Het was opmerkelijk. De Braziliaanse president Temer kondigde eind augustus aan dat hij het RENCA-reservaat in het Amazonewoud zou openstellen voor mijnbouw. Dat reservaat is zo groot als Zwitserland en is sinds 1984 beschermd tegen commerciële activiteiten. Om de economie aan te zwengelen, was de man echter bereid de beperking op te heffen en de boskap toe te laten.
Het nieuws verspreidde zich als een vuurtje. Nationaal en internationaal brak het protest uit. Het Braziliaans gerechtshof blokkeerde meteen het decreet dat Temer wilde doorvoeren. De beschermde status van het reservaat mocht immers enkel opgeheven worden via het congres, en niet zomaar via een administratieve pennenstreek van de president.
Maar nu trekt de president zich plots terug. Bijna twee jaar na de grootste milieuramp in de geschiedenis van Brazilië, namelijk de mijnramp in Minas Gerais, lijkt de Braziliaanse regering zich van het gevaar bewust te zijn geworden. Maar is dat wel zo?
Greenpeace spreekt van een overwinning, maar het terugtrekken van deze beslissing wil niet zeggen dat het gevaar geweken is. Met zijn beslissing bracht Temer immers een erg duidelijke politieke boodschap. Daarin reikt hij ontegensprekelijk de hand naar de mijnbouwsector. Deze week benadrukte het ministerie van Energie en Mijnbouw dit opnieuw: “Het land moet groeien en jobs creëren en investeringen aantrekken in de mijnsector om het economische potentieel van de regio te exploiteren.”
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be