Vrolijk, strijdlustig en nat: #klimaatmars was prachtig

Terwijl mijn kleren opdrogen en ik weer min of meer warm ben, tik ik
wat indrukken in van de grote klimaatmars. Daar deed ik gisteren aan mee, net als een ruime veertigduizend anderen. Het was geweldig.

Al in de aanloop werd duidelijk dat de klimaatdemonstratie van 10 maart groot zou worden. Het aantal aanmeldingen van deelnemers en geïnteresseerden op Facebook beliep enkele dagen geleden al 55.000. Op station Tilburg zag ik voor vertrek al een groepje mensen dat duidelijk ook de betoging als bestemming had. In Den Bosch zag ik al flinke groepen, soms herkenbaar aan bijvoorbeeld een GroenLinks-hesje. Maar ook aan de mensen zonder politieke herkenningstekens merkte je: deze mensen gaan demonstreren, de regenkleding is al aan, de anticipatie van wat komen gaat straalde er van af. Vanaf Utrecht was de trein tjokvol en moesten mensen staan, dat is tussen elf en twaalf op zondagochtend ongebruikelijk. Station Amsterdam Centraal was vol met demonstranten die elkaar aan het opwachten waren, probeerden elkaar te vinden of nog ‘even’- na tien minuten in een lange rij – naar de WC moesten.

Het was duidelijk. Dit ging geen demonstratie worden van de radicale scene, de linkse beweging, zelfs niet in de meest uitgebreide versie daarvan. Hier demonstreerde een dwarsdoorsnede van de bevolking van Nederland. Veel mensen blijken duidelijk zeer bezorgd over wat er met het klimaat gebeurt – ontregeling vanwege broeikasgasuitstoot door zaken als energiewinning, vervoer, industrie en megastallen, en de steun die deze bedrijfstakken en activiteiten van staatswege krijgen. Afgelopen dag gingen ze – we! – dat laten weten met boze blijmoedige betrokkenheid en inzet.

Ik trof onderweg een bekende, die ik later weer uit het oog verloor, om alsnog een groepje kameraden te treffen. Daarmee liep ik naar Vrankrijk in de Spuistraat, waar het antikapitalistische intersectionele Blok voor Radicale Klimaatrechtvaardigheid (1) verzamelde, het blok waar ik me bij aan wilde sluiten. Ik was daar rond half één. Daar weer handen van andere maten geschud, en vervolgens weer naar buiten, om samen als pre-demonstratie naar de Dam te lopen. Dat blok bestond op dat moment uit tegen de honderd mensen. Ik was van plan om een flyer met solidariteitsoproep voor Joke Kaviaar te helpen uitdelen. Zij zit in de gevangenis na een veroordeling wegens het schrijven van ‘opruiende’ teksten en het deelnemen aan een actie in een gemeenteraadszaal. Teksten en actie betroffen de militante solidariteit met vluchtelingen. Het leek ons nuttig om haar zaak onder de aandacht van demonstranten te brengen, maar er is weinig van terechtgekomen. Ik trof de kameraad met wie ik van plan was die flyers uit te delen. Maar kon de mensen die de flyers meebrachten, niet vinden, Die trof ik pas halverwege de mars, en toen was ik al zou verkleumd en nat dat het van flyers uitdelen niet meer kwam. Er komen nieuwe gelegenheden, en Joke wordt intussen niet vergeten. (2)

Het blok ging in beweging, er klonk al een enkele leus. Al snel stonden we in de straat die op de Dam uitkwam… en daar stonden we stil. De straat stond tjokvol demonstranten. Af en toe werd de stilstand doorbroken, konden we vijf meter vooruit om vervolgens weer tot stilstand te komen. Zo ging dat zeker een minuut of veertig. Toen we eindelijk op de Dam waren met het radicale blok, was het rond half drie.

Intussen gebeurden er twee dingen. Het regende, aanhoudend, en tamelijk stevig ook. Mijn jas besloot gaandeweg om alle pretenties van waterdichtheid te laten varen, en mijn hoodie werd ook al snel kil en klam. Tegen het eind had de kille nattigheid ook mijn overhemd, broek en t-shirt bereikt. Doorweekt was ik niet, maar droog ben ik bepaald niet gebleven, net als vele anderen natuurlijk.

Het tweede compenseerde ruimschoots voor het natte ongemak: leuzen! Strijdlust! Boze pret! Ik belandde naast een klein groepje jonge mensen. Scholieren, dacht ik, studenten, ving ik later op. Dat groepje toverde de ene briljante vondst na de andere uit hun enthousiaste kelen. Ik doe een selectieve greep uit mijn geheugen:

Sloop de staat! Red het klimaat!
Zonnepanelen zijn niet duur! Rutte drie, tegen de muur!
Fuck vlees! Fuck brie! Fuck de bio-industrie!
Geen benzine! Shell naar de guillotine!
Politie! Klimaat! Problemen van de staat!
Kapitalisten! Klimaatteroristen!

en de vondst van de dag, wat mij betreft:

Communisme nu! Iedereen een paraplu!

Al gauw klonken ook de klassiekers:

A- Anti-Anticapitalista!
One two three! Fuck the bourgeoisie! Four five six! Fuck the bourgeosie!
One solution! Revolution! One direction! Insurrection!

Nog een paar mooie die ik hoorde:

One  two three four Eat the rich and feed the poor, five six seven eight, organize and Smash the state
Change your diet for the climate: Eat The Rich!

Je reinste opruiing allemaal, dat mag duidelijk zijn. En zo hoort het ook. Jazeker, dit was een radicáál blok. Het was allemaal van de buitengewoon vrolijke boosheid die aanstekelijk werkte.

Demonstranten riepen ook:

Say it loud, say it clear! Refugees are welcome here!

Inderdaad! En dat hangt samen met het klimaat: klimaatverandering bedreigt het overleven van mensen, die vervolgens de wijk proberen te nemen en op de vlucht slaan. Solidariteit met vluchtelingen is solidariteit met mensen die datgene proberen te ontlopen dat door catastrofale klimaatverandering wordt aangericht. We riepen ook

No borders, no nations! Stop deportations!
No nations, no border! Fight law and order!

En natuurlijk, we scandeerden ook leuzen die de aanleiding van de demonstratie zelf nog eens onderstreepten:

Keep It In the Ground, Keep it in the ground
What do we want? Climate justice! When do we want it? Now!’

Dit gebeurde vooral ook tijdens het lopen. Want intussen was er dus, springend en ritmisch scanderend, vaart in gekomen. Van enig podiumprogramma heb ik weinig meegekregen, dat was al voorbij toen we eindelijk de Dam overtrokken en via het Rokin de route naar het Museumplein inzetten. Er was in het radicale blok bescheiden geluidsversterking, waar af en toe muziek uit klonk en waarmee sommige leuzen werden gedaan door iemand die de boel hielp aanjagen. Dat werkte, vooral ook omdat dit niet onophoudelijk gebeurde: er was veel ruimte om zelf leuzen in te zetten. Die vondsten die ik noemde, kwamen niet van de gene(n) die de geluidsinstallatie en microfoon hanteerde(n). De fout om de regie van het leuzen-roepen in handen van mensen met microfoon of megafoon te houden, werd hier nadrukkelijk niet gemaakt.

Dat radicale blok was anders dan ik het bij andere demonstraties heb meegemaakt. Geen door spandoeken afgeschermde demonstratie-binnen-een demonstratie, maar een hele forse groep mensen die radicale leuzen riepen, voorzien waren met bijbehorende spandoeken en vlaggen. Ik zag het spandoek van de Vrije Bond: Een aanval op één is een aanval op ons allemaal. En ik zag flinke aantallen anarchistische vlaggen: Zwart (eventueel met omcirkelde A), zwart-rood, zwart-groen, zwart-paars, dat werk. Mensen hadden vuurwerk in de vorm van flares, gelukkig geen knallen maar evengoed natuurlijk niet helemaal klimaatneutraal. Sfeerverhogend was het zeker.

Het radicale blok liep tamelijk achteraan de demonstratie, dat was een beetje jammer. Maar je kon de impact horen aan de leuzen. Het A-Anti-Anticapitalista werd op een gegeven moment echt door honderden mensen tot ver naar voren mee gescandeerd. Zoiets heb ik maar erg weinig eerder meegemaakt. Het radicale blok had uitstraling, het was ook lekker poreus en niet duidelijk afgebakend waardoor het effect ervan makkelijk erbuiten doorklonk. Natuurlijk is dit niet de manier waarop je een blok organiseert als je op confrontatie anticipeert en afbakening, veiligheid en onherkenbaarheid van deelnemers belangrijk zijn. Dit was geen Zwart Blok. Maar zoiets was nu ook niet echt aan de orde: het ging erom een radicaal geluid binnen de klimaatstrijd goed te laten doorklinken. Volgens mij is dat onder de gegeven omstandigheden voortreffelijk gelukt.

Twee dingen wil ik niet onvermeld laten. In de eerste plaats: de orde en het gezag. Er was relatief veel politie zichtbaar aanwezig. Niet dat er grote cordons ME-ers stonden of zo, en ook politie te paard heb ik gelukkig niet gezien. Maar in Amsterdam is het, zeker bij breed opgezette demonstraties als deze, tot nu toe gebruikelijk dat de politie haar aanwezigheid er niet al te dik bovenop legt. Dat is kennelijk aan het veranderen. Dank u wel, mevrouw Halsema!

Achter de stoet reed een politiebusje. Een zijstraat werd nadrukkelijk afgeschermd door een lijntje agenten, hetgeen een volgende keer best eens aanleiding zou mogen zijn om precies die afslag maar eens te nemen. Eens kijken hoe vier politiemensen veertigduizend energieke demonstranten gaan tegenhouden. En het feit dat zo’n straatje werd afgezet door politie roept natuurlijk de vraag op: is er verderop in dat straatje dan wellicht een specifiek pand of object dat tegen vertoonde betogers moet worden beschermd? Ook elders straalde de politie uit: hou je aan de route. Niet openlijk intimiderend, maar ook niet aangenaam.

En bij het Rijksmuseum zag ik dat de stoet niet gewoon rechtdoor mocht, onder het Rijksmuseum door. Nee, de stoet moest linksaf en voor die poort onder het Rijksmuseum nogmaals linksaf, om met een langere lus uiteindelijk naar het Museumplein te lopen. Onder het museum door betekent: heel luid leuzen kunnen roepen, die dan extra weerklinken door de tunnel, om dan triomfantelijk het Museumplein op te stromen. Die lol werd ons niet gegund. Motoragenten stonden opgesteld, de route was no-go voor ons. Hier ligt in de toekomst werk voor een iets ander type radicaal blok, of beter nog: voor de demonstratie als geheel.

Over die samenstelling demonstratie als geheel nog een enkele opmerking. Ik trok op met een specifiek deel ervan, dat genoemde radicale antikapitalistische intersectionele blok. Dat liep dus achteraan, en daardoor heb ik van de rest van de demonstratie, die de overgrote meerderheid van deelnemers uitmaakte, niet heel veel gezien. Ik kan dus weinig zeggen over welke organisaties wel en niet zichtbaar aanwezig waren. Ik zag wel veel mensen in GroenLinks-hesje, alsof die partij uit coma is ontwaakt. Die partij vertrouw ik net zo min als welke andere partij ook. Maar als aanhangers ervan de smaak van het demonstreren weer te pakken krijgen en hun vertrouwen in staatsbestuur, parlementswerk en stembusstrijd daardoor wellicht beginnen te relativeren, vind ik het prima.

Ik demonstreer met alle genoegen zij aan zij met gematigder demonstranten, ook als het de aanhang van gevestigde politieke partijen betreft. Politieke smetvrees is een recept voor isolement, en verder ga ik er van uit dat de radicale stijl van demonstreren die we vandaag in de strijd gooiden, aanstekelijk kan werken juist ook in gematigder kringen. De ermee verbonden radicale inhoud krijg je er dan gratis bijgeleverd. Ook daar ligt de zin van een open, radicaal blok als deel van een demonstratie waarvan het overgrote deel uit vooralsnog meer gematigde demonstranten bestaat.

Tenslotte. Dit smaakt naar meer, en naar scherper en harder ook. Meer demonstraties, van scholieren tot en met grootouders. Scherper en harder: niet smeken bij de regering om maatregelen, maar sluiting van klimaat-destructieve bedrijfstakken en activiteiten eisen en afdwingen, maar beter nog zelf doorvoeren waar en wanneer we maar kunnen. Waar regeringen de bio-industrie blijven faciliteren, wordt het tijd om die bio-industrie niet alleen te discrediteren maar ook te saboteren. Waar regeringen treuzelen met het sluiten van kolencentrales, wordt het zaak om ze zelf daadwerkelijk te sluiten door middel van directe actie. Waar regeringen luchthavens van extra landingsbanen voorzien en nieuwe luchthavens voorbereiden, wordt het zaak om de aanleg van die landingsbanen en luchthavens daadwerkelijk te dwarsbomen, met alles vanaf juridische bezwaarprocedures via blokkades en bezettingen van de voor landingsbaan of luchthaven bestemde plekken tot en met sabotage van de aanleg en doordachte sloop van de faciliteiten als die er toch komen. Waar de staat het klimaat sloopt, daar wordt het nu hoog tijd om inderdaad de staat te slopen, zoals één van de leuzen van afgelopen dag al onderstreepte.

Van al dat soort zaken was afgelopen dag geen sprake, en ergens ook weer wel. Er was daarvan geen sprake in de zin dat een demonstratie zelf nog geen directe actie waarmee CO2-uitstoot en fossiele brandstofwinning daadwerkelijk wordt stopgezet. Er was daarvan ook weer wel sprake in de zin dat we door de soort leuzen die we riepen daarvan feitelijk wel spraken. De demonstratie was een waarschuwing, een vuist voor de neus van de machthebbers, een schot voor de boeg van het schip van staat. Een volgende keer belandt die vuist in hun gezicht en treft ons schot dat schip zelf. We komen terug. (3)

Noten:

1 “Grote opkomst verwacht tijdens klimaatdemo 10/3 @ Amsterdam + updates Blok voor Radicale Klimaatrechtvaardigheid”, Indymedia, 5 maart 2019

2 Over Joke Kaviaar en haar gevangenschap lees je veel via de website van de Steungroep 13 September, de groep die zich met haar zaak bezig houdt en ondersteuning organiseert: https://13-september.nl/

3 Dit verslag is gemaakt op basis van wat ik zelf heb gezien en meegemaakt. Ik heb ook even rondgekeken naar wat er al over de klimaatmars is verschenen. Gevestigde media schrijven erover en zijn niet heel onvriendelijk. De NOS: “Klimaatmars trekt ondanks regen zo’n 40.000 mensen”, 10 maart 2019, https://nos.nl/artikel/2275330-klimaatmars-trekt-ondanks-regen-zo-n-40-000-mensen.html Nu.nl: “Tienduizenden mensen lopen mee met klimaatmars in Amsterdam 10 maart 2019, https://www.nu.nl/binnenland/5782608/tienduizenden-mensen-lopen-mee-met-klimaatmars-in-amsterdam.html

Doorbraak, waarvan mensen in het Blok voor Radicale Klimaatrechtvaardigheid meeliepen, heeft een geweldige fotoreportage, met beelden van dat blok maar ook uit uit andere delen van de demonstratie. Zie daarvoor Eric Krebbers, “Beelden van de klimaatdemonstratie vandaag in Amsterdam”, met uitgebreid citaat uit de oproep voor het genoemde Blok, en met foto’s van de onvolprezen Jan Kees Helms, 10 maart 2019

– Eerder verschenen bij: Ravotr