1001 commissies of de luchtballon van Duivesteijn

PvdA-senator Adri Duivesteijn wil weer een onderzoek naar het verlies van de PvdA. Zielig en belachelijk strijden om voorrang bij de kwalificatie van het idee. Minder dan twee weken geleden nog heb ik een bericht gewijd aan de deconfiture van de sociaal-democratie en de clichématige maar onzinnige reactie: De terugkerende herhaling van het zoeken naar de ideologische wortels van de PvdA. Daar heb ik kort maar keurig aangegeven dat het tijdperk van de traditionele sociaal-democratie er op zit.

Wanneer heeft de PvdA zijn laatste evaluatie gehad? Was dat niet afgelopen september in Friesland? En had ze toen niet het ei van de mienskip gevonden? En voordat het ei is uitgebroed, is het al als een koekoeksjong herkend: het plan past niet.

Nee, het plan werkt niet want de ideologie van de PvdA is op. Vroeger, voordat Wim Kok de partij leidde, hoopte men op een democratische weg naar het socialisme. Geen revolutie, maar een geleidelijke weg via de stembus zou het socialisme brengen. Wim Kok begreep in 1995 echter dat na de val van de Muur in 1989 er vooralsnog geen uitzicht was op een perspectiefvol socialisme. Hij handelde pragmatisch en schudde de ideologische veren af. Op dat moment bevrijdde Kok de PvdA van de last van een slecht uitpakkende utopie. Maar hij bevroedde niet wat de consequentie was. De PvdA werd een soort kruidenier. Niet ‘mag het ietsje meer zijn?’ maar ‘mag het ietsje minder?’ ontstond als nieuw credo; mag het ietsje minder hardvochtig rechts zijn? Zo gebeurde het dat rechts steeds twee stappen kon zetten, twee stappen naar rechts. Daarop mocht de PvdA soms een minuscuul stapje terug naar links doen. Dat kleine stapje werd vervolgens als een overwinning gepresenteerd.

Kan de PvdA dan niet veranderen na een echt grondige evaluatie? Nee, dat kan ze niet. Voor de verkiezingen van de Provinciale Staten heb ik uitgelegd dat partijen niet kunnen veranderen, tenminste niet op korte termijn. Er spelen te veel belangen van gevestigde machten, die er op grond van de ‘oude’ politiek zitten. Wil er verandering plaatsvinden, dan zal je hoop moeten vestigen op een nieuwe partij. Zoals Syriza de Griekse politiek op zijn kop heeft gezet.

Wil een nieuwe politieke groepering links aan de weg timmeren, dan zal daarbij het aloude motto van internationale solidariteit voorop moeten staan. Het merendeel van de natiestaten is aan het eind van zijn latijn. Ze zijn te klein om zelfstandig een economische koers te bepalen. Tussen samengaan of verder gaan als vazalstaten van een hegemoniale staat is de keuze. Een vazalstaat geeft impliciet de democratie van zijn bevolking weg. In dit verband stelde vooraanstaande europarlementariër Kathleen Van Brempt pas nog dat de Partij van de Europese Socialisten weliswaar bestaat, maar niets te zeggen heeft. Kortom: internationale samenwerking kun je moeilijk van sociaal-democraten verwachten. En daarmee is de sociaal-democratie op dood spoor beland.