De koloniale oorlog in Indonesië is nog altijd onderbelicht. Gelukkig groeit de aandacht de laatste tijd wel voor deze misdadige oorlog die het sluitstuk vormde van de gewelddadige koloniale overheersing van het huidige Indonesië en haar inwoners. Een eveneens onderbelicht onderdeel van de oorlog zijn de verschillende vormen van verzet die ertegen waren. In de eerste plaats natuurlijk van de dienstplichtigen die weigerden om eraan deel te nemen. Maar in “Waarom ik niet weigerde” vertelt Jaap Duppen over zijn ervaringen als dienstplichtig soldaat, en over zijn keuze om juist niet te weigeren en toch naar Indonesië te gaan. Hij wilde onder de dienstplichtige soldaten agiteren en ook zelf in kunnen grijpen bij “excessen” gepleegd door zijn medesoldaten.
Duppen was overtuigd communist en lid van het Algemeen Nederlands Jongeren Verbond (ANJV). Het ANJV was een organisatie gelieerd aan de Communistische Partij Nederland (CPN). In eerste instantie heeft die partij zich uitdrukkelijk verzet tegen de koloniale oorlog en boden ANJV-ers ook steun aan weigeraars die onderdoken. Het ANJV veranderde echter tegen het einde van de jaren veertig van koers. Binnen de organisatie werd dat gebracht met de leus “beter één communist in het leger dan tien in de cel”. Ook bestond er het idee dat linkse jongeren zich niet moesten isoleren van andere jongeren die eveneens voor de dienstplicht waren opgeroepen. Daarnaast speelden er natuurlijk ook andere politieke overwegingen mee die de schrijver zelf niet naar voren brengt. Zoals bijvoorbeeld het feit dat de CPN zichzelf acceptabel wilde opstellen naar de rest van het politieke establishment, onder andere omdat werd gedreigd met het instellen van een verbod op de partij. Dat was mede vanwege het feit dat de CPN kritiek had op de koloniale oorlogsplannen.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Doorbraak