Piketty lezen (2) – De bourgeoisie als graver van haar eigen graf

De inleiding is in deel 1 te lezen.

Karl Marx heeft in het ‘Communistisch Manifest’ gesteld dat de bourgeoisie voor alles haar eigen doodgravers produceert. De kapitalisten accumuleren steeds grotere hoeveelheden kapitaal, wat uiteindelijk leidt tot een onstuitbare daling van de winstvoet en tot hun eigen ondergang.

Voor iemand die Marx niet heeft gelezen, weet Piketty ongebruikelijk veel over hem. De Fransman bevestigt de door Marx opgemerkte tendens met behulp van wiskundige formules. Hierbij is α: aandeel kapitaal; β: langetermijnverhouding kapitaal/inkomen; s: spaarquote; g: groeivoet; r: rendement.

Maar een logische en steekhoudende manier om wat hij [Marx] zegt te interpreteren is om de dynamische wet β = s/g te bezien in het specifieke geval waarin de groeivoet g nul is of althans dicht bij nul. (p.271)

Indien er geen sprake is van structurele groei, en het groeipercentage g is nul, dan leidt dat tot een logische contradictie die wat Marx beschrijft zeer dicht benadert. Vanaf het moment dat de netto spaarquote s positief is, dat wil zeggen dat de kapitalisten doorgaan met het accumuleren van jaarlijks meer kapitaal, omdat ze uit zijn op macht of de status-quo willen handhaven, of simpelweg omdat hun levensstandaard al hoog is, zal de verhouding kapitaal/inkomen voortdurend toenemen. Meer in het algemeen: als g laag is en dicht bij nul ligt, gaat de langetermijnverhouding β naar oneindig. En bij een extreem hoge verhouding kapitaal/inkomen β zal het rendement op kapitaal onvermijdelijk steeds verder afnemen en steeds dichter bij nul komen, anders zal het aandeel van kapitaal in het inkomen α = r x β uiteindelijk al het nationaal inkomen opslokken.
De dynamische contradictie waarop Marx wees, duidt op een reëel probleem, waarvoor structureel groei de enige uitweg is, de enige weg om – tot op zekere hoogte – tot een evenwichtig proces van kapitaalaccumulatie te komen. Door de constante productiviteits- en bevolkingsgroei kan de constante toevoeging van nieuwe kapitaaleenheden worden gecorrigeerd, zoals de wet β = s/g zegt. Zo niet, dan graven de kapitalisten daadwerkelijk hun eigen graf: of ze staan elkaar onderling naar het leven in een wanhopig gevecht tegen de tendentiële daling van het rendement (bijvoorbeeld door het voeren van een oorlog met de beste koloniale investeringen als inzet, zoals Frankrijk en Duitsland in 1905 en 1911 in de Marokkaanse crisis); of ze slagen erin het aandeel van arbeid in het nationaal inkomen voortdurend te doen afnemen, wat uiteindelijk zal leiden tot een proletarische revolutie en verlies van bezit. Kapitalisme wordt hoe dan ook ondermijnd door zijn eigen tegenstellingen. (p.272-273)

Zonder groei – door bezuinigingen – graven kapitalisten hun eigen graf. Het mooie van de wiskundige vergelijkingen is dat die dat keurig aangeven. De gebeurtenissen in Griekenland illustreren een en ander. Als een land wordt uitgemergeld door het kapitaal, er geen perspectief op groei meer is, is er grote kans op een proletarische revolutie. Een revolutie impliceert niet zonder meer geweld, maar kan ook met behulp van de stembus worden verwezenlijkt.

Nu is er natuurlijk lange na geen zekerheid over het vervolg van de stembusrevolutie in Griekenland. Wat Syriza kan bewerkstelligen hangt af sterk van de machtsverhoudingen in Europa. Maar als de Griekse opstand wordt gesmoord door economische dwangmaatregelen, is dat niet het einde van de ‘revoluties’. α = r x s/g, waarbij g naar nul gaat door bezuinigingen, geeft aan dat het aandeel kapitaal (α) dan onverdraaglijk groot wordt en er meer ‘revoluties’ zullen volgen.