Volgens de Verenigde Naties (VN) maakt het regeringsleger van Myanmar zich in haar optreden tegen etnische en religieuze minderheden schuldig aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Dat zegt de organisatie in een vandaag gepubliceerd rapport over Myanmar.
De regering van Myanmar ontzegde de VN de toegang tot het land, maar dat weerhield onderzoekers er niet van te spreken met 875 getuigen die Myanmar ontvlucht zijn. Volgens de VN maakt het leger zich ‘zonder enige twijfel schuldig aan de volgens het internationale recht zwaarst mogelijke misdaden’.
De misdaden van het leger – ‘de ‘Tatmadaw’- zijn niet alleen gericht tegen de Rohingya in de deelstaat Rakhine, maar ook tegen etnische minderheden in de deelstaten Shan en Kachin. Het leger maakt zich daarbij schuldig aan moord, opsluiten zonder vorm van proces, verdwijningen, groepsverkrachtingen, martelingen en zelfs het tot slaaf maken van mensen. In het noorden van Rakhine gaat het leger het felst te keer: gerichte uitroeingscampagnes komen daar regelmatig voor.
De campagne van het leger tegen de Rohingya heeft aan tenminste 25.000 mensen het leven gekost. Ruim 700.000 mensen zijn over de grens naar Bangladesh gevlucht.
De VN dringt aan op vervolging van de verantwoordelijken, bovenal van legerleider Min Aung Hlaing, die volgens de VN de hoofdverantwoordelijke is voor de door de Tatmadaw bedreven oorlogsmisdaden.
Bron: de Guardian