De begintijd van de manifestatie/demonstratie had uw verslaggever zelf al verkeerd in zijn geheugen opgeslagen: 14 uur – maar neen, dat was de tijd waarop gelopen zou worden, niet het begin van “het geheel” – de landelijke actie tegen het Transatlantic Trade & Investment Pact, het Trojaanse paard van de VS-monopolies in de EU. Geen nood, ik zou de tram pakken naar de demonstratie, na de ellende van een paar van de negen straatjes getrotseerd te hebben. De Negen Straatjes, moet u weten, zijn radiaalstraten die op de grachten uitkomen, haaks op de Zuid-Jordaan. Om redenen die mij ontgaan zijn deze straten een soort toeristische attractie geworden. Vroeger zaten er drogisten, slagers en bakkers, nu kun je er spijkerbroeken en echte authentiek-Amsterdamse cheese kopen – nog geen Luikse wafels met hazelnootpasta maar dat is een kwestie van tijd vermoed ik. Langzaam, af en toe verrast opkijkend naar een spijkerbroek in de etalage, schuifelen de buitenlandse en ook wat binnenlandse toeristen door dit decor. Je moet geen haast hebben als voetganger hier, zeker niet op zaterdagmiddag.
Bij de halte wachtte mij een speciale verrassing. Het creëren van gribustoestanden voor hun metrolijn heeft intussen, na al die vele jaren, het Rokin bereikt. Reden om de halte Spui richting centrum-uit op te heffen. Ik weet dat ik veel verg van mensen die Amsterdam niet kennen, maar het moet even. De consequentie van deze opheffing is dat er tussen de Dam en het Rembrandtplein of de Keizersgracht geen enkele tramhalte meer is. Ik hoor het de maffiose Smit-Kroes nog zeggen: dan moeten de mensen maar een stukje verder lopen. Bij de staatsmarktvijfjarenplanners spreekt men dan van versnellingsslag. Tot goed begrip: denk er nog een halte bij, en een begin- en eindpunt, en men heeft een hele tramlijn, die in de vroege jaren negentig gereden heeft op het traject dat nu helemaal geen halte meer heeft, lijn 20. Zelfs als hun Noord-Zuidlijn er is zul je zulke afstanden niet meer hoeven lopen. Dat wordt dan plotseling een weldaad, die metro waar bij referendum tegen gestemd is zodat D66 de doorslag gaf, tegen de verkiezingsbelofte in, het ding toch aan te leggen. Maar corrupt zijn we niet, hoor, bij D66. We zijn hier de opvolgerpartij van de PvdA mee geworden in Amsterdam, wij van D66.
Dus werd het lopen verder, met tussenstop om een broodje te scoren. Dat ik rustig met zicht op de Dokwerker kon opeten want het plein was ledig. De demonstratie was al op gang. Mensen van de Theaterstraat, die logistieke ondersteuning leverden, vertelden mij dat de bestemming het Museumplein was. Misschien bent u blij te horen dat een broodje vegetarische kip inderdaad naar kip smaakt – dus naar niets. De kerriesaus moet er wat van maken. Dit terzijde. (Ooit, ik heb de tijd nog meegemaakt, smaakte kip naar wat men vermoedelijk kip kan noemen, maar de vooruitgang is niet te stuiten, en neen, ik eet al jaren in principe geen dood dier meer).
Dat werd dus de tram nemen om aan te sluiten bij de demonstratie. Ach, de tram waarop ik moet overstappen komt niet opdagen. Een enorme stoet toeristen, hoofdzakelijk uit de VS, verzamelt zich op de halte, ongetwijfeld om naar het VinnieVenGo-museum of wie weet naar het Rijks te rijden en de tram komt niet. Tegen de tijd waarop het einde van de manifestatie in zicht is besluit ik maar weer naar het startpunt te gaan, naar de boekwinkel waar ik misschien wel mijn beste jaren in gestoken heb, om er iets op te halen. En rond te kijken, ik was er al een tijd niet meer geweest, ben vreemdgegaan bij de inmiddels opgeheven Rooie Rat.
De trambestuurder terug noemt de reden waarom ik was blijven steken. “Een demonstratie waar we op alle lijnen last van hebben”. Kijk eens aan – die tegen het jeugdloon, hoop ik nog. “Nee, iets op het Museumplein. Kunnen ze dat niet in hun eigen tijd doen?” Zaterdagmiddag, ga toch werken… (dat doet die bestuurder onmiskenbaar ook).
Het is heel stil in de winkel. Een flink deel van het potentiële publiek demonstreert hoogstwaarschijnlijk. Tegen de tijd waarop ik besluit het wel gezien te hebben komen er twee vrouwen binnen die koffie komen kopen (dat soort wereldwinkelachtige dingen hadden we niet in “mijn tijd”). Al gauw merk ik aan hun onderlinge opmerkingen dat ze van de demonstratie komen. Ja, zeker zevenduizend mensen, het cijfer dat de Theaterstraatmensen ook noemden. “Ik heb het gemist” zeg ik spijtig. “Geeft niet, we tellen je toch gewoon mee nu.”
Dus ik was er bij, u weet het nu.
Ten bewijze ook kiekjes van het verbouwde interieur van de stadsbus die dienst doet voor de Theaterstraat.