Catholic Worker
De kern van het christen-anarchisme is het “evangelie binnen het evangelie”, de Bergrede (Matth. 5-7) die ook voor het christendom in het algemeen als een soort grondwet wordt aangemerkt. De uitbreiding van de joodse wet (“de woorden”, eigenlijk) maken de prediking van Jezus van Nazareth tot iets aparts, er worden hoge eisen aan de afzonderlijke mens gesteld. Kortweg gaat het om het geweten. Deze basistekst is waarschijnlijk de reden dat christen-anarchisten zich beroepen op een grote reeks voorgangers, te beginnen bij de eerste christenen zelf: “En allen, die tot het geloof gekomen en bijeenvergaderd waren, hadden alles gemeenschappelijk; en telkens waren er, die hun bezittingen en have verkochten en ze uitdeelden aan allen, die er behoefte aan hadden”. (Hand. 2:44-45). Het problematische aan deze opdracht is dat we hier nauwelijks op historische grond staan, en al spoedig was dit communisme, zoals het rond 1900 nog genoemd kon worden, in ieder geval uitzondering meer dan regel.
Die voorlopers maken het christen-anarchisme “zo oud dat het nieuw lijkt”, zoals Frans-Canadees-Amerikaanse theoreticus Peter Maurin, grondlegger van de Catholic Worker, het schrijft. Er loopt inderdaad een rode draad door de geschiedenis van het christendom van groepen “stiefkinderen van het christendom”, zoals kerkhistoricus Lindeboom ze noemt – en hun uitzonderingspositie bij het zich beroepen op het evangelie blijkt uit die kwalificatie. De geschiedenis van al die ketters genoemde stromingen is uitermate interessant, maar de vraag is of we het etiket anarchisme van toepassing kunnen verklaren. Als je een soort individueel handelen vooropstelt, zoal Graeber doet als hij stelt dat iedereen zo ongeveer misschien wel meermalen per dag anarchist is, zeker wel. Als men anarchisme als de staat negerende of bestrijdende stroming ziet wordt het historische beeld anders. Begint het in de zestiende eeuw, als het huidige centraliserende staatsapparaat in de vorm van absolute monarchie opkomt? Of kan het slechts zo genoemd worden nadat het een als zodanig onderscheiden stroming is? In dat geval zijn de Zwijndrechtse Nieuwlichters (de Christelijke Broedergemeente (zoals ze zich zelf noemden) waarschijnlijk de eersten in Nederland. In hun geval was de dienstweigering het eerste en belangrijkste – de persoonsregistratie, ingesteld tijdens de annexatie door Frankrijk, diende de staatsronseling van soldaten. Dienstweigering zou steeds het belangrijkste thema blijven voor Nederlandse christen-anarchisten. De militaire dienst was vanaf 1900 ook de belangrijkste en stuitendste inbreuk op het persoonlijk leven (verplichte opleiding tot en inzet als moordenaar).
Is er verschil tussen christen-anarchisten en christelijke anarchisten? Jim Forrest, een van de biografen van de andere grondlegger van de Catholic Worker, Dorothy Day, ontkende dat zij als Christian anarchist beschreven kon worden. Bestreed hij dat zij anarchiste was? Het kropotkiniaanse idee van de nieuwe wereld bouwen in de schoot van de oude (bij Roel van Duijn heet het de tweehandenstrategie) kan toch moeilijk anders dan als anarchistisch aangeduid worden. In het Nederlands kan men het verschil tussen iemand die de synthese van door de Bergrede geïnspireerd christendom en anarchisme en een volgeling van de Kerk die tevens anarchist is door verschillende woorden duidelijk maken; christen-anarchist in plaats van christelijk anarchist. In andere talen is het onderscheid moeilijker te beschrijven.
Omdat Maurin, Hennacy en Day hun anarchisme duidelijk in de Kerk geworteld willen zien lijkt mij voor hen en bij uitbreiding de Catholic Worker de aanduiding christen-anarchist gepast. Voor iemand als Virilio die zowel christen als anarchist beoogde te zijn zonder dat er verband tussen beide werd gelegd lijkt mij de aanduiding christelijk anarchist meer gepast.
Religieus anarchisme
De koninklijk goedgekeurde (!) Internationale Broederschap in Nederland was, zoals al uitgedrukt door bijvoorbeeld Ortts Denkbeelden van een christen-anarchist, alleen al naar eigen kwalificatie christen-anarchistisch. De bewoners van de kolonie in Blaricum braken ter plaatse met de hervormde kerk. Er waren ook hervormde ambtsbekleders bij de kolonisten. Een enkeling werd later alsnog weer predikant. Hoewel zij het etiket “tolstojaan” beslist van de hand wezen zou het ook onjuist zijn geen verband te zien met de geschriften van Tolstoy over de Doechoboren, Worstelaren met de Geest, die iedere dienst aan de Russische staat afwezen en daarvoor uiteraard vervolgd werden. De meesten zijn geëmigreerd naar Canada.
En de interpretatie van Tolstoy van het evangelie, zijn radicaal-rationele benadering van de teksten sloot aan bij het modernisme in de protestante kerken. Uitgesproken tolstojaans kan men Anne de Koe noemen, die bij de SDAP eindigde als inspirator van de AJC en oprichter van Ons Huis, en H.W. Ph. E. van den Bergh van Eysinga, die eindigde bij de Communistische Partij Holland – Kronstadt heeft hij niet meer meegemaakt. De partijkeuzen lijken mij hun teleurstelling in de onhaalbaarheid van de hoge idealen van het christen-anarchisme uit te drukken.
Osmose tussen christen-socialisten die verre bleven van SDAP en CPH enerzijds en de christen-anarchisten anderzijds leidden tot de zelfkwalificatie religieus anarchisten, na de Grote oorlog, waar Nederland weliswaar buiten bleef maar door mobilisatie, vluchtelingen uit België en voedseltekorten wel verregaand mee geconfronteerd werd. Onder deze naam werd deze stroming misschien wel de vooroorlogse hoofdstroom van het Nederlands anarchisme. “Grote namen” als Henriette Roland Holst, Clara Meijer-Wichmann, Bart de Ligt en vele anderen vonden hier een tijdelijk of blijvend tehuis. En het religieus anarchisme was een van de inspiratiebronnen van de naoorlogse Pacifistisch Socialistische Partij. Hoe belangwekkend ook, ik laat deze geschiedenis hier verder buiten beschouwing.
– wordt vervolgd –
– Eerder verschenen bij Libertaire Orde