Vrouwen in de top: slecht voor winstbejag, goed voor arbeiders en milieu

Gelijkheid tussen man en vrouw is na meer dan 140 jaar feminisme nog steeds niet gerealiseerd. In ons land is er zelfs sprake van achteruitgang.

Enkele weken geleden presenteerde het World Economic Forum, het jaarlijkse Global Gender Gap
rapport
.(pdf)

The Global Gender Gap Index,1 introduced by the World Economic Forum in 2006, is a framework for capturing the magnitude and scope of gender-based disparities and tracking their progress. The Index benchmarks national gender gaps on economic, political, education and health criteria, and provides country rankings that allow for effective comparisons across regions and income groups, and over time. The rankings are designed to create greater awareness among a global audience of the challenges posed by gender gaps and the opportunities created by reducing them.

gap overall

Nederland is op de ranglijst van twee plaatsen, van 11 naar 13, gedaald. Dit is vooral te wijten aan een achteruitgang op het gebied van onderwijs en een significant lagere participatie van vrouwen in de politiek en dan met name het parlement. Maar ook op het gebied van gezondheid nemen we een sombere 93e positie in. Als we kijken naar het percentage vrouwen in de Raden van Bestuur bij de grootste beursgenoteerde ondernemingen, dan zien we daar een armetierige 8,8%, slechts 10% van de bestuursvoorzitters is vrouw en ook overall slaan we met 18,8% vrouwen in topfuncties een modderfiguur. Het percentage ligt ver onder het wereld- en Europees gemiddelde van resp. 24% en 25%.

De EU heeft met grote meerderheid (459 voor, 148 tegen , 81 onthoudingen), naar voorbeeld van Noorwegen, 20 november jl. een richtlijn aangenomen die ervoor moet zorgen dat over zeven jaar 40% van de leden van de raden van bestuur van Europese beursgenoteerde bedrijven uit vrouwen bestaat.

De weerstand van zo’n hoogstnoodzakelijk quotum is groot. Nederland heeft samen met 9 andere lidstaten bezwaar aangetekend.

Als er geen draagvlak is, werkt het beleid niet, zei Bussemaker. Ze geeft de voorkeur aan de Nederlandse aanpak. Die houdt in dat bedrijven ernaar moeten streven dat 30 procent van de topfuncties door vrouwen worden bezet. Bussemaker vindt dat de Europese voorstellen de nationale wetgeving rond vrouwenquota doorkruisen.

talenten naar de top 2012 Het klopt dat de aanpak werkt, maar het is te vrijblijvend. Sinds de start van het initiatief Talent naar de Top” hebben 227 bedrijven het charter ondertekend. Cijfers uit 2012 laten zien dat daar weinig beursgenoteerde bedrijven bij zitten (zie afb). En alhoewel de bedrijven die het charter ondertekend hebben enige vooruitgang hebben geboekt, is er van echte progressie is geen sprake.

De ’topvrouw’ van de PVV-fractie in Europa, Laurence Stassen, mocht in de Volkskrant, waar iedere nitwit tegenwoordig zijn zegje mag doen, betogen waarom volgens haar het vrouwenquotum slecht is voor iedereen.
Haar uitgangspunt dat zo’n quotum er toe leidt dat vrouwen op basis van vrouw-zijn ipv kwaliteiten een topfunctie verkrijgen is vals. Men gaat bij voorkeursbehandeling altijd uit van gelijke geschiktheid. De richtlijn stimuleert om actief te zoeken naar vrouwen die aan de kwaliteiten die nodig zijn voor een topfunctie voldoen.

Ook haar idee dat alles wel vanzelf verandert omdat er tegenwoordig veel meer hoger opgeleide vrouwen zijn is waan. Niets in de strijd voor gelijkheid der seksen is ooit vanzelf gegaan.
En dan haar verhaal over Noorwegen:

Noorwegen wordt vaak aangehaald als zogenaamd lichtend voorbeeld voor het succes van het vrouwenquotum. Onder dreiging van liquidatie voldoen bedrijven daar inmiddels in groten getale aan een quotum, opgelegd door de Noorse regering.

Onderzoek heeft echter uitgewezen dat Noorse bedrijven sindsdien minder goed presteren en een waardedaling hebben ondergaan. Niet echt wat je noemt een succesverhaal voor het Noorse bedrijfsleven en al helemaal niet voor de beeldvorming over de toegevoegde waarde van vrouwen in bestuursfuncties.

Dat minder goed presteren is gebaseerd op het feit dat er minder winst gemaakt wordt. Deels is dit door externe factoren, zoals de internationale economische crisis, maar een ander deel kan wel degelijk worden toegeschreven aan het feit dat er (een streven naar) een groter percentage vrouwen in de top van het bedrijfsleven is.
De andere oorzaak van minder winst zit namelijk in een stijging van de personeelskosten omdat mensen minder vaak ontslagen worden en er relatief meer arbeidsplaatsen zijn.

Uit het onderzoek A Female Style in Corporate Leadership? Evidence from Quotas

.. we find that short-run corporate profitability declined after the quota was adopted. Profits decreased because of increased labor costs from fewer layoffs and higher relative employment. These results show that gender quotas can affect corporate strategy.

… This paper shows that profitability fell and employment rose after women were brought onto corporate boards because of a quota. Although the Norwegian experience may not predict what will happen when women rise to boards without a quota, there are indications that female corporate leaders exhibit similar values and preferences outside of Norway as well—in environments without quota restrictions. In the United States, for example, businesses owned by women were less likely to lay off workers during the recent recession than were similar male-owned businesses (Matsa and Miller 2012). Differences may not be limited to labor strategy; U.S. companies with more female board representation also spend more on environmental and corporate social responsibility…

Een hoger percentage vrouwen in de top verandert dus wel degelijk iets, Zij brengen de menselijke maat terug in het ondernemen door meer oog voor de arbeider en het milieu te hebben. Daarvoor zijn ze bereid in te leveren op de winst. Het zijn deze veranderingen die de huidige, alleen op winstbejag gerichte en door mannen overheerste, top van het bedrijfsleven angstvallig buiten de deur wordt gehouden.

6 gedachten over “Vrouwen in de top: slecht voor winstbejag, goed voor arbeiders en milieu”

  1. Helemaal met Ina Dijstelberge eens.

    Maag ik dan een erg bescheiden vraag in verband met dergelijke onderzoeken stellen: hoeveel allochtonen zitten in zijn algemeenheid in Nederland op dergelijke posities?

    Ik weet dat ik een zeer moeilijke vraag stel omdat er nooit onderzoeken er naar gedaan zijn.
    Maar misschien moet we starten met eerst aan de buitenlandse onderzoekinstituten te vertellen wat we hier in Nederland onder het woord “allochtonen” verstaan?
    En hoe werkelijk onze maatschappij in elkaar steekt.

  2. Weinig tot geen:

    Uit een onderzoek (2009) naar de feitelijke en beleefde diversiteit binnen organisaties onder 168 managers en directieleden, uitgevoerd door adviesbureau GITP, blijkt dat 71 procent van de geënquêteerde bedrijven minder dan vijf procent hoogopgeleide allochtonen in dienst heeft. 55 procent van de ondervraagden heeft geen allochtonen op managementposities.

    bron: http://www.groene.nl/artikel/nuchtere-doorzetters

  3. En maar schelden op de moslims. Het blijkt dat er in Nederland, Europa en wereldwijd vele, overduidelijke, maar ook ondoorzichtige onderdrukkingsmechanismes voor zgn. “zwakkere” groepen bestaat.
    Vrouwen zijn helaas altijd en overal de lul. In islamitische landen worden ze, soms tegen hun zin, ingepakt, in het “vrije” Westen, meestal tegen hun zin, uitgepakt. Daar moeten ze mooi en jong zijn, anders worden ze genegeerd.
    Daarbij hebben vrouwen, blijkens het onderzoek, het bedrijfsleven veel te bieden. Meer zekerheid voor het personeel en meer verantwoordelijkheid voor het milieu zijn enorme winsten voor de firma’s in kwestie en de hele gemeenschap eromheen, hoewel deze dingen niet direct in geld uitgedrukt worden. Vrouwen blijken dus veel beter in staat het gehele plaatje te zien, terwijl dat een eigenschap is die traditioneel eerder de mannen wordt aangerekend. Mis.
    Ik geef te denken:
    http://thesocietypages.org/socimages/files/2008/12/1.png

  4. Laurence Stassen, van wie de positie binnen de PVV ‘gekocht’ is door haar vermogende ouders. Haar uitgangspunt dat zo’n quotum er toe leidt dat vrouwen op basis van vrouw-zijn ipv kwaliteiten een topfunctie verkrijgen is derhalve dan ook een lachertje.

  5. Alleen met vrouwen in de politiek wil dat maar niet lukken. Die vrouwelijke touch…. een Klijnsma die heerlijk met de botte bijl gelijk een barbaar met baard iedereen in de slavernij duwt met haar tegenprestatie geneuzel.

    Neem nou die VVD gevalletjes. Blond en … ?. En ook onder hun “moeder” vleugels gaat het heel slecht qua beleid, uitvoering en natuurlijk de gevolgen daarvan. Dit kabinet bestaat uit louter en alleen maar uit mannen.

    Maar voor de rest geloof ik zeker in de meerwaarde van vrouwen aan de top. Minder risicovol minder prietpraat over de leasebakken en ander dom haantjes gedrag. Mannen gaan wat dat betreft vaker over lijken en vinden liegen een competentie ipv een defect.

Reacties zijn gesloten.