Waarom feminisme helemaal niet goed voor mannen hoeft te zijn

Het is moeilijk te zeggen wanneer een maatschappelijke golfbeweging begint en wanneer die ophoudt. De eerste feministische golf in Nederland, begon die met Aletta Jacobs, de liberale van een snit die niet meer bestaat, of de anarchistisch angehauchte Wilhelmina Drucker – in een mooie mystificatie naamgeefster van Dolle Mina? Eindigt de golf met het toekennen van algemeen kiesrecht ook voor vrouwen, nu honderd jaar geleden? Het zou een goed punt zijn, als het een punt is. Gelukkig mag men een punt geen omvang toekennen. In ieder geval betekende dit algemeen kiesrecht een zwenking naar rechts, destijds. Het kan verkeren.

Als beginpunt van de tweede golf wordt wat Nederland betreft vaak het Gidsartikel genoemd van Joke Kool-Smit uit 1967, Het onbehagen bij de vrouw, hier te lezen. Het echte spektakel brak uit in 1970, met Dolle Mina, een verzameling acties in plaats van een actiegroep. Van de nog steeds niet volbrachte wens van het algemeen piesrecht (ja, met een p, in het oorspronkelijk pamflet was het zenuwachtig en onbegrijpelijk met een k getikt) tot stakende sigarenmaaksters in Oost-Groningen, de acties vielen onder de vlag van de tweede golf zoniet meteen Dolle Mina.

Die tweede golf verliep, maar wanneer en hoe? En is de golf wel helemaal verlopen? Van de kritiek op het kapitaal zoals verwoord in Dolle Mina – een rebelse meid is een parel in de klassenstrijd – nu online te lezen – is allengs niet veel overgebleven. Het afschaffen van het gezinsloon en het “aan het werk krijgen” van vrouwen werd als emancipatie aan de mens gebracht.
Welnu, het is geen emancipatie. Misschien is het de taak van socialisten het kapitalisme bewoonbaar te houden maar het geldt toch deze verhoudingen ten einde te brengen. Intussen:

  • Het is geen stap vooruit om een percentage vrouwen in topposities te bepalen, zeker niet als het minder dan vijftig procent is. Het gaat er om, de topposities af te schaffen. Zolang dit niet gebeurt is een verplicht quotum van een realistische vijftig procent (hoe denkt men dat af te dwingen in een maatschappij waar gehuil over de Vrije Markt overheerst?) wel het minste.
  • Als dit een feministisch doel is – ik zou het eerder een sociaaldemocratisch doel noemen – kan men wel zeggen dat feminisme niet “goed voor mannen” is. Dat zou ook helemaal het punt niet moeten zijn. Als gelijkberechtiging een feit is praten we verder, zou ik zeggen.
  • Dat er stemmen opklinken dat als “ze” een quotum aan de top willen dat “ze” dat dan ook bij het bouwvak of het straatvegen moeten krijgen. Wees gerust: dat soort opmerkingen komt niet van bouwvakkers of straatvegers maar van mannetjes die mannetjesmiddelmatigheid willen beschermen “aan de top”.

Die behoefte aan vrouwen “aan de top” lijkt mij nog een naijlen van de tweede golf. De vraag is: is er inmiddels een derde golf?
Daarover binnenkort.