Nieuwe kansen voor vrijhandel

In de loop der geschiedenis zijn vaak pogingen ondernomen vrijhandel te realiseren. Dat is evenzeer vaak mislukt. De voordelen van vrijhandel willen mensen maar niet begrijpen. Toch heeft econoom David Ricardo in de 19e eeuw geschetst waarom iedereen voordeel heeft bij vrijhandel. Het gaat om het zogeheten ‘comparatieve voordeel’. Het valt met een voorbeeld te verduidelijken.

Veronderstel dat de Chinezen alles goedkoper kunnen produceren dan wij. Dan zullen er toch verschillen in kostenvoordelen bij een aantal producten bestaan. China zal bijvoorbeeld veel goedkoper speelgoed kunnen maken dan Nederland. Maar bij andere producten, zeg bloembollen, zullen de Chinezen een veel minder groot kostenvoordeel hebben. Dan is het economisch niet verstandig dat China alles produceert en Nederland niets. Beter kan China zich richten op de productie van speelgoed en daarmee grotere winsten behalen dan dat het land alles maakt en daarbij slechts een zeer kleine winst maakt op bloembollen. China heeft voor de productie van speelgoed een comparatief kostenvoordeel. Nederland kan bloembollen blijven produceren. China koopt dan bloembollen van Nederland – als het die zelf had geteeld en daarop een kleine winst maakte – van de grote winst die het behaalt met de productie van speelgoed. Beide hebben voordeel: China maakt grote winsten en Nederland zit niet zonder werk.

Het gaat om een ideale zakenwereld. Niemand besodemietert de ander. Gevallen als Cuba, dat jarenlang goedkoop suikerriet produceerde en toch zijn producten wegens handelsbelemmeringen niet kwijt kon, komen niet meer voor.

Handelsbelemmeringen zijn de dood in de pot. Zelfs letterlijk. Handelsoorlogen kunnen tot reële oorlogen leiden wanneer een land zich te zeer in zijn belangen geschaad voelt. In Europa is dat een belangrijke reden geweest om tot aan het eind van de Tweede Wereldoorlog bijna continu oorlogen te voeren. Dat moeten we dus niet hebben. Slechts de oorlogsindustrie maakt dan grote winsten.

Maar op die handelsbelemmeringen hebben we nu wat gevonden. We voeren veelomvattende vrijandelsverdragen in, zoals het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). Dat akkoord regelt vrije business tussen de VS en de EU. Grote ondernemingen krijgen een belangrijker stem dan landen. Als een land met een nationale wet een investering van een bedrijf doorkruist, gaat of die wet niet door of krijgt het bedrijf een enorme schadevergoeding. Zo heeft het Zweedse energiebedrijf Vattenfall via een internationaal handelsverdrag een claim van 3,7 miljard euro ingediend tegen de Duitse staat. Duitsland besloot vanaf 2022 te stoppen met kernenergie, terwijl Vattenfall net voor 700 miljoen had geïnvesteerd in twee Duitse kerncentrales. Het mooie is dat nationale wetten niet meer van toepassing zijn voor grote multinationals. Alles wordt geregeld in verdragen. Het gepeupel van een land kan nog zoveel protesteren, dat maakt niet meer uit. Een land kan uiteraard besluiten een verdrag op te zeggen, maar daarmee stelt het als het ware automatisch handelsboycots tegen zich in. Die optie zullen regeringen niet snel kiezen. Het wordt een prachtige wereld, zoals voorzien is door het karakter Jensen in de film Network (1976).

De wereld is een verzameling van ondernemingen, Meneer Beal, volledig bepaald door de onveranderlijke wetten van de economie. De wereld is een onderneming, meneer Beal! […] En onze kinderen zullen deze perfecte wereld eindelijk zien, een wereld waarin er geen oorlog meer is en geen hongersnood, geen onderdrukking en geen wreedheid. Wat zal overblijven is één enorm gemeenschappelijk bedrijf, waarvoor alle mensen zullen werken om een gezamenlijke winst na te jagen, een bedrijf waarin iedere mens een aandeel zal hebben. In alle behoeften zal voorzien worden, alle angsten zullen verdoofd worden, alle verveling geëntertaind.

Kortom, we profiteren op grootscheepse wijze met drie G’s: Grote vrijhandel leidt tot Grote winsten voor Grote ondernemingen.

8 gedachten over “Nieuwe kansen voor vrijhandel”

  1. “Het gaat om een ideale zakenwereld. Niemand besodemietert de ander. Gevallen als Cuba, dat jarenlang goedkoop suikerriet produceerde en toch zijn producten wegens handelsbelemmeringen niet kwijt kon, komen niet meer voor.”

    Oh? Ik kijk even over de grens, naar bijv. Afrika.

    “Grote ondernemingen krijgen een belangrijker stem dan landen.”

    Maar het zijn juist die landen, die allerlei subsidies aan die grote ondernemingen verstrekken.

    “Het gepeupel van een land kan nog zoveel protesteren, dat maakt niet meer uit”

    Dat blijkt maar al te vaak, helaas.

  2. ‘De fout in de redenering : De reële kosten worden niet berekend , slechts korte termijn profijt telt en behoeften word gecreëerd … Vervoer van nutteloze producten is een van de grootste verontreinigers , productie ervan verspilt grondstoffen , en uit drang klanten te houden door bodemprijzen worden werknemers wereldwijd tegen elkaar opgezet om de lonen zo laag mogelijk te houden … DAT is de realiteit van vrijhandel ..

  3. @Le Roi danse: dat is het gelukkig, als je vorige stukken van Sjaak over het vrijhandelsverdrag terugleest.

  4. @3 Le Roi,

    Het is satire. De vrijhandelsakkoorden zijn een opmaat voor een wereld waar de gewone man niets meer in te brengen heeft, zijn stem bij een verkiezing er niet meer toe doet.

  5. @5, Sjaak,stem ik volledig met Sjaak mee.

    De Mondialisatie ter bate van enkelingen gaat steeds verder door totdat het volk tot llesproducerend/consumerend vee wordt neergehaald.

Reacties zijn gesloten.