Welkom warmere wereld

‘Hoe weinig belang stellen we in een kaal eiland binnen de poolcirkel, waarop geen enkele plant groeit, vergeleken met een tropisch eiland dat wemelt van leven in zijn meest wonderbaarlijke vormen.’ Svante Arrhenius noteerde dit meer dan een eeuw geleden in Världarnas utveckling (Engelse vertaling: Worlds in the Making). Acht jaar geleden in Blij met een groene kerst? schreef ik er al eerder over. Arrhenius was zeker geen lobbyist van de fossiele brandstofindustrie maar een vooraanstaande wetenschapper (Nobelprijswinnaar). Hij probeerde als eerste de gevolgen van klimaatverandering te schetsen. Had hij gelijk met zijn optimistische visie? Wellicht.

Sahara
Met zijn vergelijking tussen eilanden deed Arrhenius natuurlijk aan framing. In plaats van een tropisch eiland had hij ook een godverlaten plek in de Sahara kunnen kiezen en suggereren dat opwarming woestijnvorming in de hand werkte. Maar hij was Scandinaviër en misschien beviel het klimaat van Spitsbergen hem niet. Of misschien voorvoelde hij intuïtief dat opwarming niet noodzakelijkerwijs gepaard gaat met droogte. Weliswaar was de kennis over een Groene Sahara er nog niet. Die kwam er pas na zijn dood in de jaren dertig van de vorige eeuw toen ontdekkingsreiziger László Almásy na zijn ontdekking van wandschilderingen van grote zoogdieren in grotten van het Gilf el-Kebir plateau veronderstelde dat de Sahara vroeger veel groener geweest moest zijn.

Kan de Sahara terug vergroenen? Dat blijft een vraag. Feit is dat de Groene Sahara optrad in het vroege Holoceen toen het warmer was dan tegenwoordig. Hoeveel warmer is onbekend; de bepalingsmethoden voor de temperatuur destijds zijn te onnauwkeurig. Misschien is de huidige temperatuur al voldoende voor vergroening, misschien is nog twee graden extra nodig. En dan nog is de ene soort opwarming niet gelijk aan de andere. Meer zonlicht als gevolg van verandering van de Milanković-parameters en dus meer straling geeft andere effecten dan meer broeikasgassen.

Grote klimaatspelers
Een Groene Sahara is een scenario met een nog onbekende kans erop. Wel al een feit is dat permafrost smelt. Dat is geweldig. Duizenden jaren bevroren grond ontdooit en kale, weinig biodiverse toendra kan veranderen in bos. En net ten noorden van de toendra smelten de bevroren Arctische zeeën. Er is een begin van de Noordoostpassage, de scheepvaartroute tussen Europa en het Verre Oosten langs Siberië. Ruslands president Vladimir Poetin is er blij mee. Hij heeft in 2018 een decreet uitgevaardigd dat voorziet in de ontwikkeling van de Noordelijke Zeeroute opdat er in 2024 via deze weg 80 miljoen ton aan goederen gaat. Hoewel Rusland het Klimaatakkoord van Parijs heeft ondertekend, zou het zomaar kunnen dat Poetin in navolging van president Donald Trump van de VS het verdrag binnenkort opzegt.

Een andere belangrijke speler met betrekking tot klimaatverandering is China. Dit land is de grootste verbruiker van steenkool. Het gebruik van steenkool geeft enorme smogoverlast. Daarom wil China aan de ene kant steenkoolcentrales afbouwen, aan de andere kant echter zijn die nog hard nodig voor de economische ontwikkeling. Vooralsnog lijkt het erop dat van China niet veel te verwachten is met betrekking tot CO2-uitstootreductie. Daarnaast zijn er in China woestijnen. Daarvoor geldt hetzelfde als voor de Sahara. Klimaatopwarming zou de woestijnen daar kunnen terugdringen, hoewel er nog volop onduidelijkheden in dat scenario zitten. Chinese klimaatwetenschappers trekken er derhalve hard aan. Mocht het zo uitkomen dat het Chinese klimaat grotendeels profiteert van opwarming, dan is de kans op mondiale beperking van CO2-emissies van de baan.

COP25
COP25, de jaarlijkse conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering in december, ditmaal in Madrid, zal in het licht van voorgaande opnieuw weinig opleveren. De VS, noch Rusland, noch China zullen willen aandringen op terugdringing van broeikasgassen. Misschien is dat helemaal niet erg. Het zij zo dat het merendeel van de wetenschappers waarschuwt voor de gevolgen van klimaatverandering. Beroep op dit merendeel is echter een veelgebruikte drogreden (consensus gentium). Het gaat uiteindelijk om valide argumenten. Maar wat is valide? Alleen de toekomst zal leren of er een fijner klimaat komt met uitbundige flora en fauna. Maar wees vanwege ongekwantificeerde voorspellingen niet bevreesd voor de toekomst. Een citaat van Walter Benjamin kan toepasselijk zijn: ‘Daß es “so weiter” geht, ist die Katastrophe.’