Zitkála Sá (1876-1938), Sioux auteure: Waarom ik heiden ben

In het boek Zwarte Eland Spreekt (Lochem, 1964), vertelt het Sioux-opperhoofd Zwarte Eland (1863-1950): ‘Waar heen wij ook gingen, overal kwamen soldaten om ons te vermoorden en het was daar overal eigen land. Het was al van ons toen de ‘witte mensen’ het verdrag met Rode Wolk sloten, waarin stond, dat het land van ons zou zijn zolang als het gras zou groeien en water vloeien. Dat was pas acht winters geleden en nu joegen ze ons weg, omdat wij het nog wisten en zij het vergeten hadden’. Deze snijdende Sioux kritiek staat niet op zichzelf. Het is exemplarisch voor de twee verschillende manieren van kijken naar het recht, de Sioux manier en de bleekgezichten manier. De tweede wijze typeert het gedrag van witte mensen met macht. Het herhaalt zich ook.

Ik kwam het tegen in de onlangs uitgekomen Franstalige bundel teksten van Sioux auteur, Zitkála Sá (1876-1938) getiteld L’Oiseau rouge, Mémoires d’une femme dakota (Rode vogel, Herinneringen van een Dakota vrouw). Ze schrijft dat zij als meisje, levend in het Yankton Sioux Reservaat in Zuid-Dakota, eens tegen haar moeder zei: ‘Als ik zo groot ben als mijn nicht hoef jij niet meer naar de rivier te lopen om water te halen, dan zal ik het voor jou doen’. Daarop antwoordde haar moeder met een vreemde trilling in haar stem die zij niet begreep: ‘Als de bleekgezichten niet ons de rivier afnemen waar wij uit drinken’. ‘Moeder, wie zijn zij, die kwaadaardige bleekgezichten?’. ‘Mijn kleine meid, het zijn bedriegers, nietige oplichters, niets anders!’.

De bundel maakt meer duidelijk. Wanneer Zitkála Sá (haar naam is in de taal van Lakota ‘rode vogel’) als achtjarig kind door missionarissen bij haar familie werd opgehaald en in een internaat geplaatst, werd haar en de andere kinderen hun cultuur afgenomen (voertaal wordt Engels en er mocht geen Dakota gesproken worden) en zij kregen de christelijke godsdienst in gepompt. Missionarissen aan het werk: assimilatie. Een consequentie ervan kan men lezen in de, in de bundel opgenomen tekst met als titel: ‘Waarom ik een Heiden ben’. Ik kom daarop terug. [ThH]

The Sun Dance

De Franstalige bundel is te zien als een moedig initiatief van een kleine uitgeverij in Frankrijk om het werk en het activisme van Zitkála Sá opnieuw uit de vergetelheid te halen. Deze uitgeverij heeft mede tot doel de aandacht van het publiek te vestigen op literaire werken die vrouwenstemmen laten resoneren, om de verbeelding te vergroten en zich open te stellen voor een andere gevoeligheid.

Ook in Nederland is zij uit de vergetelheid gehaald, zo is op te merken op de site One World. Daar vindt men een documentaire onder de titel ‘Waarom je inheems multitalent en activist Zitkála Sá moet kennen’ (zie hier), gemaakt door Femke van Zeijl (augustus 2023). Je leest er onder meer over een ‘politiek statement’ dat Zitkála Sá maakt met de door haar geschreven opera ‘The Sun Dance’ (1913). In die tijd stond er in de Verenigde Staten een verbod op inheemse rituelen, zoals de zonnedans. Haar strijd draaide om het effectueren van culturele rechten, burgerrechten, mensenrechten. In een tijdperk waarin die ontkracht raken – zoals in het huidige tijdperk – is het goed om je te realiseren waaruit het ‘gewone leven’ hoort te bestaan. Daar hoort een vrije geest bij, niet een eendimensionale.

Haar werk is jaren geleden in het Engels in vele uitvoeringen verschenen (de teksten in de Franstalige bundel zijn dan ook uit het Engels vertaald). Ook in een Nederlandse vertaling verscheen een aantal teksten haar, in de bundel getiteld Amerikaanse Indianen Verhalen (2013).

‘Waarom ik een Heiden ben’

‘Why I am a Pagan’, ‘Pourquoi je suis païenne’. Drie dezelfde titels in verschillende talen. In de Franstalige bundel vormt het de laatste van vier teksten. De drie voorafgaande teksten betreffen: ‘Indrukken van een indianenjeugd’, ‘De schooljaren van een klein indianenmeisje’ en ‘Een indiaanse die indianen onderwijst’. Alle vier de teksten zijn voor het eerst gepubliceerd in het tijdschrift The Atlantic Monthly tussen 1900-1902. De artikelen veroorzaakten opschudding, in contrast met de kolonialistische propaganda van die tijd waarin het ging om ‘het doden van de Indiaan en het redden van de mens’, aldus is te ontlenen aan de inleiding die aan de teksten voorafgaat. Voor die inleiding tekent Céline Planchou die aan de Parijse universiteit Sorbonne USA-geschiedenis doceert met een nadruk op autochtonen kwesties.

Zij schreef  een korte levensgeschiedenis van Zitkála Sá en haar activisme. Naar haar mening benadrukken de in deze bundel vertaalde verhalen de schoonheid en waarde van de gebruiken van Dakota, familiestructuren en spiritualiteiten die door de dominante Amerikaanse samenleving werden veracht en waarvan zij zich gedeeltelijk vervreemd voelde, maar die toch nog steeds werkzaam waren. ‘Waarom ik heiden ben’ is in die zin, aldus Planchou, een ontroerende tekst die het Amerikaanse project van assimilatie lijkt te ondermijnen.

De individualiteit van de kinderen wordt vernietigd als de school ze verandert in ‘mummies die klaar zijn om begraven te worden’. Er was dus inderdaad sprake van verwoesting, maar Zitkála-Šá getuigt ook van ‘hardnekkige autochtonie’. Niet verwonderlijk. ‘Geconfronteerd met de ‘beschavingsmachine’ komt Zitkála-Šá in opstand en toont zij een grote veerkracht, ontleend aan haar gelukkige jeugd in Yankton, waarover zij als volgt spreekt: ‘het prachtige uithoudingsvermogen dat ik als erfenis had ontvangen, stelde me in staat te buigen zonder te breken’.

Er is evenwel nog een andere kwestie die frappeert. Daar wil ik nu enige aandacht aan besteden. De kwestie openbaart zich tegen het eind van haar ‘Waarom ik Heiden ben’. Op rustige toon schrijft zij: ‘Neef, ik heb jaren geleden van vriendelijke zendelingen geleerd het heilige boek te lezen. Deze goddelijke mannen leerden mij ook de dwaasheid van onze oude overtuigingen.’ Even verderop formuleert zij: ‘Er is één God die beloning of straf geeft aan het ras van dode mensen. In de hoge regionen worden de christelijke doden verzameld in onophoudelijk gezang en gebed. In de diepe put beneden dansen de zondaars in martelende vlammen’ (p. 121).

In het eerste citaat wordt de christelijke arrogantie opgerakeld, door op de ‘dwaasheid van onze oude overtuigingen’ te wijzen, dat de zendelingen aandragen. In het tweede citaat wordt wat ik noem de ‘configuratie van de Ene’ getekend. Er is één God, het gaat immers om een monotheïsme. Daarvan wordt voor de wereldse uitwerking van deze configuratie afgeleid onder meer: de Leider, de Staat, de Bureaucratie (hiërarchie; verticaliteit; let op: ‘de hoge regionen versus de diepe put’), die ene taal, ‘onze natie’. Hiertegen wordt door hedendaagse inheemse volken strijd gevoerd, zoals te lezen is in het boek Wij zonder staat geschreven door de taalkundige Elena Aguilar Gil, geworteld in het Mixe gebergte in Oaxaca (Mexico). Zij formuleert aansluitend: ‘Nooit in de geschiedenis van de mensheid was de wereld uiteindelijk opgedeeld in iets meer dan 200 landen overeenkomstig een ideologisch model waarin voor iedereen is klaar gelegd één identiteit, één vlag, één geschiedenis, één taal…’ (zie verder hier). De ‘configuratie van de Ene’ ten voeten uit.

Zonder het zich op die manier bewust te zijn of het zo te zeggen, koos Zitkála Sá evenwel voor de ‘configuratie van de Veelheid’ en horizontaliteit. Luister maar naar haar verwerking van het tweede citaat: ‘Als klein kind dat in een wondere wereld aan het waggelen is, geef ik boven hun dogma de voorkeur aan mijn excursies naar de natuurlijke tuinen waar de stem van de Grote Geest wordt gehoord in het getjilp van vogels, het kabbelen van machtige wateren en de zoete ademhaling van bloemen. Als dit heidendom is, dan ben ik op dat moment tenminste een Heiden.’

Zitkála SáL’Oiseau rouge, Mémoires d’une femme dakota, Éditions Les Prouesses, Forcalquier, 128 blz., prijs 18 euro.

Bob Dylan zingt over wat er passeerde in zijn

With God on Our Side’:

Oh, the history books tell it, they tell it so well
The cavalries charged, the Indians fell
The cavalries charged, the Indians died
Oh, the country was young with God on its side.

– door Thom Holterman, eerder verschenen bij Libertaire Orde

De verhalen van Zitkála Sá als audioboek. Waarschuwing: saaie mannenstem.