Valse PVVampier Bosma toont eindelijk zijn giftige hoektanden

Wat zeiden de valse PVV-ampier Bosma, en ook Dassen, Klaver, Paternotte, Boswijk en de rest nou precies op 16 mei 2024? Maar eerst even keihard en zakelijk: control-F – zoekwoord: ‘extreem’: 57 matches.

Voor alle duidelijkheid: Martin Bosma is behalve haatdragende en giftige vampier ook een extreemrechtse en fascistische politicus van een extreemrechtse en fascistische en volkomen ondemocratische partij, de PVV met één Lid – de Leider – en Bosma schuurt graag tegen het nazisme aan, valselijk voorwendend dat hij dat allemaal heel erg vindt.

De zon is gisteren ondergegaan rond het sombere Tweekamerkasteel in Transsylhagië en de ondode vampiers in de duistere kelders daar zijn onder leiding van hun Extreemzwarte Hulpleider Bosma uit hun ijskoude sarcofagen gekropen… om ons en onze warmbloedige linkse Kamerleden leeg te zuigen en hun en ons levensbloed met hun giftige hoektanden dodelijk te besmetten…

Dan nu het citaat uit de Handelingen der Tweede Kamer der Staten Generaal, 16 mei 2024:

(…)De heer Dassen (Volt):
Ik ben het helemaal met de heer Van Campen eens dat op dit moment een van de grote bedreigingen voor de Europese Unie de agressie van Poetin is. Het is goed dat wij ons daar als Kamer altijd voor ingezet hebben. Maar er is ook nog een andere dreiging voor de Europese Unie en dat is de opkomst van extreemrechts en radicaal-rechts. Ik ben benieuwd of de heer Van Campen dat met mij eens is.

De heer Van Campen (VVD):
Volgens mij is het nooit verstandig en goed als ideologieën radicaal zijn. Dus ik neig dat met de heer Dassen eens te zijn.

De heer Dassen (Volt):
Dan is de logische vervolgvraag natuurlijk, waar de heer Van Campen en zijn fractie gisterenavond naar buiten zijn gekomen en in een coalitieakkoord, in een meerderheidskabinet zijn gestapt met de extreemrechtse, radicaal-rechtse PVV …

De heer Van Campen (VVD):
Ja, dat dacht ik al. Die zag ik aankomen.

De voorzitter:
Ik wil hier even ingrijpen. De heer Dassen stelt nu dat de PVV een extreemrechtse partij is en dat is een vergelijking met het nationaalsocialisme, en dat gaat mij zes stappen te ver.

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter, wat een onzin! Sorry, hoor, maar als je als partij jarenlang rechters hier verdacht hebt lopen maken, als je journalisten tuig van de richel noemt en als je tegen hele groepen die in Nederland wonen en die gewoon Nederlanders zijn, kwetsbaren in de samenleving, eigenlijk zegt dat ze er niet bij horen, dan ben je gewoon een rechts-radicale partij.

De voorzitter:
Dat is heel wat anders. Ik vind echter niet dat we fracties of leden van de Staten-Generaal voor extreemrechts moeten gaan uitmaken.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik heb een punt van orde.

De voorzitter:
Ik wil even een reactie van de heer Dassen hierop hebben, als hij dat wil.

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter, ik ben het absoluut niet eens met wat u hier zegt. En ik vind het ook heel raar dat u mij op deze manier eigenlijk het woord wil ontnemen …

De voorzitter:
Ik ontneem u niet …

De heer Dassen (Volt):
… of dat u aangeeft dat ik dit niet mag aangeven. Volgens mij is heel duidelijk wat de PVV al jaren is, namelijk een extreemrechtse partij. Dat is vanwege de uitlatingen die zij zelf hebben gedaan en dat is dus niet vanwege wat ik ervan gemaakt heb.

De voorzitter:
Nee, maar …

De heer Dassen (Volt):
Als we dat hier niet meer in het parlement met elkaar mogen benoemen, dan wordt het toch wel heel erg benauwend, voorzitter.

De voorzitter:
Ja, maar ik zie het als een nazivergelijking en ik vind niet dat we dat hier moeten doen. Extreemrechts is een nazivergelijking.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik heb hier toch echt een punt van orde.

De voorzitter:
Gaat uw gang.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik heb toch echt een punt van orde. Ik vind eigenlijk dat u hier over de schreef gaat als voorzitter in de wijze waarop u hierover spreekt. Ik heb u er, in de tijd dat u nu Voorzitter bent, nooit op aangesproken, maar u hebt zelf boeken geschreven waarin u vergelijkingen met de jaren dertig en bijvoorbeeld de sociaaldemocraten en wat er allemaal zou zijn gebeurd, niet heeft gemeden. Ik vind het dus echt ongepast dat u collega Dassen op deze manier hierop aanspreekt. Wij mogen echt zelf weten op welke wijze wij hier politieke partijen benoemen. Ik vind dit echt buiten de orde. Ik hoop ook dat het bij deze keer blijft.

De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Ik wil er toch op wijzen dat extreemrechts niet per definitie meteen een nazivergelijking is. AfD en Front National zijn toch wel degelijk extreemrechtse partijen. Die worden ook door iedereen als extreemrechts bestempeld, niet alleen door mij maar ook al jarenlang door de pers. Ik wil toch wel het punt maken dat ik echt wel onderscheid maak tussen wat collega Dassen net zei en een vergelijking met een nazi-ideologie of wat dan ook. Ik denk ook niet dat de heer Dassen dat ooit heeft bedoeld.

De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. “Onze musea zijn in handen van extreemlinks.” Was getekend, Martin Bosma, in een WGO in de Tweede Kamer op 27 december 2020. Als u hier nu zegt dat “extreemrechts” niet gebruikt mag worden terwijl u zelf aan de lopende band “extreemlinks” heeft gebruikt, neemt u een verkeerde afslag. Ik stel voor dat u dat terugneemt en dat we verdergaan met het debat.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Paternotte. Ik vind dat wij als parlementariërs onderscheid moeten kunnen maken tussen rechts en extreemrechts, ook om gedachtegoed op een goede manier te kunnen duiden en benoemen. Ik ben het dus niet eens met uw voorstel.

De voorzitter:
Nou, ik heb geen voorstel gedaan. Ik heb alleen gewezen op het gebruik van deze term. Dat is het enige wat ik heb willen zeggen.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Er wordt een voorstel gedaan door de heer Paternotte dat u dat terugneemt. Ik zou dat zeer waarderen.

De voorzitter:
Nee, ik neem dat niet terug. Het is mijn standpunt dat ik … De vorige Voorzitter, mevrouw Bergkamp, heeft ook constant een punt gemaakt van nazivergelijkingen. Ik denk dat ze daar zeer gelijk in had, omdat het een verloedering is van het debat. Ik handhaaf dat graag. Ik doe graag een beroep op de gewaardeerde collega’s om die terminologie niet te gebruiken in de richting van andere leden van de Staten-Generaal. Dat is het enige pleidooi dat ik wil houden. Voor de rest is het aan u om daarmee akkoord te gaan of niet, maar ik heb het punt willen maken.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dat is onacceptabel. U bent de onafhankelijke Voorzitter. Tot nu toe heeft u dat, zoals iedereen hier heeft gezegd, echt goed gedaan. U gaat hier gewoon over de schreef. U schuift een collega namelijk in de schoenen dat hij een nazivergelijking maakt. U zegt dat we extreemrechts niet extreemrechts zouden mogen noemen. In Duitsland heeft zojuist een rechter gezegd dat AfD, een van de bevriende partijen van de PVV, wel degelijk extreemrechts genoemd kan worden. U trekt zichzelf nu in een debat waar de Voorzitter van de Tweede Kamer niet in zou moeten zitten. Als u echt vindt dat de heer Dassen hier nazivergelijkingen maakt, dan moet u ingrijpen. Dan moet hij zijn woorden terugnemen. Dat moet u het schrappen; dan moet u maatregelen nemen. Dat is niet het geval. U gaat hier over de schreef, voorzitter, en ik vind dit niet acceptabel.

De voorzitter:
Hm.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Neem het alstublieft terug, in het belang van dit instituut, in het belang van de positie van de Voorzitter van de Tweede Kamer.

De voorzitter:
Nee, dat doe ik niet. Maar als de heer Dassen hierbij duidelijk wil maken dat voor hem de term “extreemrechts” niet een nazivergelijking is, dan hoor ik dat met plezier. Dan zou ik dat bijzonder waarderen.

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter, dat is niet het probleem. U legt mij deze woorden in de mond en dat vind ik onacceptabel, want ik heb dat nooit gezegd. U maakt die vergelijking nu zelf. Dan kunt u nu toch niet tegen mij gaan zeggen dat ik me daarover moet gaan verantwoorden?

De voorzitter:
Nee, u hoeft zich niet te verantwoorden.

De heer Dassen (Volt):
Dat is toch van de zotte? U moet aangeven dat u het niet zo bedoeld heeft. U moet zeggen dat u het terugneemt en dat u mij deze vergelijking in de mond legt.

De voorzitter:
Nee, dat is niet het geval. Maar in het spraakgebruik wordt met “extreemrechts” veelal bedoeld “het nationaalsocialisme”. Dat vind ik zeer kwalijk …

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter, dit is echt onzin. Ik wilde de heer Van Campen vragen om een document dat zijn partij zelf mede heeft ondertekend, waarin continu wordt gesproken over “extreemrechts”. Deze vergelijking is dus zo ontzettend scheef. Ik vind het eigenlijk ook echt aanmatigend dat ik door u op deze manier wordt weggezet.

De voorzitter:
Ik heb mijn punt willen maken en ik blijf daarbij. It is what it is.

De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Ik ben het met de heer Klaver eens. Het is tot nu hartstikke goed gegaan. We hebben een hele goede Voorzitter van de Tweede Kamer. Maar als je nu tegen een Kamerlid zegt dat de term “extreemrechts” niet mag worden gebruikt, terwijl je zelf hebt gezegd dat je nazi’s extreemlinks vindt — dat heeft de heer Bosma gezegd — en je zelf aan de lopende band de term “extreemlinks” hebt gebruikt, dan is dat geen geloofwaardige opstelling van een voorzitter. Dat kan niet. Daarmee blokkeer je het debat en het gebruik van termen waarvan nota bene rechters zeggen dat je die prima mag gebruiken. In het belang van het parlementair debat en omdat het wel geloofwaardig moet blijven wat we hier in het parlement doen, stel ik voor dat de heer Bosma hier zegt dat je de term “extreemlinks” mag gebruiken — dat doet hij zelf aan de lopende band — en de term “extreemrechts” ook. Dat is het enige wat geloofwaardig is.

De voorzitter:
Nee, ik zal dat zeker niet doen. U zegt dat bepaalde woorden niet gebruikt mogen worden; dat is niet het geval. Als u die wilt gebruiken, is dat prima, maar niet in de zin dat u een fractie of een lid van de Staten-Generaal als zodanig kenschetst. Dat is een enorme verruwing. Dat is ook de lijn van de vorige Voorzitter, die dat punt eerder heeft gemaakt. Ik stel dus voor dat we collega’s niet als extreemrechts gaan wegzetten. Maar u mag … Ik heb verder geen sanctiemogelijkheden en ik doe verder geen voorstellen. Het is aan u om zich daar al dan niet iets van aan te trekken. Dat is het punt.

De heer Paternotte (D66):
Ik zie een collega van de NSC-fractie bij de interruptiemicrofoon staan, voorzitter. Die fractie had ik nog niet gehoord over de vrijheid van spreken hier in het parlement. Ik stel voor dat we hem ook even de kans geven om iets te zeggen.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik vind dat dit een redelijk gênant gehalte begint te krijgen. Als ergens de vrijheid van meningsuiting geldt, is dat in deze zaal. Dat geldt ook voor allerlei typeringen. Je moet daar heel voorzichtig mee zijn. Ondertussen helpt het als we echt op zoek zijn naar een inhoudelijk debat — dat hoorde ik zowel gewoon links als gewoon rechts zeggen — niet om elkaar te beschuldigen van extremiteiten. Laten we dus alsjeblieft teruggaan naar de orde van dit debat, elkaar heel scherp bevechten op de inhoud en echt het debat met elkaar zoeken.

De voorzitter:
Prima. We gaan luisteren naar …

De heer Boswijk (CDA):
Het gebruik van de woorden “extreemlinks” of “extreemrechts” is volgens mij niet het probleem. Het probleem is dat collega Dassen “extreemrechts” gebruikt en dat dat wordt uitgelegd als nazivergelijking. Dat is, denk ik, het probleem.

De voorzitter:
Ik denk dat alle punten inmiddels gemaakt zijn. Na de heer Ceder, die ik nog niet heb gehoord, gaan we luisteren naar de heer Van Campen.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik vind dit problematisch, want de voorzitter zegt hier eigenlijk dat wij het woord “extreemrechts” de komende jaren niet mogen gebruiken in de typering.

De voorzitter:
Nee, dat is niet wat ik zeg. Ik vind dat we moeten uitkijken voor een verruwing van het debat. Het debat wordt verruwd als we elkaar, dus andere leden of een fractie van de Staten-Generaal, gaan kenschetsen als extreemrechts. Het woord “extreemrechts” is in de connotatie een referentie aan — lees het allemaal maar — een donkere bladzijde. Dat is niet wat ik wil. Ik denk dat het in ons aller belang is dat we zorgen dat er zo weinig mogelijk sprake is van verruwing in ons debat.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Sorry, ik was nog niet klaar. Betekent dit dat de voorzitter de komende jaren elke keer gaat ingrijpen op het moment dat er een vergelijking wordt gemaakt of de term extreemrechts wordt toegekend aan een partij of kabinet?

De voorzitter:
Nou ja, ik maak niet noodzakelijkerwijs elke keer hetzelfde punt. Dat zie je ook met spreken via de voorzitter. Soms doe ik dat en soms doe ik dat niet, maar ik heb hier mijn standpunt willen weergeven. Dat is ook het standpunt zoals dat eerder te berde is gebracht.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Een laatste vraag, voorzitter. Geldt dat ook voor de term “extreemlinks”?

De voorzitter:
Nou nee, want die term is in de connotatie anders.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik zeg echt vanuit de grond van mijn hart: doe dit nou alsjeblieft niet. Doe dit het parlement niet aan.

De voorzitter:
Maar ik heb het zojuist gedaan.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Zeker. U heeft dit inderdaad gedaan.

De voorzitter:
Ik heb het punt gemaakt. U mag zich er iets van aantrekken of niet.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik ga me er helemaal … Het punt is: wat u hier doet, schaadt het parlement. Dat schaadt de functie van de Voorzitter. Nogmaals, als u dit niet gewoon terugneemt, dan valt u hier keihard door de mand omdat u hier een politieke positie inneemt in plaats van dat u hier het debat aan het leiden bent.

De voorzitter:
Nee.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dit is schadelijk voor het instituut, dit is schadelijk voor de Voorzitter. Ik vind het eerlijk gezegd onacceptabeldat dit gebeurt.(…)

– Uitgelichte afbeelding: By MTV, Fair use, https://en.wikipedia.org/w/index.php?curid=39712242