een kenmerk van slechte, platte poëzie en een uitdrukking van schaamteloze zelfzucht. Holman had een paar dagen eerder een column geschreven naar aanleiding van de moord die momenteel in Gaza plaats vindt en op basis van de bekende propaganda van het Israëlische leger. Hij schreef dat wanneer kinderen als wapens worden ingezet, je die kinderen met een goed geweten mag doodschieten. Een column als gedicht als steunbetuiging aan de doden en het verdriet van de nabestaanden klinkt dan op zijn zachtst gezegd ongeloofwaardig.

Het aandeel burgerslachtoffers in talloze oorlogen en gewapende conflicten wordt alsmaar hoger en hoger. Dat hoort er gewoon bij wist Arend-Jan Boekestijn een dag eerder op de radio te vertellen, in reactie op Israëls regen van bommen die over de bevolking van Gaza wordt uitgestrooid. Bovendien werden die gebruikt als ‘menselijk schild’ dus is het blijkbaar legitiem ze te doden. Je zou bijna gaan denken dat het neerhalen van een passagiersvliegtuig weliswaar een absolute schande is, maar er eigenlijk gewoon bij hoort. Ondertussen bespreekt het kabinet sancties tegen Rusland en een gewapende missie om de onderzoekers in het rampgebied te beschermen. De gewelddadige agressie in het gebied gaat gewoon door, Groot-Brittannië en Frankrijk leveren nog steeds wapentuig aan Rusland, Nederland biedt de fiscale voordelen en er vallen nog steeds doden, de meesten onschuldige burgers.

Er volgden die dag nog meer gedichten en opiniestukken over verdriet, deelneming en rouwverwerking en wat me moesten doen tegen de nog onbekende daders. De dag van nationale rouw werd een dag waarop iedereen elkaar overschreeuwde om de dag af te kunnen sluiten met de vraag wat het meest indrukwekkend was geweest en wie als beste betrokkenheid had getoond. Er werd gevraagd om meer geld voor de inlichtingendiensten en het leger, alsof je daarmee dat wat in Oost-Oekraïne gebeurt zou kunnen voorkomen of oplossen. Een week na de ramp is van een derde van de slachtoffers nog niets bekend, weet niemand wat er precies is gebeurd en slinkt de kans dat er nog iets kan worden ontdekt door onderzoekers. Het moet verschrikkelijk zijn geen afscheid te kunnen nemen van dierbaren die niet gevonden zijn. Maar over de pijn en het verdriet van de mensen die achterblijven gaat het allang niet meer.

7 gedachten over “Onbehagen”

  1. Inderdaad, de ceremonie in Eindhoven was goed, ik denk ook voor de nabestaanden. De rol van de krijgsmacht bleef beperkt tot handling van de kisten en het blazen van de Last Post, netjes en geordend, in tegenstelling tot het gezeul met de doden in de Oekraiene. Ongetwijfeld voor de aanwezige nabestaanden een verademing.
    Vooral goed was het uitblijven van gewauwel. Mooi was ook het eerbetoon van de Brandweer langs de snelweg, al zou ik graag alle vlaggen van de betroffen landen aan die hijskraan hebben gezien, net als in Eindhoven. Daar was het geen puur Nederlands “feestje”.

    Ontnuchterend is de houding die wel typisch Nederlands kan worden genoemd. Het ene deel staat sensatiezuchtig met de camera in aanslag op het viaduct, de ander pleegt het “kijk mij eens keihard rouwen” en dat doet men dan dus ook op straat, in de krant en op de tv, zodat iedereen het goed kan zien. Uiteraard graag gevoed en afgenomen door De Media. Men creëert graag zijn eigen markt in die contreien.

  2. Typisch uitdrukking van een psychopatisch narcist (die het sociaal-maatschappelijk beeld heden in ons land bepaalt):

    “…je die kinderen met een goed geweten mag doodschieten. ”

    De maatschappelijke trein psychopaten dendert vrolijk verder.

  3. Ik lees dat er vandaag een vliegtuig van Air Algérie is neergestort in het Noorden van Mali. Er waren zeker 50 Fransen aan boord.
    Enfin, we zullen zien.

  4. Veel nabestaanden lieten weten dat ze zich gesteund voelden door de wijze waarop alles verliep.
    Ik heb het als een dag ervaren die me dankbaar maakte in Nederland te mogen wonen.
    In een veilig land waar respect is voor elkaar. Heb daar net een blog over geschreven (http://bit.ly/1peZZoc)
    En ik hou helemaal niet van militair vertoon maar hier was het gepast en rspectvol.
    Iedereen zal deze dag op zijn of haar eigen manier hebben ervaren.
    Gelukkig mag dat in dit land.

  5. Dat is natuurlijk volledig te wijten aan de steun van Putin voor de Malinese separatisten………………………

    😉

Reacties zijn gesloten.