Als natuur de status heeft van beschermd gebied wordt er minder ontbost, maar helemaal stilvallen doet de houtkap zelden. Dat blijkt uit een analyse van 18.000 natuurgebieden in 63 landen.
De resultaten van de studie, gepubliceerd in Nature Ecology and Evolution, suggereren dat slechts 6,5 procent van de bossen op aarde in de volle zin van het woord “beschermd” is. Dat is minder dan de doelstelling van 17 procent die in het Biodiversiteitsverdrag van de Verenigde Naties wordt nagestreefd.
Cruciale ecosystemen
De bevindingen komen net op het moment waarop ook Amerikaans president Joe Biden oproept om 30 procent van het land en de wateren van de Verenigde Staten te beschermen, vergeleken met de huidige 12 procent nu. Hij wil tevens een plan ontwikkelen om het Amazonewoud en andere cruciale ecosystemen beter te beschermen omdat die cruciaal zijn voor de opslag van CO₂.
“Er zijn aanwijzingen dat we midden in een massale uitsterving zitten die de planeet maar vijf keer eerder heeft meegemaakt”, zegt studieleider Christopher Wolf van Oregon State University College of Forestry. “Gebieden formeel beschermen is een primair instrument om ontbossing te verminderen, het uitsterven van soorten tegen te gaan en de daling van de opslag van CO₂ te vertragen.”
Effectiviteit van bescherming
Uit het onderzoek blijkt dat ontbossing in beschermde gebieden 41 procent lager ligt dan in niet-beschermde natuur. De onderzoekers hebben ook kunnen aantonen dat eerdere schattingen, als zou 15,7 procent van de bossen op aarde beschermd zijn tegen houtkap, te optimistisch waren.
“Het is duidelijk niet genoeg om een bos beschermd te noemen om er daarna van uit te gaan dat dat ook werkelijk is”, zegt Wolf. “Je kan niet simpelweg vertrouwen op de hoeveelheid officieel beschermd land als maatstaf voor de effectiviteit van natuurbehoud. Bijna een derde van alle beschermde gebieden staat onder zware menselijke druk.”
VN-Biodiversiteitsverdrag
Uit de studie kwam naar voren dat de ontbossingspercentages in beschermde gebieden het hoogst zijn in Afrika, Europa en Zuid-Amerika en het laagst in Oceanië – Australië, Nieuw-Zeeland, Papoea-Nieuw-Guinea en de nabijgelegen eilandketens.
Van de 63 onderzochte landen hebben ten minste 34 landen 17 procent van hun bosgebied beschermd. Dat wil zeggen dat ze in overeenstemming zijn met de doelstelling zoals vastgelegd in het VN-Biodiversiteitsverdrag.
Nieuw-Zeeland staat in het onderzoek van Wolf en collega’s op de eerste plaats wat betreft de hoeveelheid beschermd gebied en een grote effectiviteit van de beschermingsmaatregelen. China staat helemaal achteraan in de rij.
Zuid-Afrika
Natuurbescherming in Zuid-Afrika bleek het meest effectief: de ontbossingspercentages liggen er acht keer lager dan in vergelijkbare controleplaatsen. Sierra Leone, Maleisië en Cambodja zijn de landen die hun bossen het snelst verliezen.
“De effectiviteit van natuurbescherming hangt af van verschillende factoren zoals voldoende toezicht, handhaving en het budget dat daarvoor nodig is”, zegt Wolf. “Jammer genoeg blijkt uit ons onderzoek dat de beschermingsstatus van bossen er hooguit in slaagt om ontbossing af te remmen. Ook geldt vaak: hoe groter het beschermde bos, hoe hoger het verlies ervan door houtkap.”
Dit heeft serieuze implicaties voor de 17 procent-doelstelling van de VN, stelt coauteur Matt Betts, directeur van het Forest Biodiversity Research Network aan de universiteit van Oregon.
“Als je rekening houdt met de bedenkelijke beschermingsgraad van de zogeheten beschermde gebieden, dringt een verdubbeling van die doelstelling zich op”, concludeert hij.
- IPS-bericht overgenomen van De Wereld Morgen