Geschiedschrijving hangt van meer dan alleen geschreven bronnen af: van het grootste deel van de mensheidsgeschiedenis zijn er nu eenmaal geen geschriften nagelaten. En ook veel zoniet het meest van de tijd waarin het schrift wel zijn rol speelde is niet gedocumenteerd- de “geschiedenis van het gewone volk” is maar fragmentarisch aan de hand van geschriften te reconstrueren, in ieder geval tot pakweg de negentiende eeuw. Pas dan duiken er de papieren op die een verslag van hoe het geweest is (geweest zal zijn, kan men beter zeggen, maar de Duitse ellips wie es eigentlich gewesen van Von Ranke is nogal stellig).
Zou er een papieren spoor te maken zijn van bijvoorbeeld Occupy Wall Street, van #15M in Spanje, de beroeringen rond Gezipark in Turkije en zo meer? Veel van het overleg tussen de actievoerenden en de verslagen zijn doorgegeven via sms’jes, tweets, facebooknotities of websites. Zijn dit blijvende bronnen aan de hand waarvan iets te reconstrueren is, later? Misschien moet de gesproken geschiedenis, zoals het ooit begonnen is, vanzelf weer overheersend worden. “Ga zitten dan vertel ik je…”
Maar vooralsnog zijn er voor alles wat georganiseerd werd voor pakweg 2005 hoofdzakelijk papieren sporen. Tenzij er gesjoemeld wordt met bronnen of dingen worden achtergehouden – geheime diensten hebben heel wat te vertellen maar doen ze het op den duur ook? – zijn papieren betrouwbaarder dan de op een misschien vertekend of vertekenend geheugen steunende mondelinge verslagen, die wat mij betreft vooral toelichtend kunnen werken op een papieren spoor. Maar dan nog hebben we het over geschiedenissen die wat tijd betreft binnen handbereik liggen: er kunnen nog mensen vertellen.
Er gaat wat mij betreft niets boven het genoegen van het kennisnemen van papieren bronnen. Soms is het bijna griezelig er kennis van te nemen. Een archief dat waarschijnlijk op een zolder heeft gelegen en waar muizen aan geknaagd hebben om een nest te bouwen. Papier dat vergaat simpelweg doordat je het ter hand neemt – handschoentjes (die vaak aanbevolen worden) zullen niet helpen, het verkruimelt waar je bij zit. Jij bent waarschijnlijk de eerste en de laatste die dit bekijkt. Het legt een verplichting op er verslag van te doen. Tegelijkertijd zou de vraag kunnen opkomen: juist omdat je de eerste en enige bent, zit er iemand op dit verslag te wachten? De vraag komt ook op omdat de mogelijkheid een verslag ergens het licht te doen zien steeds kleiner wordt: in aanmerking komende tijdschriften verdwijnen, althans in Nederland. Dit weekeinde is er een opgeheven waar ik zelf redacteur van ben. Ben geweest, moet ik nu zeggen – ik was de enige betrokkene die de opheffing betreurde en ook een van de weinigen die nog onderzoek deed om er in te plaatsen. Zo gaat het dan. Toch maar online dan, al dan niet in onze eigen Krapuul-rode-canon? Tenslotte is zeker een deel van de inhoud daarvan gebaseerd op speuren in stoffig oud papier dat zoals Marx over zijn eigen aantekeningen schreef, aan de bijtende kritiek van ratten en muizen is overgeleverd. Vooralsnog geen zorgen…
Vervolg op gelinkt artikel en wordt vervolgd…