Heeft de wereld behoefte aan weer een nieuwe verklaring over wat antisemitisme is? Ja, blijkbaar. Meer dan 200 (vrijwel allemaal joodse) onderzoekers werkzaam op het gebied van antisemitisme, Holocauststudies, Joodse studies of studies omtrent Israel en Palestina (met onder hen de nodige klinkende namen) zijn op 25 maart gekomen met een ”Jerusalem Declaration”. En waarom? Ze zeggen het in hun voorwoord: hun verklaring is bedoeld als alternatief voor de zogenoemde IHRA-Definitie., die onder druk van de Israellobbies overal ter wereld al op veel plaatsen is aangenomen.
”Deze verklaring is een antwoord aan de ”IHRA Definitie”,” schrijven zij, ”het document dat in 2016 werd aangenomen door de ‘International Holocaust Remembrance Alliance’. Omdat de IHRA Definitie in belangrijke mate onduidelijk is en reden tot verschillende soorten uitleg geeft, heeft zij aanleiding gegeven tot verwarring en tweedracht gezaaid, wat het gevecht tegen antisemitisme heeft verzwakt.” […..] ”Wij bieden onze niet juridisch bindende Verklaring aan als een alternatief voor de IHRA-Definitie. Instellingen die de IHRA-Definitie al hebben aangenomen kunnen onze tekst gebruiken als een middel om haar te interpreteren.”
De Verklaring geeft vervolgens een eigen definitie: ”Antisemitisme is discriminatie, vooroordelen, vijandigheid of geweld tegen joden omdat ze joods zijn (of tegen joodse instellingen omdat ze joods zijn). (”Antisemitism is discrimination, prejudice, hostility or violence against Jews as Jews (or Jewish institutions as Jewish”). Voor mij zou dat genoeg zijn, de definitie zou moeten volstaan. De Jeruzalem Verklaring vult dat echter aan met de manieren waarop antisemitisme zich kan manifesteren: in de vorm van generalisaties, door het leggen van een relatie tussen joden en ”het kwaad” (joden staan voor een verborgen macht waarmee ze hun eigen agenda najagen, bezitten alle banken, de media, of verspreiden ziektes). Of in de vorm van woorden, plaatjes of daden, dan wel in ”code-vorm” (de Rothschilds regeren de wereld), en tenslotte door de Holocaust of de ernst ervan te ontkennen. (De verklaring zelf is uiteraard wat uitvoeriger, zij is hier na te lezen).
Het belangrijkste deel van de verklaring bestaat echter uit zaken die NIET antisemitisch zijn (en in de IHRA-definitie veelal wel). Dat zijn: het steunen van de Palestijnse mensen- en nationale rechten onder de internationale wetgeving, het bekritiseren of bestrijden van het zionisme, of het pleiten voor een hele reeks aan oplossingen (één staat, een federatie, noem maar op) van de Israelisch-Palestijnse kwestie tussen de Middellandse Zee en de rivier de Jordaan. Ook op argumenten gebaseerde kritiek op Israel is niet antisemitisch, inclusief het wijzen op omstreden zaken als rassendiscriminatie, of op historische parallellen met andere landen, waaronder apartheid en bijvoorbeeld ‘settler-colonialism’ (de manier waarop de Amerikanen de Indianen behandelden, zeg maar). Verder wordt expliciet gesteld dat de boycot van Israel, BDS (Boycott, Divestment and Sanctions) niet – zoals Israel zelf en alle Israel-lobbies overal stellen – antisemitisch is. En tenslotte dat politieke uitspraken niet gematigd, proportioneel of redelijk behoeven te zijn om bescherming te genieten onder het Recht op Vrije Meningsuiting., omdat redelijk en onredelijk niet altijd samen vallen met niet of wel antisemitisch.
De baas van de Nederlandse Israel-lobby, Hanna Luden, reageerde desgevraagd dat zij de JeruzalemVerklaring als een welkome aanvulling op de IHRA-Definitie beschouwt. Aan te nemen valt dat zij toen de opmerkingen over BDS, kritiek op Israel, of het steunen van de Palestijnse rechten nog even over het hoofd had gezien, want die halen de IHRA-Definitie vrijwel onderuit. Zij voegde eraan toe dat er in de Jeruzalem Verklaring helaas een passage ontbrak over vergelijkingen tussen het politieke beleid van de staat Israel en het nazisme, vergelijkingen die toch vaak zouden voorkomen. Om die reden zou het CIDI de IHRA-Definitie daarom blijven gebruiken.
Ook dat had Luden niet goed gelezen, want ”historische parallellen zijn volgens de Jeruzalem Verklaring niet antisemitisch. Daaronder valt zeker ook nazi-Duitsland, al wordt het niet met name genoemd. Het was natuurlijk ook niet te verwachten dat het CIDI (of andere Israellobbies, laat staan Israel) zich zomaar gewonnen zouden geven. De strijd is echter geopend. De Jeruzalem Verklaring is hard nodig,want de IHRA-definitie heeft – met name in Duitsland en de Verenigde Staten – al voor een hoop ellende gezorgd en ook geleid tot discriminatie van joden en joodse groepen zelf. Hier in Nederland is helaas te verwachten dat de pas benoemde (regerings)coördinator Antisemitismebestrijding er ook mee aan de slag gaat. Dat zou de verwarring vergroten. (Wie de IHRA-definitie wil nalezen: hier klikken)
- Ook verschenen bij Abu