Volksmuziek heeft zo haar lotgevallen. Dit weemoedlied over Stralsund in Vorpommern, bij het eiland Rügen in de Oostzee, is in 1907 geschreven door Martha Müller-Gählert, op muziek gezet in 1910 door Simon Kranning. Het gedicht heet Mine Heimat.
In 1935 brutaalweg door een nazi omgezet in een Friesenlied dat aan het Noordzeestrand speelt. Dat slaan we over.
Wo de Ostseewellen trecken an den Strand
wo de geele Ginster bleuht in´n Dünensand
Wo de Möwen schriegen, grell in´t Stormgebrus
da is mine Heimat, da bün ick tau Hus
Well- und Wogenrunschen, Wir min Weigenlied,
Un de hogen Dünen, Seg´n min Kinnertied,
Seg´n uch mine Sehnsucht, Un min heit Begehr,
In de Welt tau fleigen Öwer Land un Meer.
Woll het mi dat Leben Dit Verlangen stillt,
Het mi allens geben, Wat min Herz erfüllt,
Allens is verswunden, Wat mi quält un drew,
Hev nu Frieden funden, Doch de Sehnsucht blew.
Sehnsucht na dat lütte, Stille Inselland,
Wo de Wellen trecken An den witten Strand,
Wo de Möwen schriegen Grell in´t Stormgebrus, –
Denn da is mine Heimat, Da bün ick tau Hus.
Pommern Duo
Want zo gaat het met volksmuziek. Rocco Granata zong dit in 1964 de hitparade in, als zoon van “gastarbeiders”, ongeveer de laatste hit die hem werd toegestaan in Nederland – het speelt evenwel aan de Vlaamse kust. Het nazilied bedrogen…
Waar ’t lied der branding ruist bij dag en nacht
Waar ’t vertrouwde huisje altijd op mij wacht
Waar de meeuwen schreeuwen boven ’t golfgebruis
Daar ben ik gekomen, daar voel ik mij thuis
Waar de klokken luiden onder ’t wakend kruis
Daar ben ik gekomen, daar voel ik me thuis
Nooit vergeet ik waar eenmaal mijn wiegje stond
Denk ik nog wel eens aan mijn geboortegrond
Maar ik vond mijn vrienden hier waar ’t leven lacht
Waar mijn mama mia altijd op mij wacht
Ik heb geluk gevonden in dit landje klein
Hier blijf ik nu wonen, ik wil hier altijd zijn
– Uitgelichte afbeelding: Door Michiel Hendryckx – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=14664265