Van Trump tot Van Rooy: is neutraal zijn nog een optie?

Kunnen journalisten, opiniemakers en intellectuelen nog neutraal zijn in deze Trumpiaanse tijden?

In Nederland is ophef ontstaan na de passage van Wim Van Rooy in het Amsterdamse cultuurhuis De Balie. Van Rooy zat er samen met Paul Cliteur in een debat, naar aanleiding van de publicatie van een bundeling essays over de islam.

Wat Van Rooy precies zei? Dat de oplossing voor het ‘moslimprobleem’ lag in ‘discriminatie’. Van Rooy stelde dat er een onderscheid zou moeten gemaakt worden tussen enerzijds het jodendom en het christendom en anderzijds de islam. Dat ‘onderscheid’ moet zich dan concreet vertalen in, onder meer, het opheffen van religieuze vrijheden voor moslims, aldus Van Rooy. Koran? Verbieden! Moskeeën? Sluiten!

Wat Van Rooy letterlijk zei kan je in dit filmpje zien:

Ook in België zorgde Van Rooy onlangs voor nogal wat deining. In een door Joël De Ceulaer afgenomen interview beweerde Van Rooy dat we eigenlijk met moslims zouden moeten omgaan zoals de Amerikanen met Japanners omgingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. In kampen steken dus.

Wat Van Rooy in De Balie verkondigde had hij dus al eerder verteld, het is geen uitschuiver. Die man weet wat hij zegt, en wat hij zegt en wenst is duidelijk: de totale verwijdering van moslims uit de publieke ruimte en uit de samenleving. Dat is het laatste station voor het eindstation dat Endlösung heet.

Waarom wordt zo’n man dan in godsnaam aan het woord gelaten? Vrije meningsuiting, zingen De Ceulaer en De Balie in koor. Bij aanvang van het interview met Van Rooy schreef De Ceulaer: “Maar we beginnen het gesprek met grote eensgezindheid: lang leve het debat”.

In een reactie van De Balie lezen we: “Wij geloven dat de vrije uitwisseling van ideeën één van de belangrijkste methoden is om een inclusieve samenleving te behouden. Dat kan alleen als burgers met elkaar praten. Hoe lijnrecht ze soms ook tegenover elkaar staan.”

Zowel De Balie als De Ceulaer verschuilen zich achter een drogredenering. Vrijheid van meningsuiting is één ding, iemand een platform geven een ander. Je kan perfect de vrijheid van meningsuiting verdedigen en tegelijk verdedigen dat je iemand geen platform geeft. Iedere programmator of journalist maakt keuzes in wie hij of zij al dan niet aan het woord laat, dat is evident en onvermijdelijk.

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: dewereldmorgen.be