Wanneer was of is Frans-Vlaanderen?

Het was dat blauwe vlekje dat net de grens (de schreve) overschreed op de talenkaart van België. Die kaart liet je trouwens weten dat Vaals en Kerkrade Duitstalig zijn, iets wat je op school nou ook nooit verteld wordt.
Het Nederlands passeert de grens, en met plaatsnamen als Duinkerke (in Nederland merkwaardigerwijze Duinkerken genoemd), Hondschoote, Hazebroek en meer is dat niet zo vreemd.

Mijn lerares Frans, we schrijven “jaren zestig” vond dat ze die Nederlandstalige onzin maar moesten stoppen, wat heb je er aan. Godfried Bomans, als anti-huiswerkschrijver Vriend Aller Leerlingen nam het juist op voor het Nederlands/Vlaams in Frankrijk en noemde de Somme als de zuidgrens van het Nederlandse taalgebied. Dat is in ieder geval historisch niet te verantwoorden. De Somme is de zuidgrens van de Nederlanden, maar dat is iets anders. En van hogerhand is bepaald dat er geen Nederlands gesproken wordt binnen de grenzen van Frankrijk. Nu het ongeveer niet meer hoeft is iets als Vlaemsch (niet: Vlaams) als streektaal erkend. De streektaal wordt ook in West-Vlaanderen tot over de Nederlandse grens gesproken maar er zijn goede redenen onderwijs in ieder geval voor een groot deel in de standaardtaal te geven, zoals gangbaar in België en Nederland. In Frankrijk is Nederlands geen standaard voor de “streektaal” maar een vreemde taal.
Op Tahiti, in de jungle van Guyana, op Mayotte, Corsica en in Baiona (pardon, Bayonne) leert men over Nos ancêtres les Gaulois, blond en vrijheidslievend…

In de negentiende eeuw sprak de meerderheid van de bevolking van Frankrijk geen Frans, en een groot deel van die meerderheid verstond het niet eens. De verfransing van het land is pas laat in die eeuw en in de afgelopen eeuw hard ter hand genomen. Pas na 1919 is het Frans in plaats van het Duits opgedrongen aan de inwoners van Elzas. De Vlaamse bourgeoisie, Frans of niet, stond wel vooraan in de rij om het eigen boerentaaltje (zo zeg je dat dan) op te geven. In de Vlaamse steden kun je ze horen op straat, de oudere vrouwen (meestal) die een krakerig Frans spreken, geen Vlaams/Nederlands. (Je valt als ‘Ollander al met twee woorden door de mand in België, ik merkte het aan mijn Zeeuws-Vlaamse geliefde die juist haar eigen accent inzette – ik was de kaaskop).

Ironischerwijze is de inventarisatie van het volkslied in het Nederlands begonnen in “Frans-Vlaanderen”, door Edmond de Coussemaker – “we kennen onze bundel en we zingen heel wat af”. Maar in de streek waar de liederen zijn opgetekend moet zelfs de taal waarin ze gezongen worden aangeleerd worden.

Wido Bourel, schrijver van een boek dat de geschiedenis van het door Frankrijk geannexeerde deel van de Nederlanden behandelt, verwacht dat het Vlaemsch gedoemd is te verdwijnen. Het is een taal van ouderen, daar over de schreve, (klein-)kinderen verstaan het nog wel, maar spreken Frans terug. De strijd tegen de taal is nog krachtiger ter hand genomen na de tweede bezetting door Duitsland. Het land was notoir strijdtoneel in de Eerste Wereldoorlog, “de Somme” spreekt voor zich. Bourel houdt zich op de vlakte, maar de Franse overheid was fel op collaborateurs van ’40-’45, men sprak van Les Boches du Nord. De anti-Vlaamse opstelling is pas laat, te laat, losser geworden, tweetalige plaatsnaamborden/straatnamen verschijnen. Rijssel noemt zich trots Vlaams al is het al heel lang Franstalig. “Flandre” betekent nog niet per se “Vlaamstalig”, vraag het Jacques Brel maar…

Frans en toch Vlaams is een persoonlijke verkenning van de geschiedenis van dit deel van de historische Nederlanden, door een schrijver die afkomstig is uit Kaaster (Frankrijk, afbeelding) en die in het Nederlandse taalgebied is gaan wonen maar emotioneel verbonden blijft met zijn geboorteland. Een sympathieke inleiding ook voor linkse Nederlandstaligen die op de een of andere manier afkerig kunnen reageren op aandacht voor het Nederlands elders (en daar dan weer heel Nederlands in zijn). Lees hier meer over boek en schrijver.

– Wido Bouret, Frans en toch Vlaams – het verhaal van Frans-Vlaanderen. [S.l.:] Ertsberg, 2023. 267p. €29,50

– Uitgelichte afbeelding: Door Codepem – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6654094