Voorbereiding op een grote invasie – sociaal experiment Rojava reëel in gevaar

Met het bericht van afgelopen woensdag dat voor de Amerikaanse overheid Islamitische Staat (IS) verslagen is, kondigden zij ook direct de aftocht van de Amerikaanse militairen die zich in het noorden van Syrië bevinden aan. Hiermee lijkt er voor de oorlog in Syrië een nieuwe fase aan te breken, een waarbij Turkije een nieuwe hoofdrol lijkt te willen spelen. Het land dreigt namelijk al langer met acties tegen de autonome regio Federatie van Noord-Syrië (beter bekend als Rojava) in het noorden van Syrië. In februari dit jaar annexeerde Turkije het meest westelijke kanton van Rojava na een frontale aanval. De dreigingen van het moment zijn in die zin van vergelijkbare aard, maar gelden nu voor de gehele regio ten oosten van de rivier de Eufraat.

Rojava is een doorn in het oog van Turkse nationalisten en militaristen die bang zijn dat de autonome regio, met een groot aandeel Koerdische inwoners, ook in eigen land aanmoedigt tot afscheiding.

Lange tijd was de aanwezigheid van de Amerikaanse troepen in het noorden van Syrië een obstakel voor Turkije om over te gaan tot een aanval op de autonome regio. Hoewel zowel de Verenigde Staten als Turkije beiden tot de NATO behoren, verschilden zij van inzicht over de aanpak van de door de NATO als prioriteit nummer 1 gestelde “strijd tegen het terrorisme”. De Turkse staat bevindt zich al decennia lang in een bittere burgeroorlog met de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, die zij tot terroristische organisatie hebben verklaard. Ditzelfde hebben zij gedaan met de YPG, een zusterorganisatie van de PKK in het Noorden van Syrië. De Verenigde Staten (VS) hebben de eenheden van de YPG en YPJ echter de afgelopen jaren juist militair ondersteund en gebruikt in de strijd tegen Islamitische Staat (en voor hun eigen geopolitieke belangen). Het lijkt er nu echter op dat de Verenigde Staten met het terugtrekken van hun troepen een signaal willen geven aan Turkije dat zij vrijbrief krijgen, en daarmee de autonome regio in de steek laten. Op 12 december verklaarde Turkse regering in onverbloemde oorlogsretoriek dat zij “iedereen [in Rojava] in hun loopgraven zullen begraven.” President Recep Tayyip Erdoğan zette dat woensdag nog verder kracht bij. Hij zei: “Wij zullen ons niet langer inhouden (*1). In hoeverre dit ook daadwerkelijk tot een invasie zal leiden is nog even de vraag. Donderdag heeft de Franse overheid namelijk aangegeven dat zij, ondanks het vertrek van de VS, nog langer in het noorden van Syrië zullen blijven (*2) Dit kan er op duiden dat er via strategische wegen internationaal toch wordt gepoogd om te interveniëren. Ook de Nederlandse strijdkrachten zijn nog altijd actief in Syrië. Waar deze eerder nog bombardementen uitvoerden lijken zij momenteel vooral nog verkenningsvluchten uit te voeren.

Situatie in Rojava

Eerder deze week vonden er een tweetal grotere bombardementen plaats vanuit Turkije. Daarbij vielen in Maxmur, waar zich tevens een groot vluchtelingenkamp van de VN bevindt, vier burgerslachtoffers. Op 13 december stierven 3 mensen bij een bombardement op Shengal. Bij de stad Manbij neemt het aantal aanvallen van groepen aan die samenwerken met het Turkse leger toe.

De situatie is momenteel in heel Rojava gespannen. Langs de noordelijke grens bouwen zich Turkse troepen, tanks en artillerie en eenheden van het ‘Vrije Syrische Leger’ (FSA) op. Grensblokkades die eerder waren opgeworpen zijn de afgelopen dagen afgebroken. Daarmee lijken er concrete voorbereidingen getroffen te worden voor een grote invasie. In de grensstad Serekaniye (Arabisch: Ras al-Ayn) zijn duizenden mensen de staat op gegaan om te demonstreren tegen de oorlogsbedreigingen. Zij trokken op naar de grens met spandoeken als ‘lang leve de eenheid van volkeren’ en ‘nee tegen de Turkse invasie’. De demonstranten hebben bij de grens tenten opgezet om als menselijk schild te dienen tegen de mogelijke invasie.(*3) Voorzitter Leyla Xalid van Kongreya Star in Aleppo heeft in een verklaring gesteld dat de Turkse staat tot doel heeft het samenleven van verschillende volkeren in de regio onmogelijk te maken en het noorden van Syrië wil bezetten. Ze roept de internationale gemeenschap op om hun verantwoordelijkheid te nemen tegen deze dreigende invasie. (*4) Cawza al-Hasud, een Arabische vertegenwoordiger in Til Hemis (provincie Qamishlo) stelde vergelijkbaar dat “Turkse President Erdoğan’s bedreigingen tot doel hebben om de verschillende volkeren in de regio tegen elkaar op te zetten.” Hier lijkt een kern van waarheid in te zitten, gezien de manier waarop de bezetting in Afrin vorm heeft en Turkije gebruik maakt van paramilitaire eenheden als de FSA.

De mogelijke aanval op Rojava is niet alleen voor de inwoners van Rojava een grote bedreiging. De regio biedt ook onderdak aan vele vluchtelingen uit Syrië en het westen van Irak, die na aanvallen van Islamitische Staat, de regering van Bashar Al-Assad en de bombardementen van Rusland, Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS hun huis hebben verloren of hebben moeten verlaten.

Stilte in de media

In de Europese media wordt er maar mondjesmaat geschreven over de huidige dreiging voor een nieuwe verdere escalatie van de oorlog in Syrië. Over een nieuwe mogelijke invasie in Syrië door de Turkse overheid is in Nederland nauwelijks geschreven. Het is daarmee verontrustend te zien hoe de wereldwijde hegemonie functioneert.

Waar de Koerdische strijdkrachten van de YPG en YPJ internationaal veel aandacht kregen voor hun moedige strijd in Kobanê tegen Islamitische Staat en het project van geslachtsgelijkheid en zelfbestuur in de regio, lijkt het project bij de bedreigingen vanuit Turkije plots niet meer te bestaan. Er lijkt daarbij met twee maten te worden gemeten. Aanvallen van een religieus fanatieke militie als IS worden wel als een bedreiging worden gezien, maar een aanval die uiteindelijk hetzelfde bewerkstelligt vanuit een statelijke entiteit, in dit geval Turkije, wordt geheel gelegitimeerd geacht.

Internationale verantwoordelijkheid

De internationale gemeenschap en de EU in het bijzonder zijn mede verantwoordelijk voor de conflicten in het Midden-Oosten. De Europese Unie heeft met de financiële injecties in Turkije met de vluchtelingen-deals die zij hebben gemaakt, miljarden geschonken aan een staat die wellicht nooit het geld zou hebben gehad voor militaire interventies in het buitenland. Daarnaast zijn de onderhandelingen en verdragen die zijn gesloten met de Turkse staat natuurlijk ook een teken dat men hen als een acceptabele partner blijft zien. Daarmee blijft de status quo gehandhaafd, terwijl overduidelijk deze betekent: een machtsgreep van de AKP, centralisering van de macht in de handen van Tayyip Erdoğan, politieke zuiveringen in het staatsapparaat, grove inperking van de vrijheid van meningsuiting, mensenrechtenschendingen en systematische marteling van politieke dissidenten in de Turkse gevangenissen.

Daarnaast lijkt het er op dat de wapenleveranties aan Turkije langzaam weer op gang komen. De Verenigde Staten heeft in de senaat net weer een wapendeal voor Patriot-raketten een waarde van 3,5 miljard dollar goedgekeurd.(*5) Ondertussen gaan ook de onderhandelingen voor wapentuig met Rusland gestaag door. Het is wachten tot andere internationale wapenproducenten als Frankrijk, België en Duitsland ook weer hun kans zien om zonder al te veel smet hun wapenhandel voort te zetten. (*6) Verschillende EU-lidstaten spelen een belangrijke rol in het uitbreiden van de reikwijdte van de repressie vanuit de Turkse staat, waarbij Duitsland voorop loopt. De PKK staat in veel landen op verzoek van Turkije nog altijd op de Europese terreurlijst. (*7) In Duitsland is de repressie tegen de Koerdische bevrijdingsbeweging het grootst, waarbij de PKK en de Koerdische bevrijdingsbeweging vaak als één worden gezien. Vermeende sleutelfiguren worden geobserveerd en gearresteerd, er geldt bijv. een verbod op PKK en YPG-vlaggen en afbeeldingen van Abdulah Öcalan en in maart 2018 werden in Nesus twee vrachtwagens vol met muziek en literatuur in beslag genomen. (*8)

Oorlogsrecht en het verdrag van Genève

Met het tot ‘terroristen’ verklaren van de YPG door de Turkse staat, verschaft deze zichzelf een alibi om zich te kunnen onttrekken aan het internationale oorlogsrecht. Dit is een vergelijkbare strategie die we eerder hebben gezien in de repressie van onafhankelijkheidsstrijd. Doordat de oorlog niet als een daadwerkelijke oorlog wordt gezien, maar als een ‘interne aangelegenheid’, hoeft men geen krijgsgevangenen te nemen, kan men eenvoudiger wegkomen met martelen en onnodige burgerslachtoffers. Deze methode van repressie van afscheidingsbewegingen vindt zijn oorsprong in de repressie van de Franse koloniën Vietnam en Algerije en zijn als ‘Frans model’ een waarlijk exportgoed geworden naar landen in Zuid-Amerika en ook Turkije.

De hypocrisie die bij de internationale diplomatie in dit conflict wordt getoond, legt daarmee een fundamenteler probleem bloot. Fundamentele mensenrechten en het internationale oorlogsrecht worden vaak gebruikt als legitimering van (westelijke) staten, maar met de voortschrijdende oorlogen in het Midden-Oosten wordt keer op keer weer zichtbaar hoe onterecht dit is.

Er is slechts één antwoord op deze hypocrisie, en dat is internationalistische revolutionaire solidariteit. Doorbreek de stilte en kom in beweging om deze nieuwe bedreiging te stoppen. Benader de media om bloot te leggen wat gaande is in Syrië, ontmasker de verantwoordelijkheden van politici en werk ondertussen aan een wereld zonder hen!

Noten:

*1) https://taz.de/kurdische-kaempfer-in-syrien/!5556113

*2) https://www.nu.nl/syrie/5641652/frankrijk-houdt-troepen-voorlopig-in-syrie-ondanks-terugtrekking-vs.html

*6) Zie voor een eenvoudig overzicht van de oorsprong van wapentuig van het Turkse leger: https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_equipment_of_the_Turkish_Land_Forces