Zelden kom ik nog in de buurt waar ik drie jaar geleden door de skinheadknokploeg van sociale wooncorporatie De Key ben uitgeslagen. Nu moet ik wel: ik moet een nieuw paspoort ophalen om dit land van verschrikkingen te kunnen verlaten om elders te bespreken hoe we die verschrikkingen kunnen keren. Het moest er ooit van komen, ik heb er al eerder over geschreven. Juist aan wat de spraakmakende gemeenschap het hatelijke moet vinden aan zoiets als “de overheid” bemerk ik iets van mijn oude Amsterdam: ambtenaressen die een losse wat slordig aandoende vriendelijkheid uitdragen, de grootstedelijkheid in een land waar kleine steden van oudsher de norm zijn. Hier ben ik in opgegroeid.
Met mijn nieuwe geldige Bewijs van Burgerschap op zak – het is nu tien jaar geldig, laat ik het optimistisch uitdrukken: veel meer paspoorten zullen er niet volgen – begeef ik mij op deze zonnige dag op weg naar het volgende, een flinke wandeling verwijderde doel: de apotheek waar mij de middelen wachten die mijn lief en mij zo’n beetje in leven houden. Voor mij uit loopt een stel waarvan hij een flinke kop groter is dan zij – ik ben dat gewend in mijn liefdesleven – en zij bepalen in het begin mijn looptempo. Bepaalde opmerkelijke punten willen zij met elkaar fotograferen en als een beetje trotse en chauvinistische heer houd ik mijn pas in als zij elkaar weer eens op een brug kieken met op de achtergrond een markant gebouw. Door een fotosessie loop je niet heen. Dit is mijn stad, hier ben ik opgegroeid. Leuk dat jullie hem mooi vinden.
Zij lopen weer voor mij uit en pas nu zie ik dat haar zomerjurkje een subtiele maar zeer diepe uitsnede aan de achterzijde heeft, intrigerend. Zij slaan de Vijzelstraat in, waar ik ook moet zijn, een straat getroffen door sloop, verwaarlozing, in elkaar zakkende nieuwbouw en de aanleg van onroerendgoedmaffiaspeeltje de Noord-Zuidlijn. Een jaar of tien geleden viel het mij op dat er zeker zes winkels waren waar je croissants kon scoren, het werd een beetje de croissantallee voor mij (er was een tijd dat ik heel vroeg in de buurt van het Surinameplein was, eens per week, en op de terugweg alsnog iets voor het ontbijt moest halen, zodoende). Maar de Vijzelstraat is geen croissantallee meer. Het is een Coffeelaan.
Het meisje met haar spannende décolleté beweegt zich steeds sneller van mij af, mij inpeperend dat ik op jaren ben. En ja, voor hun is dit ook geen interessante straat – nu bedenk ik dat zij hoogstwaarschijnlijk op weg waren naar de Heineken Experience, die aan het einde van deze mislukte snelweg wacht. De voormalige brouwerij die tot toeristische attractie is gemaakt. Ik ben op de middelbare school opgegroeid met de dampen van de Amstelbrouwerij pal naast de school, deze vertrouwde luchtjes worden de stad nu bespaard – de “experience”, daar gaat het om.
Mijn pas wordt mede beperkt gehouden door terrasachtige voorzieninkjes waar men coffee drinkt met ongetwijfeld een donut of een brownie of een bagel. Hoe Amsterdams doet mij plotseling een croissant aan. Noch de uitbaters van de gelegenheden noch de toeristen die in deze vallen lopen zullen weten dat het Engelse woord “coffee” deze vorm heeft als ontlening aan het Nederlands – het woord komt natuurlijk in het Nederlands uit het Arabisch dat het waarschijnlijk weer verderweg heeft gehaald.
Hoe “authentiek Amsterdams” beleven die toeristen dit alles? Coffee to go, Heineken Experience, En Frenkhaus? Waar is de tijd dat Duitse toeristen die de weg daarnaar vroegen toegebeten kregen: “De vorige keer wist je het ook te vinden”? – vergleden, overgegaan in de gemondialiseerde belevenismoes waarin appeltaart als apple pie wordt verkocht en op geen enkele manier de schijn van authenticiteit opgehouden hoeft te worden en waarin nep-Engels de lingua franca is.
Op een van de bruggen komt mij plotseling een punky uitziend gezelschapje tegemoet, gedomineerd door het beeld van een grote rode niet uitgevouwen vlag. Ik ben geneigd te vragen: waar is de demonstratie, maar zou ik als mogelijk medestander herkend worden? Ik bereik de apotheek waar alle andere klanten zich aan de balie in het steenkolenengels verstaanbaar maken.
Een geprostitueerd attractiepark – “mijn” stad? Het verse paspoort voor de ontvluchting heb ik bij mij. En nee, ik ga niet naar een buitenlands attractiepark.
een stukje dat lykt op een Kronkel vermengd mer Nescio.
een lekker kopje coffee americano medium voor Euro 3,- en een appelpunt voor Euro 4, (meer dan 15 oude guldens.
Kyk eens hoe vol alles zit, het gaat dus goed met nederland.
In Azie vertelde ik een toeristen stelletje dat de Ginger Special Promotion Coffee (1 mok vol) een equivalent was van het dagloon van de serveerster.
Onverschillig antwoordde onze amerikaanse toersten ïf she is not happy sheshould find another job.
maar zolang we nog blyven fantaseren en zeuren over slaverny 150 jaar terug hoeven we onze ogen niet open te houden voor de moderne slaverny
Een mooie Kronkel die me laat begrijpen waarom sommigen krampachtig en weemoedig fantaseren over een Nederlandse identiteit, hoewel die meer en meer een zeepbel is.
Vermoedelijk is koffie en coffee afgeleid van het Arabische woord quahwah, zo nu en dan doemt er in de uithoeken van het labyrinth dat in mijn hoofd gehuisvest is nog een verhaaltje op.
Mooi verhaal!
Hehe, ik moest ook al aan een Kronkel denken. Maar Arnold is dan ook een van onze Echte Schrijvers.
@LRD: helemaal goed – met zo’n moeilijke keel-k ;o) daar moet je echt op oefenen..
Mooi verhaal, Arnold.
LRD uit Kaffa, zuidwest Ethiopië. Daar hebben de Arabieren het vandaan.
Leg dat maar eens de cultuur-verrijker-sceptici van onder meer de PVV maar eens uit.
@Cornelis, die hebben het veel te druk met het eten van shoarma met bakken vol knoflooksaus. ;-]
In Osdorp op de Tussenmeer zie je hetzelfde verschijnsel, diezelfde multiculturele pracht. Op een afstand van nog geen 100 meter tref je nu 5 adressen voor cebakia. Eerst de slagerij die ook een groente, brood en kruideniers afdeling heeft. Dan bij de groenteboer met aparte afdelingen voor vlees, brood en kruidenierswaren. Dan bij de bakker, die uitsluitend brood en kruidenierswaren verkoopt. Dan bij het theehuis. En tot slot bij de kruidenier die ook vlees, groente en brood verkoopt.
Veel PVV spreken hier schande van. Noemen Marokkaans de nieuwe lingua franca. Zeggen dat de ene culturele verijkking de andere niet is. Dat sommige culturele verrijking een verrijking is en sommige culturele verrijking een verarming. Zij krijgen daarbij richting in woord en daad van hun voorman Wilders die met een opgezwollen hoofd met allerlei pedanterietjes goed en kwaad weet te duiden.
Mensen die op de Tussenmeer opgroeiden weten nog hoe anders het vroeger was, dwepen soms met hun romantische gedachten. Maar zo prachtig als de Tussenmeer is geworden zo lelijk kennelijk de Vijzelstraat. Waar ik zou denken dat de nieuwe invloeden op de Vijzelstraat ook een verrijking zijn hebben wij gelukkig Arnold J. de Klucht om me te wijzen op die culturele veranderingen die wel verrijkend zijn maar ook welke dat niet zijn. Om te duiden welke cultuur goed voor ons is en welke slecht. Arnold is ons licht in de multiculturaliteit.
De nieuwbouwwijk waar deze Fred het off topic over heeft, geachte niet-Amsterdammers, heeft van begin af aan Sahara geheten.
https://www.google.nl/maps/search/Tussenmeer/@52.358177,4.7983765,17z/data=!3m1!4b1
Tja, en de belangrijkste toeristenstroom in Tussenmeer is van de tramhalte naar de begraafplaats Westgaarde.
Ik herinner me nog dat in 1962 het eerste tramspoor werd aangelegd op de Tussenmeer en dat in 1967 of 1968 op nog geen 150 meter van onze woning de eerste grote supermarkt van Dirk van de Broek werd geopend. Ach, wat vliegt de tijd…
Oh, om misverstanden te voorkomen: de eerste grote supermarkt in Osdorp werd in 1968 geopend op de Tussenmeer door Dirk van de Broek maar het was zeker niet de eerste supermarkt van Dirk van de Broek in Nederland.
Genoten.