6 april gaat over grenzen stellen, letterlijk en figuurlijk

Er is al veel gezegd en geschreven omtrent het aankomende Oekraïnereferendum. Voor- en tegenstanders hebben zich inmiddels in hun loopgraven genesteld en proberen het zwevende electoraat hun kant op te zuigen. Kranten en tijdenschriften, televisie- en radioprogramma’s en Facebook en Twitter zijn vanzelfsprekend belangrijke media om een visie over te brengen. En de tijd tikt. Met nog 3 nachtjes slapen tot de volksraadpleging, bespreek ik hardop mijn overweging om voor, tegen, blanco of helemaal niet te gaan stemmen.

Laten we wel wezen, in de argumentatie die in de aanloop naar dit referendum wordt gebezigd, door zowel vertegenwoordigers van het Ja- als het Nee-kamp, ontbreekt vaak enige nuance en iedereen blijkt zo z’n eigen interpretatie van het associatieverdrag te hebben. Dat vind ik op zich helemaal niet zo erg. Deze overeenkomst tussen de EU en Oekraïne is inmiddels ook meer dan hetgeen er zwart op wit staat. Het gaat over een soevereine staat die zich los wil maken van haar Sovjetverleden, en met een schone lei wil beginnen.

Het gaat ook over Nederland, waar de angst voor het onbekende sinds mensen massaal vanuit onder meer Syrië naar Europa vluchten alleen maar is toegenomen. De vluchtelingenkwestie verdeelt Europa, maakt Eurosceptische sentimenten los in de samenleving en door de recente en minder recente aanslagen vliegt men elkaar meer dan ooit in de haren over de Islam. Juist in de periode dat Oekraïne toenadering zoekt tot de Europese Unie en Rusland zich inspant dit te dwarsbomen.

Zo gaf minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders begin maart door aan de Tweede Kamer: “In het jaarverslag AIVD 2014 (blz. 29-30) is vermeld dat de Russische inlichtingen- en veiligheidsdiensten structureel aanwezig zijn in Nederland en dat de wereldwijde Russische campagne om beleid en beeldvorming ten aanzien van Rusland te beïnvloeden ook Nederland raakt”. Wel voegde hij daaraan toe: “Het kabinet beschikt echter niet over aanwijzingen dat er in het geval van het aanstaande raadgevend referendum over het Associatieverdrag tussen Oekraïne en de Europese Unie sprake is van beïnvloeding op oneigenlijke wijze vanuit Rusland.

Desalniettemin kunnen we deze ‘elephant in the room’, zoals de Oekraïense minister Pavlo Klimkin (die een centrale rol speelde in de totstandkoming van het associatieverdrag en het document volgens eigen zeggen uit zijn hoofd kent) Rusland gisteren noemde tijdens het ‘Oekraïnereferendum Festival’ in De Balie te Amsterdam, niet over het hoofd zien. Dat doet de Nederlandse stemmer ‘gelukkig’ ook niet.

Zo bleek uit het meest recente EenVandaag Opiniepanel dat tegenstemmers vinden dat we Rusland niet tegen de haren in moeten strijken, terwijl de voorstemmers met dit associatieverdrag een signaal aan Rusland willen geven. Verder is er een groep die wil thuisblijven uit protest. Afgaande op dit Opiniepanel, en andere peilingen, is het tegenkamp in de meerderheid. Van de mensen die al weten dat én wat ze gaan stemmen, zegt 59% tegen te stemmen en 41% stemt 6 april voor. Opvallend is dat voor- en tegenstemmers veelal dezelfde zaken als verklaring voor hun keuze noemden, maar dat ze in de interpretatie hiervan lijnrecht tegenover elkaar staan.

Nogmaals, dit referendum gaat niet alleen maar over een 323 pagina’s tellend (exclusief bijlagen!) verdrag. Een associatieovereenkomst met een land dat er volgens een recent onderzoek van Ipsos Oekraïne niet goed op staat bij Nederlandse kiezers. Het vertrouwen is laag en het land is volgens een meerderheid van de Nederlanders corrupt, onveilig, niet vrij, niet democratisch en niet open. Wat de daadwerkelijke feiten zijn, doet er 6 april natuurlijk niet toe. Dan telt de publieke perceptie die wij hebben van Oekraïne.

Dan is er nog een ander, niet onbelangrijk, recent onderzoek, uitgevoerd door GfK Ukraine. Uit deze survey bleek dat 64% van de Oekraïners het ondertekenen en ratificeren van het associatieverdrag met de EU, dat plaatsvond in 2014, een juiste zet vindt. Belangrijk om daarbij te vermelden, is dat de steun voor het associatieverdrag de overhand heeft in alle regio’s van Oekraïne die onder controle staan de regering in Kiev.

Onder de inwoners van de zuidelijke en oostelijke regio’s (met inbegrip van de districten van Donetsk en de Luhansk regio’s die gecontroleerd worden door de overheid), is die steun lager (45%) dan in de westelijke regio’s (80%), maar niettemin overheerst deze steun de oppositie (39%) hier jegens het  associatieverdrag. Bovendien overheerst de wens dat een meerderheid van de Nederlanders ‘ja’ stemt op 6 april in heel Oekraïne (83% in de westelijke regio’s en 57% van de inwoners in de zuidelijke en oostelijke regio’s).

Moeten we eigenlijk wel met politici, die zich meer hebben ingelezen in dit onderwerp en hebben meegewerkt aan de totstandkoming van het verdrag, mee willen beslissen? Hebben wij, de Nederlandse burger, wel voldoende kijk op de politieke beslissingen die in Den Haag en Brussel genomen worden? En, meest significant, moeten wij ons wel mogen uitspreken over een associatieverdrag dat betrekking heeft op een soeverein land en door zowel de huidige Oekraïense regering als de meerderheid van de Oekraïense burgers wordt omarmd?

Laat ik daar zelf op antwoorden dat dit referendum allereerst een mooie gelegenheid biedt om het publieke debat te voeren over de rol van de EU en haar bevoegdheden. Het biedt een kans kennis te maken met Oekraïne; een land dat toenadering zoekt tot het Westen, hoewel het een lange geschiedenis deelt met Rusland. Laat ik mijn hart spreken, dan vind ik dat we de Oekraïners een kans moeten geven om hun eigen lot te bepalen, en dat als ze een Europese koers willen inslaan, we ze daarin geen strobreed in de weg mogen leggen. Niet uit Europees-imperialistische overwegingen, maar simpelweg omdat ik niet zie waarom we dat wel zouden moeten doen. Mijn stemadvies is: laat je niet door angst regeren, kijk enkel naar de feiten en stem vooral met je hart. Of het vervolgens nou een ja, nee, blanco of helemaal geen stem wordt, het is dan in ieder geval een weloverwogen beslissing. Wat ik zelf ga stemmen, moge inmiddels duidelijk zijn.

Ik geloof in de soevereiniteit van Oekraïne, net zoals ik in de soevereiniteit van Nederland geloof. Maar het is een grensland, dat geografisch verbonden is met Polen, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Moldavië én Rusland. 6 april gaat mijns ziens dan ook in de eerste plaats over grenzen stellen, letterlijk en figuurlijk. Het merendeel van de Oekraïners kiest ervoor eenzelfde koers in te slaan als landen als Polen en een compromis met Rusland zit er voorlopig helaas (!) niet in. Bij gebrek aan beter, stem ik 6 april voor en trek ik daarmee tezamen met Oekraïners de grens; tot hier en niet verder.