“We zijn er nog niet helemaal uit”

In een coalitie is het een kwestie van geven en nemen. Jij een beetje je zin, dan ik ook. Allebei een tikkeltje ontevreden, dan is een prima compromis bereikt.

Dat geldt bijna voor alle onderwerpen waar coalitiepartners het niet helemaal over eens zijn. Bijna dan toch. Voor sommige onderwerpen zou dat niet moeten en mogen gelden. Als het bijvoorbeeld over universele mensenrechten gaat. Als het over internationale overeenkomsten gaat waar je je als land aan hebt geconformeerd. Die regels horen leidend te zijn. Helemaal als het over de meest kwetsbare medemensen op aarde gaat. Helemaal als het om een zaak van leven of dood gaat. Helemaal als een belangrijk deel van je eigen-volk-eerstvolk openlijk van mening is dat de levens van mensen op de vlucht voor dodelijk geweld in enge dictaturen niets waard zijn. Dat volk moet hoognodig een lesje geleerd worden, een lesje menselijkheid. De instrumenten daarvoor liggen voor het oprapen. Er is geen discussie mogelijk over mensenrechten. Die liggen vast en vinden hun beslag in vrijwel elk beginselprogramma van vrijwel elke politieke partij. Behalve bij de beweging die PVV heet. Zij grijpt in haar “programma” drie keer terug op mensenrechten, maar dan wel in verband met het schenden daarvan in zogenoemde islamitische landen. Om vervolgens vrijwel alle rechten van Nederlandse moslims te ontkennen dan wel af te willen pakken.

De PVV is een relatief marginale beweging in de Haagse politiek, maar een niet te negeren factor als het om stoken en haat zaaien gaat. Ondanks haar marginaliteit blijkt de beweging toch invloed te hebben op het kabinetsbeleid. Vooral als het om het asielbeleid, vluchtelingenbeleid en ontwijken van mensenrechten gaat. De PVV gebruikt haar beperkte invloed om het kabinetsbeleid te ontmenselijken en de VVD trapt daarin.

Uitgeprocedeerde asielzoekers hebben recht op minimale voorzieningen in het land waar zij verblijven. Dat staat buiten kijf, althans dat zou buiten kijf behoren te staan. Maar de VVD wil daar niet aan. De VVD wil graag kijven om te voorkomen dat de PVV in 2017 of eerder slecht garen spint bij een menselijk VVD-beleid.

Het beginselprogramma van coalitiepartner PvdA staat vol met lovenswaardige standpunten over mensenrechten en asielbeleid. De PvdA wast ook met enige regelmaat luidkeels de oren van Europese lidstaten die het niet zo nauw nemen met diezelfde mensenrechten. Kortom, de PvdA staat aan de “goede” kant en dat is eigenlijk een vanzelfsprekendheid.

Het is daarom onbegrijpelijk dat de PvdA zich opnieuw heeft laten verleiden om op hoog niveau een discussie over een minimale bed-bad-broodregeling voor uitgeprocedeerde asielzoekers, die geen kant op kunnen dan een zwervend bestaan, te voeren met de VVD die zich diskwalificeert door electorale motieven te huldigen.

Het is ook onbegrijpelijk dat de PvdA niet wil inzien dat haar huwelijk met de VVD ten einde is, in elke geval op dit moment te einde hoort te zijn. Bijna alle scheidingen zijn pijnlijk en er zijn ook meestal twee die schuld hebben. Maar in dit geval ligt de schuld volledig bij de VVD, daartoe aangemoedigd door de haatzaaiers van de PVV en het onbeschofte deel van het Nederlandse volk.

Diederik Samsom die breeduit lachend de verzamelde pers te woord staat om te melden dat ze er nog niet helemaal uit zijn terwijl het om een zaak van leven of dood dreigt te gaan, dat is eveneens volkomen onbegrijpelijk.